Stijn Fockedey

Waarom het goed is dat Twitter over censuur communiceert

Stijn Fockedey Hoofdredacteur a.i.

De socialenetwerksite Twitter is onder vuur komen liggen nadat het bekend maakte dat ze vanaf nu berichten zal filteren en censureren in bepaalde landen om er aan de wetgeving te voldoen. Maar de kritiek is buiten proportie.

Misnoegde gebruikers riepen ook om vandaag niet te twitteren of de speciale hashtag (trefwoord) #twitterblackout aan berichten te hangen. Twitter verdedigde zich tegen de kritiek en wees er op dat het met het nieuwe mechanisme veel beter kan filteren. En het ziet er naar uit dat het een pragmatische oplossing is.

Twitter is een multinational en net zoals alle andere bedrijven staat het niet boven de wet in de landen waar ze actief zijn. Hoezeer die regelgeving ook tegen de borst kan stuiten.

Rond internetbedrijven hangt vaak een zweem van idealisme. Het promoten van het recht op vrije meningsuiting lijkt er soms belangrijker dan of het bedrijf winst maakt. Het officiële motto van zoekmachine Google is zelfs “Do not Evil”.

Een internetbedrijf mag niet worden afgerekend op het feit dat het in bepaalde gevallen zichzelf censureert om aan lokale wetgeving te voldoen. Maar socialenetwerksites worden een cruciaal onderdeel van ons sociaal weefsel. De lakmoesproef zou daarom moeten zijn of het zijn gebruikers voldoende beschermt.

Enkele jaren geleden kwam Yahoo zwaar in de problemen toen uitlekte dat het actief had meegewerkt aan de vervolging van een Chinese dissident door informatie aan de autoriteiten door te spelen. Dat zijn zaken die niet kunnen.

Google trok zelfs gedeeltelijk weg uit China uit protest na cyberaanvallen op de e-mailaccounts en gebruikersprofielen van dissidenten. Google uitte het vermoeden dat de Chinese overheid zelf achter de aanvallen zat en zette daarom een deel van haar activiteiten stop in China.

Toen in Tunesië de revolutie losbrak, ontdekte Facebook dat de Tunesische overheid een de lokale internetproviders verplichte een speciaal en gesofisticeerd virus op hun netwerken los te laten. Daardoor kon de overheid de wachtwoorden en login-gegevens van Tunesische Facebookgebruikers stelen en hun dus op de socialenetwerksite wilden bespioneren. Facebook nam direct maatregelen en zorgde voor een betere beveiliging voor de Tunesische gebruikers.

En Twitter heeft al in verschillende gevallen bewezen dat het zijn gebruikers voldoende probeert beschermen. Na het uitlekken van geheime memo’s van de Amerikaanse overheid op de klokkenluidersite Wikileaks, werd het zwaar onder druk gezet door de veiligheidsdiensten om informatie van gebruikers die twitterden over die memo’s, vrij te geven. Pas onder gerechtelijke dwang gaf het wat informatie, maar het informeerde eerst de gebruikers in kwestie.

Het is overigens geen ver-van-ons-bed-show. Het gaat er om dat de fiscus niet zomaar inzage krijgt in uw Facebook-account of e-mail. In het westen liggen er een pak wetsvoorstellen die internetproviders zou verplichten om zijn eigen klanten te bespioneren en actief mee te werken aan de vervolging van zij die illegaal auteursrechtelijk materiaal verspreiden. Maar de vrees bestaat dat die regelgeving ook gebruikt zal worden om gebruikers voor andere zaken aan te pakken. Privacy op socialenetwerksites draait dus niet alleen om dronkemansfoto’s die een carrière kunnen schaden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content