Telecom: verdriet en vreugde
Met de enorme tuimelperte die het Mobistar-aandeel afgelopen maandag maakte, werd een zoveelste trieste hoofdstuk in het verhaal van de Europese telecomsector sinds 2000 geschreven.
. Eind jaren negentig van vorige eeuw werd die nog gezien als een geweldige groeisector, maar dat is eigenlijk al een vijftiental jaar niet meer het geval in Europa. De TMT-hype van rond de eeuwwisseling deed niet alleen de beleggers, maar ook de bedrijfsleiders van de telecomgroepen in de wolken leven. Er werden fabelachtige bedragen aan overnames gespendeerd en gigantische sommen betaald voor 3G-licenties, zodat de sector met enorme schuldenbergen werd opgescheept. Dat leidde in de eerste jaren van deze eeuw tot enorme afslankingskuren, want de vooropgestelde, fameuze winstgroei bleef uit.
Zodra die grote herstructureringen achter de rug waren, profileerde de Europese telecomsector zich niet langer als een groeisector, maar als een defensieve sector met stabiele kasstromen en hoge dividenden. Voor de goede huisvader als het ware. Want intussen had zowat iedereen al een gsm en een internetverbinding. Ook dat verhaal klopt de jongste jaren niet meer. De combinatie van een gesatureerde Europese telecommarkt en de nationale en Europese druk op de tarieven leidt tot een waar bloedbad, met lagere winsten en verlaagde of geschrapte dividenden tot gevolg. Dat gebeurde ook bij Mobistar, maar het is geen alleenstaand geval in Europa. Ook de koers van Belgacom stond nooit zo laag als deze week. De Europese telecomoperatoren die hoofdzakelijk of uitsluitend in Europa actief zijn gebleven, hebben hun aandeelhouders de voorbije jaren weinig of geen vreugde gebracht. Eerst waren er nog de hoge dividenden als (gedeeltelijke) compensatie voor de koersval. Tot die er nu ook niet meer of minder dan voorheen zijn.
Sterke groei in opkomende landen
Dan is het verhaal van de telecommunicatiesector in de emerging markets toch wel anders. Vorige keer hadden we over de groeiende middenklasse in de opkomende landen, die een heel ander consumptiepatroon doet ontstaan. Wie kijkt naar de opkomende middenklasse, bij wie het jaarlijks te consumeren bedrag toeneemt van 7000 naar 9000 USD (de echte fase van versnelling in de consumptie), stelt vast dat communicatie met 10,2% de grootste toename kent. Gevolgd door transport (9,5%), opvoeding (8%), ontspanning (7,4%), huishoudinrichting (6,8%), bank- en verzekeringsproducten (6,1%) en gezondheidszorg (6,0%).
In veel opkomende landen heeft men het stadium van de vaste telefonie overgeslagen en springt men meteen mee op de golf van mobiele telefonie en internetgebruik. Naar schatting zullen in de periode 2010-2015 circa 700 miljoen Aziaten mobiele telefonie en internet beginnen te gebruiken. Een gigantische groeimarkt in China, India en Indonesië. Vandaar dat we hebben gezocht naar een Europees telecombedrijf dat wel tijdig (eerste investering in Azië reeds in 1997!) de stap naar de emerging markets heeft gezet en vandaag nog redelijk geprijsd is. We denken dat gevonden te hebben met het Noorse Telenor, dat eerder deze week de cijfers voor het tweede kwartaal publiceerde en uitvoerig wordt besproken in de ‘Flash’ van dit nummer. Waarschijnlijk wordt dat de eerste waarde voor het nieuwe thema ‘consumptie opkomende middenklasse’ in de voorbeeldportefeuille.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier