(Belga) Meer mensen dan ooit tevoren hangen af van visvangst of aquacultuur om zich te voeden of als inkomstenbron. Dat blijkt uit het jongste rapport van de FAO, de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties.
Volgens de FAO bedroeg de totale productie van visvangst en aquacultuur 158 miljoen ton in 2012. Dat is 10 miljoen ton meer dan in 2010. Vooral bij gekweekte vis is er de voorbije jaren een sterke toename. Dat aandeel steeg tot 90 miljoen ton, terwijl de visvangst onveranderd bleef. De FAO wijst erop dat het kweken van vis beantwoordt aan de stijgende vraag naar voedsel door de groei van de wereldbevolking. Vis wordt dus alsmaar belangrijker: zo’n 10 à 12 procent van de wereldbevolking leeft ervan. De sector is goed voor 60 miljoen banen, waarvan 84 procent in Azië en 10 procent in Afrika. De tewerkstelling in de sector groeit sneller dan de bevolkingstoename. Vis wordt ook in voeding alsmaar belangrijker. De visconsumptie is gestegen van 10 kg per capita in de jaren 1960 tot meer dan 19 kg in 2012. Vis staat nu in voor bijna 17 procent van de proteïnebehoefte bij de bevolking. In sommige kustgebieden is dat zelfs 70 procent, berekende de FAO. Duurzaamheid blijft wel een probleem. Zo is bijna 30 procent van het wereldwijde visbestand het slachtoffer van overbevissing. Al ziet de FAO wel een trendbreuk, “een positief signaal in de goede richting”. Bij de gekweekte vis waarschuwt de organisatie dat er meer diversiteit moet zijn van soorten en van kweekmethodes. (Belga)
