Olie drijft niet langer boven
Waar ligt de bodem van de olieprijs? Dat is een veelgestelde vraag, nu de prijs van een vat Brent-olie al even onder 30 dollar per barrel is gedoken.
DE olieprijs staat nu meer dan 70% lager sinds de val midden 2014 werd ingezet. Toch zijn er voorspellingen van een olieprijs van 10 USD per vat. De wereldeconomie draait op een trager toerental. Dat heeft de groei van de vraag naar olie de jongste jaren afgeremd en onder het historische gemiddelde van +1% gebracht.
Maar deze oliecrisis vindt vooral aan de aanbodzijde plaats. Ze kan niet los worden gezien van de opkomst van oliewinning in de diepzee en via teerzanden, en vooral van de spectaculaire groei van schalieolie in de Verenigde Staten. Dat heeft Saoedi-Arabië deels van tactiek doen veranderen. Vroeger zou de streng islamitische woestijnstaat – een sleutelland binnen de OPEC vanwege zijn gigantische reserves – zijn productie hebben teruggeschroefd in geval van een overaanbod. Nu blijven de Saoedi’s verder olie oppompen en roepen zo de opmars van onder meer schalieolie een brutale halt toe. Die nieuwe producenten hebben hun kosten weliswaar al teruggeschroefd, maar ze hebben toch minimaalprijzen van 50 tot 60 USD per vat nodig om rendabel te produceren. Het gaat dus om marktaandeel, om dominantie.
Bovendien is er de vijandschap in het Midden-Oosten met dat andere grote OPEC-land, Iran. Soennieten tegen sjiieten. Iran wil na de opheffing van de sancties snel terug naar een olie-export van 500.000 vaten per dag, maar Saoedi-Arabië gunt hen duidelijk enkel een terugkeer langs de achterdeur. Maar zelfs voor de rijke woestijnstaat zijn er grenzen. Hun begroting is 90 miljard USD in het rood gegaan. Hun gemiddelde geschatte productiekosten van 27 USD per vat zijn misschien wel een referentiepunt.
De meeste experts gaan ervan uit dat we op middellange termijn (over enkele jaren) terug moeten richting 60 USD om een nieuwe omgekeerde oliecrisis te vermijden. Gezien de snelheid van de val verwachten we dit jaar de bodem voor het zwarte goud, al kan het best 2017 of later worden voordat de prijs weer echt een structureel opwaartse trend kent.
Alternatieve keuzes
In het thema energie zijn we voorlopig niet meer rechtstreeks belegd in olie- of oliedienstengroepen, maar ook andere domeinen in de energiesector hebben uiteraard te lijden onder de extreme val van de olieprijs. De uraniumprijs (Uranium Participation) lijkt wel een bodem te hebben gevormd, maar van een substantieel koersherstel is geen sprake. Voor Peabody Energy is de aanhoudende daling van de steenkoolprijs stilaan nefast. De vierdekwartaalresultaten van vandaag zijn dan ook cruciaal. Met het Duitse PNE Wind en Velcan Energy (lees p.6) ligt de focus veeleer op alternatieve of groene energie. Bij de uitbodeming zullen we eerst uitkijken naar de sterkste schouders om in te investeren: de oliereuzen zoals Royal Dutch Shell, Statoil (lees p. 5) en Total. Pas in tweede instantie kijken we terug naar de ‘betere’ oliedienstenspelers zoals Aker, Schlumberger en Technip.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier