Vooruit met de geit

Een overheidsoptreden kan een beursval hooguit tijdelijk stuiten. Dat blijkt ook weer in China.

China zit volop in het jaar van de geit, het achtste dier in de Chinese dierenriem. Mensen die worden geboren in zo’n jaar, krijgen onder meer de adjectieven ‘zachtaardig’ en ‘fijnzinnig’ mee. Die adjectieven komen helemaal niet overeen met de evolutie van de Chinese economie en beurzen de afgelopen maanden.

Het belangrijkste feit van de voorbije weken op internationale financiële markten is ongetwijfeld de terugval van de Chinese economie en de crash van de aandelenmarkten. Vorige week beleefden de internationale beurzen opnieuw een moeilijke dag, toen bleek dat de Chinese industrie in augustus de zwakste prestatie in drie jaar had afgeleverd. De PMI voor de industrie zakte vorige maand tot onder 50, wat op een krimp van de industriële activiteit wijst. Dat was voldoende om de onzekerheid over de Chinese economie en bij uitbreiding de wereldeconomie verder aan te wakkeren. Het grootste deel van de beursherstel ging alweer verloren.

Dat geldt zeker voor de Chinese aandelenmarkten. De Shanghai Composite-index explodeerde eerst tussen het najaar van vorig jaar en juni van dit jaar, van 2000 naar ruim 5000 punten. Een zelden geziene, forse en snelle klim. Ook de extreem hoge omzetten en het stijgende percentage van nieuwe aandelenbeleggers deden vermoeden dat een scherpe beursval onvermijdelijk was. In enkele maanden ging er intussen bijna weer 40% af, tot 3000 punten.

Verplicht beursherstel

Het bleef een bizar gegeven. De forse beursstijging kwam er op een moment dat voor het eerst in decennia sterke twijfels werden geuit over de tweede economie ter wereld. En in de cijfers kon ook de gevoelige groeivertraging van de Chinese economie duidelijk worden opgemerkt. De consensusprognose voor dit en volgend jaar bedraagt respectievelijk 6,8 en 6,5%. Dat zijn cijfers die we de voorbije decennia niet meer gewend waren. Maar de reële groei ligt nog een flink stuk lager.

De Chinese overheid heeft zeker boter op het hoofd bij de enorme beurshausse, los van de economische fundamenten. De overheid lijkt dat te beseffen en probeert nu tot elke prijs de val te breken. Met renteverlagingen, een verbod op de verkopen door grote aandeelhouders, fusies tussen staatsmaatschappijen en het massale opkopen van aandelen door de China Securities Finance Corporation (CSFC). De meest verrassende en meest controversiële maatregel was de beslissing om de eigen munt, de yuan (CNY; ook wel renminbi genaamd, RMB), los te koppelen van de Amerikaanse dollar (USD) en die de facto te laten devalueren.

De geschiedenis leert dat overheidsoptreden hooguit tijdelijk een beursval kan stuiten. Dat is ook nu weer in China gebleken. Het was allemaal te kunstmatig en te geforceerd om een duurzaam effect te hebben. Wie er bijgevolg aan denkt zich, na de val, aandelenfondsen gericht op China aan te schaffen, zouden we toch aanraden dat zeer geleidelijk aan te doen. De rust zal wellicht nog niet meteen terugkeren. Tussentijdse dalingen bieden mogelijkheden, maar enkel vanuit een meerjarenoptiek.

Partner Content