Sociale media in een dip
Ook nu er de jongste weken wat lucht uit de opgeblazen beurskoersen vloeide, zijn de sociale media aandelen allesbehalve goedkoop.
We besluiten onze reeks updates van vorige derivatenscenario’s met de stand van zaken bij zink (IB02B) en aandelen uit de socialemediasector (IB03B).
Koersen kunnen ook dalen
Er was de jongste weken veel te doen over de correctie van de technologieaandelen. Vooral de erg gehypte niche van de sociale media kreeg het zwaar te verduren. De correctie illustreerde nogmaals de tweedeling in de technologiesector. Bij klassieke technologiebedrijven als Microsoft, Intel, IBM, Cisco en Oracle – om er maar enkele te noemen – is de waardering niet exorbitant hoog en in sommige gevallen zelfs lager dan het marktgemiddelde. We wezen in IB03B echter op de flagrante overwaardering bij aandelen als Twitter, Facebook en LinkedIn.
Facebook verloor sinds de top ongeveer 20%, maar noteert nog altijd op het niveau van eind januari. Met een beurswaarde van 155 miljard USD tegenover een verwachte omzet van 11,4 miljard USD in het lopende boekjaar bedraagt de koers-omzetverhouding nog altijd 14. Bij Twitter ging het de eerste weken van de beurscarrière verschroeiend hard, maar een ontgoochelend kwartaalrapport later noteerde het aandeel 55% onder de topkoers. Intussen heeft de koers zich wat hersteld, maar de korting tegenover eind december bedraagt nog altijd 40%. Toch kan het aandeel met een koers-omzetverhouding van 21 moeilijk een koopje worden genoemd. LinkedIn bereikte vorig najaar al een topniveau en corrigeerde sindsdien met 40% naar het niveau van net voor de zomer, wat de koers-omzetverhouding op 10 bracht.
Moraal van het verhaal: ook nu er de jongste weken wat lucht uit de opgeblazen beurskoersen vloeide, zijn de sociale media aandelen allesbehalve goedkoop. Beleggers weten nu hopelijk dat deze aandelen ook kunnen corrigeren.
Drie maanden geleden hadden de grootste aanbieders van hefboomproducten – RBS Markets en ABN Amro Markets – nog geen turbo’s in het aanbod om short te gaan op Twitter. Dat is ook nu nog niet het geval. Omdat Twitter toen de short-kandidaat nummer één was, zochten we verder en vonden onze gading bij ING. De Twitter Sprinter Short (NL0010597464) die we voorstelden, noteert intussen 54% hoger. De hefboom is wel afgenomen naar 1,2. Intussen werd het aanbod uitgebreid en kunnen beleggers terecht bij twee andere sprinters met een hogere hefboom: NL0010678884 (1,8) en NL0010689378 (2,9).
Met de twee turbo’s met Facebook als onderliggende waarde liep het minder goed af. Het aandeel dook weliswaar fors lager, maar pas nadat het stoplossniveau werd bereikt. De les die we daaruit leren, is dat er bij zulke hypeaandelen een discipline moet zijn om de afstand tussen de stoploss en de referentieprijs nog hoger te kiezen. In het geval van de veiligste turbo short bleek zelfs een niveau van 20% nog niet veilig genoeg. Dat is bijzonder zuur, omdat nauwelijks enkele weken later al bleek dat de fundamentele redenering achter het shortscenario wel klopte.
Nieuwe shortconstructies zijn ook na de jongste correctie nog steeds het overwegen waard, met een voorkeur voor Twitter en Facebook.
Zink: dalend aanbod
Ons positief verhaal rond zink van begin dit jaar was gebaseerd op de evoluties aan de aanbodzijde. Door de prijsdaling van vorig jaar gekoppeld aan een toename van de productiekosten, werden heel wat zinkmijnen onrendabel. De prijs van een ton zink bedroeg begin dit jaar 2050 USD. Het vooruitzicht op een krapper marktevenwicht in de tweede jaarhelft liet de prijs al snel opveren naar 2150 USD, waardoor met de voorgestelde turbo long in enkele weken tijd een mooie winst kon worden gerealiseerd. Negatieve berichtgeving over de economische gezondheid van China liet zink al snel terugvallen naar 1950 USD. De jongste weken is de prijs terug opgeveerd naar 2070 USD.
Dit jaar zal het overaanbod verder afnemen en de International Lead and Zinc Study Group (ILZSG) verwacht vanaf 2015 zelfs weer een deficit. Geplande uitbreidingen worden uitgesteld en bij mijnen die zich aan de bovenkant van de kostencurve bevinden, gaan de sluitingen en de capaciteitsverminderingen gewoon door. Hoe snel het tot een deficit komt, hang vooral af van de evolutie aan de vraagzijde. Daar is het opnieuw China dat een cruciale rol speelt. Het land staat in voor 40% van de wereldwijde vraag en kan in zijn eentje het marktevenwicht in deze of gene richting doen overhellen. In die zin is het een goede zaak dat de Chinese overheid al verschillende infrastructuurinvesteringen heeft aangekondigd.
Een spectaculaire prijsstijging zit er – behoudens een schok aan de aanbodzijde – op korte termijn niet in. De voorraden geraffineerd zink zijn nog steeds comfortabel hoog en zorgen voor een buffer tegen eventuele tekorten door mijnsluitingen. Voorlopig zullen we bij zinktermijncontracten dus geen backwardation zien (situatie waarbij futures met een latere afloopdatum goedkoper zijn), wat bij andere basismetalen soms wel het geval was. Ook van fysieke premies voor onmiddellijke levering is geen sprake.
De turbo long NL0006471781met zink als onderliggende waarde die we in IB02B voorstelden, noteert intussen 6% hoger. We blijven gematigd positief voor zink op de middellange termijn. We verwachten dat de nieuwsstroom rond China en eventuele nieuwe evoluties aan de aanbodzijde op korte termijn de prijs zullen bepalen. Ook bij hefboomproducten met zink als onderliggende waarde pleiten we voor een voldoende hoge buffer tussen de referentieprijs en de stoploss. Bij certificaten of fysieke trackers is dat niet het geval, maar daar moet u dan wel met hogere beheerkosten rekening houden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier