Gouden ommekeer in zicht
Belangrijke voorwaarden voor een nakende bodem van de goudprijs zijn al aanwezig.
Een van onze verwachtingen voor 2016 is dat, tegen de algemene consensus in, een einde komt aan de nu al bijna vijf jaar durende berenmarkt van het goud en de goudmijnen. De dalende tendens bracht het bekendste edelmetaal niet naar 2000, 3000 of 5000 USD per ounce, maar richting 1000 USD. En de consensus keerde dat het gele metaal alleen maar verder kan dalen naar 800 of 500 USD per ounce. ‘Goud is out’ vat de wijdverspreide consensus kort en bondig, maar correct samen.
Daarmee is al de belangrijkste voorwaarde aanwezig om een bodem voor zeer vele jaren te maken. Het sentiment is uitermate negatief. Sommige sentimentsindicatoren staan zelfs op een dertienjarig dieptepunt. Daarnaast is het opvallend dat de jongste weken en maanden, in tegenstelling tot de voorgaande jaren, de goudmijnen het relatief beter doen dan het edelmetaal zelf. Dat wijst doorgaans op een nakende bodem. Tot slot zijn de schuldniveaus in de wereld blijven stijgen na de financiële crisis, terwijl de groei van de wereldeconomie niet echt meer wil aanslaan, ondanks het uiterst soepele monetaire beleid. Het rotsvaste vertrouwen in de centrale banken begint dan ook af te brokkelen. De onzekerheid daarover zal dit jaar alleen maar toenemen.
Ergste berenmarkt
De goudprijs mag dan al een zware daling hebben ondergaan sinds het voorjaar van 2011, de terugval met 45% van de goudprijs verbleekt bij de 83% gemiddelde koersdaling van de goudmijnaandelen. Dat betekent dat een goudmijnaandeel dat in april 2011 op 100 stond, onlangs is neergeploft op 17. In de voorbije halve eeuw was er nooit zo’n erge berenmarkt voor de goudmijnsector. Gemiddeld bleef de daling in het verleden beperkt tot 60%. Terwijl vijf jaar geleden gemiddeld nog tot 20 keer de kasstroom voor een Noord-Amerikaanse goudmijn werd betaald, is dat vandaag gezakt naar 4,8 keer. Kort geleden werd het gemiddelde goudmijnaandeel gedumpt tegen amper 0,5 keer de boekwaarde.
Als we naar de gemiddelde duur van de stierenmarkt in goudmijnen kijken, komen we uit op 216 weken of zowat vier jaar. Veel aantrekkelijker is het gemiddelde stijgingspercentage van 450%. Hier ligt dus heel wat potentieel en daarop willen we uiteraard inspelen. De positie in de Market Vectors Goldminers (ticker GDX),de bekendste tracker op goudmijnen, hebben we de voorbije maanden al uitgebouwd. Daarnaast starten we nu met de opbouw van een positie in Franco-Nevada (ticker FNV), het royalty- en streamingbedrijf dat mede door de lage prijzen van edelmetalen onlangs een aantal lucratieve overeenkomsten wist af te sluiten (lees p. 7).
De beurstrend is nu nog opwaarts gericht. Als dat in de loop van het jaar zou veranderen, zullen we eerder opteren voor een positie in het edelmetaal zelf. Een particulier opteert het beste voor een rechtstreekse belegging in fysiek goud voor de komende jaren. Een alternatief is de onrechtstreekse belegging in een goudtracker, zoals de SPDR Gold Trust (ticker GLD) of de Gold Bullion Securities, eerder gericht op de Europese belegger, met noteringen in Londen en Parijs.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier