Tijdelijk luxeprobleem
Voor de aandeelhouders van Louis Vuitton Moet Hennessy, kortweg LVMH, was 2013 geen grand-crujaar. De koers van het Franse luxe-imperium van Bernard Arnault verloor vorig jaar 5%, terwijl de CAC40-index steeg met 15%. Ook het aandeel van de belangrijke concurrent in het luxesegment, Richemont, presteerde zowat 20% beter. Het aandeel van LVMH stond een jaar geleden nog hoog gewaardeerd. De terugval van de organische omzetgroei (zonder rekening te houden met overnames en desinvesteringen) was een eerste heikel punt. De keten van meer dan 2500 eigen winkels en een zestigtal sterke merken realiseerde een organische omzetgroei van 8% over de eerste negen maanden van 2013 tegenover dezelfde periode het jaar voordien.
Daarmee dreigt 2013 het jaar met de laagste organische groei sinds vele jaren te worden. De jaarcijfers op 30 januari zullen dat wellicht bevestigen. De organische groei in 2012 bedroeg nog 9%. De totale omzetgroei van LVMH kwam in de eerste negen maanden van 2013 uit op 4%, of 20,71 miljard EUR, tegenover 19% groei, of 28,1 miljard EUR, over het hele boekjaar 2012, maar daar zat de integratie van de overname van Bulgari in vervat.
Minder modieus
De tweede verklaring voor de zwakke koersprestatie van LVMH blijkt uit een vergelijking van de afdelingen: de groei is vooral teruggevallen in de rendabelste divisies, en vooral in de grootste divisie, mode en lederwaren. De omzet van de afdeling met topmerken als Louis Vuitton, Fendi, Donna Karan, Givenchy en Kenzo daalde met 1%, maar er was wel nog 4% organische groei in de eerste negen maanden. Toch is dat een ontgoochelend cijfer voor de analisten, want in 2012 was die topdivisie nog goed voor 35% van de groepsomzet en zelfs 55% van de recurrente bedrijfswinst (rebit) door zijn rebit-marge van 33%, de hoogste van de groep. Bovendien was de winsttoename de geringste (+6%) op groepsniveau in 2012.
De andere divisie met een hoge winstmarge (rebit-marge 30%) is wijnen en sterkedranken, met de topmerken Moét & Chandon, Dom Perignon, Veuve Cliquot, Château d’Yquem en Hennessy. De omzetgroei was daar met 3% nog behoorlijk (7% organisch). Deze afdeling leverde in 2012 maar 15% van de groepsomzet, maar wel 21% van de rebit. De afdeling selectieve retailing omvat, naast de Sephora-shops, vooral de DFS Group, de grootste luxewinkelketen voor reizigers, met ruim 1100 winkels. Die divisie is een sterke groeier, met in de eerste negen maanden 16% omzetgroei en zelfs 19% organische groei. Selectieve retailing nadert zo in omzet met rassen schreden op mode en lederwaren (6,3 tegenover 7,1 miljard EUR in de eerste negen maanden van 2013). Maar de divisie is niet zo belangrijk voor de winst, gezien haar rebit-marge van 11% in 2012 (27% aandeel in groepsomzet, tegenover 14% in de rebit van 2012).
Wel positief is de gevoelige daling van de schuldgraad in de afgelopen vijf jaar. Er is weer ruimte voor een grote overname in mode en lederwaren zoals Armani of Dolce & Gabbana. Die kan het concern in 2014 opnieuw elan geven.
Conclusie
LVMH blijft een luxeconcern van topkwaliteit en kan via een belangwekkende overname dit jaar weer in de beleggersbelangstelling komen. Tegen 16,5 keer de verwachte winst voor 2014 en 9 keer de verhouding tussen de ondernemingswaarde (ev) en de bedrijfskasstroom (ebitda) wordt de waardering weer aanvaardbaar. We verhogen het advies en leggen een aankooplimiet voor de voorbeeldportefeuille.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier