China belangrijkste negatieve factor in groeilanden

In de jaren voor en na de kredietcrisis van 2008/2009, vloeide er zo’n 500 miljard euro per jaar naar de opkomende wereld. Het geld werd aangetrokken door een gunstig investeringsklimaat, hoge rentes, sterker wordende valuta en een krachtig vertrouwen in de vooruitzichten voor groei van de binnenlandse vraag.

Sinds de zomer van 2011 is er volgens Maarten-Jan Bakkum, Senior Investment Strategist Emerging bij ING, duidelijk een trendbreuk opgetreden: in de laatste vier kwartalen is de kapitaalstroom naar de opkomende markten volledig opgedroogd.

Gezien het nog steeds substantiële groei- en renteverschil tussen ontwikkelde en opkomende markten, lijkt het op het eerste gezicht vreemd dat er geen netto instroom van kapitaal in opkomende markten meer plaatsheeft.

Het groeiverschil tussen Europa en de VS aan de ene kant en de opkomende wereld aan de andere kant mag wel wat gedaald zijn de afgelopen jaren, maar bedraagt nog steeds een ruime vier procentpunten.

En terwijl de korte rente in Europa en de VS het nulpunt benadert, bedraagt deze nog 5.5% in de opkomende wereld.

Vier factoren hebben kapitaalstroom naar groeimarkten stilgelegd
Toch is het volgens Maarten-Jan Bakkum niet zo moeilijk om te verklaren waarom emerging markets aan populariteit hebben ingeboet het afgelopen jaar.

Terwijl steeds meer kapitaal nodig is om gaten in het financiële systeem in Europa en de VS te dichten, zijn de groeivooruitzichten in de opkomende wereld duidelijk verslechterd.

Concreet zijn er vier factoren te noemen die de kapitaalstroom hebben stilgelegd: de dalende groei in China, een verslechterend investeringsklimaat in meerdere belangrijke opkomende economieën, de toegenomen urgentie voor Europese banken om hun gehavende balans te repareren en de negatieve trend in opkomende aandelenmarkten.

Ook andere landen hebben het moeilijk

De belangrijkste negatieve factor is China. Sinds 2010 is het groeitempo continue gedaald tot het huidige niveau van 7.5%. Door negatieve demografische ontwikkelingen, een fors hogere schuldquote in de economie na de laatste megastimulering van 2008/2009 en de overcapaciteit in de exportsector gezien de huidige wereldhandelsgroei, zijn de Chinese groeivooruitzichten niet goed voor de komende jaren.

Terwijl groei waarschijnlijk verder weg zal zakken naar een meer houdbaar niveau van zo’n 5%, zal de druk op het financiële systeem verder toenemen. Al met al zal China niet langer de fenomenale groeimotor van de opkomende wereld zijn die het was in de jaren 2000-2010.

Behalve in China zijn de groeivooruitzichten ook minder geworden in de landen waar overheden nagelaten hebben te hervormen of waar beleid heeft geleid tot een duidelijke verslechtering van het investeringsklimaat. India, Brazilië en Zuid-Afrika zijn de grote landen waar de beleidstrend negatief is geweest.

Dit verklaart volgens Maarten-Jan Bakkum in toenemende mate waarom aandelenbeleggers niet langer een duidelijke voorkeur hebben voor opkomende markten.

Een minder investeringsklimaat en een toenemende staatsbemoeienis in de economie betekenen dat groei niet automatisch tot hogere rendementen voor de private investeerder leidt. Meer druk op kapitaalstromen naar opkomende markten lijkt niet onwaarschijnlijk.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content