Van gehaat tot geliefd
We zien weer voldoende argumenten om positiever tegenover de banksector te staan en te mikken op een herstel in de komende maanden. Maar een rechte lijn naar boven hoeft u niet te verwachten.
De afgelopen jaren hebben we weinig of geen aandacht geschonken aan de financiële sector, en vooral niet aan de Europese. We vertrouwden het zaakje al niet voor 2008, toen de bankencrisis in alle hevigheid losbarstte. Na het eerste herstel hebben de Europese bankaandelen het de jongste jaren absoluut niet goed gedaan. Ondanks het herstel van de afgelopen maanden presteerde de banksector ook het afgelopen jaar onder het marktgemiddelde. Over de voorbije twaalf maanden doet de Stoxx600 Banks-index het 6 procent slechter dan de Stoxx600. Over twee jaar bekeken loopt het verschil op tot 16 procent en over vijf jaar is er een erg hoog verschil van 37 procent.
Hoe is het zover kunnen komen? Zoals in veel andere zaken pakten de Europeanen de sanering van de bankbalansen na de crisis niet doortastend genoeg aan. Ze deden dat veeleer op zijn Japans dan op zijn Amerikaans. In de Europese Unie zijn er nog te veel instellingen die aan zombiebanken doen denken, met veel te weinig buffers. Vooral de Italiaanse banksector is nog erg ziek en zwaar ondergekapitaliseerd.
In de strijd tegen recessie en deflatie is de negatieve rente van de Europese Centrale Bank (ECB) ook geen hulp, want ze beperkt de winstcapaciteit. Dat winstmodel was sinds de bankencrisis al zwaar aangetast. Er is flink wat nieuwe regulering uitgevaardigd, die de winsten van de banken aan banden legde. Bovendien zeult een aantal instellingen nog altijd flink wat rechtszaken mee uit de wilde periode van midden vorig decennium. Die kunnen hen nog flink wat miljarden euro’s aan boetes kosten. In juni kwam daar nog de brexit bovenop, die tot een nieuwe paniekgolf in de financiële sector leidde. Maar dat kan voorlopig het dieptepunt zijn geweest.
Sinds ECB-voorzitter Mario Draghi in januari 2015 van start is gegaan met de kwantitatieve versoepeling (QE), is de gemiddelde winst van de Europese banken met 20 procent achteruitgegaan. De koersen daarentegen zijn gemiddeld met 30 procent gezakt. De erg negatieve perceptie tegenover de sector heeft voor erg aantrekkelijke waarderingen gezorgd. Zo worden de 44 waarden in de Stoxx600-Banks gemiddeld tegen slechts 0,75 keer de boekwaarde verhandeld (gemiddeld 1,7 keer voor de aandelen in de Stoxx600-index) en tegen 13 keer de verwachte winst voor 2016 (18 keer voor de Stoxx600-index). Ze noteren met een gemiddeld dividendrendement van 4,7 procent bruto, tegenover 3,5 procent gemiddeld voor de Stoxx600-index. Historisch bekeken kunnen we dan ook spreken over een erg lage waardering tegenover het marktgemiddelde.
Dubbele winst
Een lage waardering alleen is natuurlijk niet voldoende om voor een ommekeer te zorgen. Maar de verkiezing van Donald Trump als nieuwe president van de Verenigde Staten zou weleens de zweepslag richting die opwaartse trendwijziging in de koersen kunnen zijn. De lage rente en inflatie drukten op de bankresultaten. Maar de intentie van Trump om als president meer uit te geven, minder belastingen te heffen en dus de schulden te laten toenemen, joeg de voorbije dagen de lange rentevoeten in heel de westerse wereld naar boven. Dat komt de bankwinsten ontegensprekelijk ten goede.
Het plaatje voor de Europese banken wordt nog fraaier als de ECB de basisrente nog een tijdje laag houdt, gezien de nog altijd vrij lage groei in de eurozone en de politieke risico’s die dreigen, zoals het Italiaanse referendum, de Franse presidentsverkiezingen en de Duitse parlementsverkiezingen. Dat biedt de commerciële banken de mogelijkheid hun rentemarge op te trekken: de rente is hoger bij het lenen, terwijl de rente op spaartegoeden nog altijd laag is. Het effect op de winstgevendheid kan spectaculair zijn: 200 basispunten extra rentemarge bieden 50 procent winstgroei.
Niet vanzelfsprekend
Uit die argumentatie zou u kunnen afleiden dat beleggen in Europese bankaandelen zowat een no-brainer is. Maar niet alle problemen zijn met de verkiezing van Donald Trump van de baan. Naast het probleem van de zwaar ondergekapitaliseerde Italiaanse banken – dat erg acuut kan worden als het Italiaanse referendum in het nadeel van de regering-Renzi afloopt – is er natuurlijk ook Deutsche Bank. Die bank is zowat de meest risicovolle belegging in de Europese financiële sector, omdat ze weinig of niet rendabel is, in combinatie met een zwakke balans en een gigantische derivatenportefeuille.
De koerskatalysator op korte termijn is een akkoord met het Amerikaanse ministerie van Justitie over de boete die het de instelling oplegt. Een hogere boete dan verwacht kan de crisissfeer doen terugkeren. De Amerikanen claimen 14 miljard dollar voor de verkoop van rommelproducten in de periode 2005-2007. Deutsche Bank heeft maar een voorziening van 5,5 miljard euro aangelegd.
Herstelbeweging
Maar al die besognes lijken ons al in de waarderingen verrekend. De mindere prestatie van de financiële sector in de afgelopen maanden en jaren is wel heel extreem. Bovendien laten de resultaten – zeker in de Lage Landen – zien dat er in de huidige uitdagende omgeving wel degelijk behoorlijke winsten kunnen worden gemaakt. De cijfers van onder meer KBC waren op dat gebied geruststellend.
Het zal geen rechte lijn naar boven zijn, maar we zien voldoende argumenten om weer positiever tegenover de banksector te staan en te mikken op een herstelbeweging in de komende zes tot twaalf maanden. U kunt in individuele bankaandelen beleggen, waarbij we aanraden het risico niet al te zeer op te zoeken en zich bijvoorbeeld te beperken tot bankaandelen uit de buurt zoals KBC, ABN-AMRO, BNP Paribas en ING. Met het Italiaanse referendum voor de deur kan het geen kwaad even af te wachten.
Om met de voorbeeldportefeuille op dat herstel in te spelen hebben we een tijdje geleden gekozen voor een belegging in de tracker iSharesStoxx600 Banks (notering in Frankfurt; hoogste en laagste koers afgelopen twaalf maanden 21,8 en 12,1 euro; ISIN-code DE000A0F5UJ7), die de afgestrafte Stoxx600 Banks-index volgt (lees ook p. 11).
TRUMP, DE VRIEND VAN DE BANKEN
De verkozen Amerikaanse president Donald Trump zou met zijn verwachte expansionistische begrotingsbeleid niet alleen de inflatie aanwakkeren, hij kan ook de banksector een grote dienst bewijzen. Momenteel wordt onderhandeld over de Bazel IV-normen, denieuwe en strengere kapitaalnormen voor de banksector. Europa en Japan staan daar klassiek op de rem, omdat de nieuwe normen banken weer voor miljarden dollars en euro’s op kosten zou jagen, terwijl de Europese Centrale Bank (ECB) en de Bank of Japan (BoJ) een negatieve rente aan de banken aanrekenen. De instellingen in beide regio’s duwen hard door om de nieuwe verplichtingen af te zwakken.
De Verenigde Staten waren sinds de financiële crisis de grote pleitbezorger van strengere regels en hogere kapitaalnormen, maar Donald Trump zou weleens een bondgenoot van de banken kunnen zijn. Nieuwe regels moeten door het Amerikaanse Congres worden goedgekeurd, en dat zou onder druk van president Trump, die het niet zo begrepen heeft op regelneverij, weleens moeilijk kunnen worden. De sector die sinds de verkiezingsoverwinning van Trump het meest is gestegen op Wall Street, is die van de financials.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier