De verrijzenis van Japan
De Japanse economie is aan de beterhand, al blijven er belangrijke uitdagingen op lange termijn. We denken dat de Japanse beurs zich sinds eind 2012 weer in een langdurige stierenmarkt bevindt.
U zult het misschien moeilijk kunnen geloven, maar op 14 augustus werd bekendgemaakt dat de Japanse economie in het tweede kwartaal met 1 procent is gegroeid tegenover het kwartaal daarvoor. Op jaarbasis is dat een klim met 4 procent. Het land heeft de sterkst groeiende economie onder de zeven rijkste industrielanden. De Japanse economie groeit anderhalve keer sneller dan de Amerikaanse, twee keer sneller dan de Duitse en zelfs vier keer sneller dan de Italiaanse. Het tweede kwartaal van 2017 was al het zesde opeenvolgende trimester dat de Japanse economie een groei liet optekenen.
Japan was toch dat land dat kampte met immense problemen? Door de sterkere groei van de wereldeconomie blijft de export als vanouds een belangrijke factor voor het economische herstel van Japan. Maar erg hoopgevend is dat de binnenlandse vraag aantrekt en dat zowel de private consumptie als de bedrijfsinvesteringen zich op het hoogste peil bevindt sinds het eerste kwartaal van 2014. Dat was vlak voor de Japanse eerste minister Shinzo Abe de grootste vergissing in zijn economische beleid beging sinds hij eind 2012 aan de macht kwam: hij verhoogde de consumptiebelasting (de btw bij ons). De private consumptie staat tegenwoordig voor 57 procent van het Japanse bruto binnenlands product (bbp) en liet in de periode van april tot juni een toename van 0,9 procent zien tegenover de periode januari-maart. De bedrijfsinvesteringen namen zelfs toe met 2,4 procent.
Stevige rugwind
De Japanse economie werd de afgelopen jaren het meest vooruitgeholpen door de kwantitatieve versoepeling (QE) van de Bank of Japan. De Japanse centrale bank doet in verhouding tot het bruto binnenlands product (bbp) het veelvoud van wat de Federal Reserve heeft gedaan. In oktober 2016 heeft de instelling het monetaire beleid helemaal ondergeschikt gemaakt aan het begrotingsbeleid door te kiezen voor de controle van de rentecurve. De bedoeling is de tienjarige rente nog een hele tijd op of rond het nulpunt te behouden. Daarvoor springt het flexibel om met de looptijd van het gekochte overheidspapier en de omvang van de aankopen.
De Bank of Japan blijft veruit de ijverigste centrale bank ter wereld en koopt bijvoorbeeld ook grote pakketten aandelen (10 miljard dollar op jaarbasis), wat de Japanse beurs stevig ondersteunt. Daarnaast zet het aangepaste monetaire beleid de institutionele investeerders ertoe aan vastrentend papier – dat kan leiden tot rendementsverlies, mogelijk tot een negatieve reële rente van 2 procent – om te zetten in aandelen. Het aandelenpercentage was in de portefeuilles gezakt tot het laagste niveau in 35 jaar. Bovendien stimuleert dat beleid bedrijven om eigen aandelen in te kopen, waar Japanse bedrijven steeds meer op ingaan.
Enorme uitdagingen
Maar dit wordt geen eenzijdig hoera-artikel over de Japanse economie. De uitdagingen voor het land blijven bijzonder groot. Zo willen de Japanse regering en de Japanse centrale bank al jaren dat de inflatie terugkeert naar 2 procent – dezelfde doelstelling als de Europese Centrale Bank dus. Op die ambitie bijt de Japanse overheid ook nog altijd de tanden stuk. Ondanks het sterke groeicijfer in het tweede trimester bleef de Japanse inflatie in juni beperkt tot 0,4 procent. Het is al erger geweest (chronische deflatie), maar het cijfer is nog een heel eind verwijderd van de beoogde doelstelling.
Geen onbelangrijke factor is dat Japan de meest vergrijsde bevolking ter wereld heeft. Bovendien neemt de bevolking al acht jaar af. In 2015 waren er 1,3 miljoen overlijdens tegenover 1 miljoen geboortes. Bijna een kwart (24,5%) van de bevolking is ouder dan 65 jaar en de prognoses luiden dat dit tegen 2050 ongeveer 40 procent zal zijn. Bovendien heeft het land de hoogste overheidsschuld, met ongeveer 250 procent ten opzichte van het bbp.
Redelijk gewaardeerd
De Japanse economie is aan de beterhand, al blijven er belangrijke uitdagingen op lange termijn. In die context zijn we ervan overtuigd dat de Japanse beurs dit en de komende jaren een stevig potentieel heeft. We denken dat de Japanse beurs sinds eind 2012 uit een lange structurele berenmarkt is geklommen (1989-2012) en zich weer in een langdurige stierenmarkt bevindt (opwaartse beurstendens). We denken dan ook dat het nog altijd interessant is als diversificatie van de aandelenportefeuille een beperkt percentage te beleggen op de Japanse beurs.
Tussen de zomer van 2015 en midden vorig jaar onderging de Japanse beurs een gevoelige correctie. Na de piek op 21.000 punten volgde een duik richting 15.000 punten in februari, en nog eens een in juni 2016. We denken dat het om een dubbele bodem ging en dat toen een nieuwe opgaande fase op gang is gekomen, die ons minstens boven de vorige piek van 21.000 punten zal brengen. In mei stonden we op amper enkele procenten van de top uit 2015, maar sindsdien plafonneert de Nikkei-index.
De evolutie van de Japanse yen is een belangrijke factor voor de perspectieven van de Japanse beurs. De forse daling van de munt ten opzichte van de dollar in de tweede helft van vorig jaar was het startsein voor een nieuwe opgaande beweging van de Japanse aandelenmarkt. Maar sinds kort moeten we natuurlijk spreken over een zwakke dollar en dat remt de opmars duidelijk af.
Japanse aandelen zijn nog altijd aantrekkelijk geprijsd. Het gemiddelde Japanse aandeel wordt verhandeld tegen 16,5 keer de verwachte winst 2017, 1 keer de omzet en 1,6 keer de boekwaarde, tegenover 18 keer de verwachte winst, 1,3 keer de omzet en 1,9 keer de boekwaarde voor een gemiddeld Europees aandeel in de Stoxx600-index, en 21 keer de verwachte winst, 2,1 keer de omzet en 3,1 keer de boekwaarde voor een gemiddeld Amerikaans aandeel in de Standard&Poor’s500-index.
Nieuwe haussefase
Japanse aandelen hebben eigenlijk nog maar een beperkte rerating ondergaan in termen van hun waardering, ondanks de ultralage rente. Het koersherstel van de afgelopen jaren heeft de heropleving van de bedrijfswinsten gevolgd. Die bedrijfsresultaten blijven ook dit jaar verbeteren. Koppel daaraan de te verwachten herwaardering van de beurs door de aanhoudende aankopen van de Bank of Japan, het versterken van de posities door particuliere en institutionele beleggers (nationaal en internationaal) en het verhogen van de inkopen van eigen aandelen door de Japanse ondernemingen. Opgeteld komt dat neer op positieve beursperspectieven voor de komende jaren. Elke noemenswaardige terugval biedt dan ook kansen vanuit een meerjarenperspectief.
Er zijn verschillende trackers om in te spelen op het herstel van de Japanse aandelenmarkten. Het verschil is gelegen in de onderliggende index die wordt gebruikt en het al dan niet afdekken van het valutarisico (en tegenover welke munt dat gebeurt). Onze favoriet is de grootste Europese Japantracker, iShares MSCI Japan EUR hedged ETF. Die tracker behoort tot de iShares-fondsengroep van uitgever BlackRock Asset Management en is ruim zes jaar op de markt. De onderliggende waarde is de MSCI Japan-index. Die telt driehonderd Japanse grote en middelgrote bedrijven. Door de sterke spreiding is het gewicht van de individuele posities beperkt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier