Definitieve vonnis betreffende raffinaderij van Pasadena (NPM)

Betreffende het meningverschil tussen de groep TRANSCOR ASTRA en PETROBRAS in verband met de deelneming van TRANSCOR ASTRA in de raffinaderij van Pasadena en in de ermee verbonden handelsactiviteiten (samen PRSI), heeft het arbitragecollege door zijn definitieve vonnis bevestigd dat de vennootschappen van de groep TRANSCOR ASTRA erop recht hadden per 1 juli 2008 hun verkoopoptie uit te oefenen en dat deze verkoopoptie geldig uitgeoefend werd.

Zo heeft het arbitragecollege bevestigd dat PETROBRAS de belangen van TRANSCOR ASTRA in de raffinaderij zou moeten kopen voor een totaal bedrag van EUR 466 miljoen.

Dit bedrag moet in drie verschillende betalingen betaald worden (EUR 296 miljoen op 27 april 2009, EUR 85 miljoen in september 2009 en EUR 85 miljoen in september 2010).

Deze verrichting zou in een geconsolideerde meerwaarde moeten resulteren van ongeveer EUR 1 per aandeel NPM. Wat het aangepast nettoactief betreft zou dit een positieve invloed hebben van ongeveer EUR 0,5 per aandeel.

De definitieve cijfers zouden licht verschillend kunnen zijn, afhangend van de wisselkoers en van het effectief belastingtarief (dat alleen op het jaareinde kan worden vastgesteld) maar zouden niet moeten afwijken van de al op 2 juli 2008 gepubliceerde orde van grootheid.

Er wordt eraan herinnerd dat TRANSCOR ASTRA GROUP klacht bij de Amerikaanse rechtbanken heeft ingediend tegen PETROBRAS in verband met de niet-nakoming van verbintenissen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content