Amerikaanse aandelen zijn volgens Greenspan niet duur
De Amerikaanse beurzen noteren vandaag verdeeld, waarbij de openingsverliezen deels werden weggewerkt. Met name de Nasdaq heeft de come-back in de plus gerealiseerd. Sommige analisten zijn van mening dat het slechte nieuws over Europa al in de koersen verrekend zit. Anderzijds maken de beleggers zich zorgen over de evolutie van de arbeidsmarkt.
Op de Bloomberg Washington Summit, georganiseerd door Bloomberg Link, legde de voormalige FED-voorzitter Alan Greenspan een merkwaardige verklaring af. Volgens Greenspan zijn aandelen momenteel goedkoop, om zelfs het woord ‘spotgoedkoop’ niet te gebruiken.
Hij verwacht dat de beurskoersen nog gaan stijgen naarmate de bedrijfsresultaten in de komende kwartalen verder gaan verbeteren. De S&P 500 is dit jaar al met 12% gestegen. De start was de beste sinds 1998, maar volgens Greenspan is het daarmee nog niet gedaan. Vanaf de huidige niveaus is er wel degelijk nog ruimte voor een verdere stijging.
Hoe goedkoop zijn Amerikaanse aandelen?
De aandelen uit de S&P 500 noteren nu aan ongeveer 14,30 keer de koers-winstverhouding en dat is 13% onder het gemiddelde sinds 1954. Ook volgens het FED-model, een model op basis van een rapport van de Amerikaanse centrale bank uit 1997, geeft nog altijd aan dat de Amerikaanse beurzen goedkoop gewaardeerd zijn.
In verhouding tot de schulden zijn de aandelen vlakbij het goedkoopste punt ooit. Deze indicator vergelijkt de opbrengsten van een belegging in aandelen met de opbrengsten van staatsobligaties.
Volgens Greenspan creëren stijgende beurskoersen een welvaartseffect dat de consumentenbestedingen aanwakkert en zo de economie in haar geheel doet groeien. De rol van de beurs in de economie wordt volgens Greenspan nog altijd zwaar onderschat.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier