Alain Mouton

Vakbonden hebben hun visie op hoge fiscale druk niet gewijzigd

Alain Mouton Redacteur bij Trends

Ondanks hun pleidooi voor lagere loonlasten zijn de vakbonden de fase van de negatie van de Belgische economische knelpunten nog niet echt voorbij.

Ondanks hun pleidooi voor lagere loonlasten zijn de vakbonden de fase van de negatie van de Belgische economische knelpunten nog niet echt voorbij.

Het was zowaar een verademing. ABVV-voorzitter Rudy De Leeuw die tijdens zijn 1 mei-toespraak een pleidooi hield voor een verlaging van de loonkosten. Een week voordien had het ACV op een congres een vergelijkbaar discours laten horen. Nadat de vakbonden jarenlang het probleem van de hoge loonkost hebben ontkend, blijken ze nu in te zien dat dit een onze concurrentiekracht fundamenteel onder druk zet. Voortschrijdend inzicht heet dat.

De vakbonden lijken daarmee met één voet de 21ste eeuw ingestapt. Maar volgt de tweede voet? Wordt straks effectief werk gemaakt van een verlaging van de loonkosten? België torst een historische loonkostenhandicap van 25 procent. In het ‘Zakboekje concurrentiekracht 2013’ publiceert het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) de ranking uit het Global Competitiveness Report van het Wereld Economisch Forum. Daarin staat België op de zeventiende plaats, twee plaatsen lager dan een jaar geleden. Onder andere de Scandinavische landen, Nederland en Duitsland staan vóór België.

Hebben die cijfers de vakbonden ertoe gebracht de fase van de ontkenning achter zich te laten? Er is zeker geen reden tot euforie. Een aantal elementen wijst erop dat de syndicale wereld in het loonkostendebat niet met één stem spreekt. Daar komt nog bij dat de PS van premier Elio Di Rupo en voorzitter Paul Magnette, die een rechtstreekse lijn onderhoudt met het ABVV, het loonkostenprobleem blijft negeren. Terwijl Rudy De Leeuw bijna euforisch sprak over 150.000 extra jobs dankzij een loonkostenverlaging, hield Anne Demelenne, de nummer twee van het ABVV, op de Franstalige tv-zenders een ander discours. Zij benadrukte dat de echte loonkosten dankzij allerlei subsidies een stuk lager liggen dan de cijfers van Eurostat. Dat is een kopie van het betoog van premier Elio Di Rupo, die voorspelde dat de loonkostenhandicap volgend jaar zal dalen tot 1,4 procent. De manier waarop de eerste minister het concurrentieprobleem van de Belgische bedrijven blijft negeren, is stuitend.

De vakbonden en de PS zijn de fase van de negatie van economische problemen dus zeker nog niet echt voorbij. Dat blijkt ook uit het feit dat ze aan een mogelijke verlaging van de kosten op arbeid een belangrijke voorwaarde koppelen: de belasting op kapitaal moeten omhoog. Ze vergeten gemakshalve dat andere landen hun vermogensbelastingen al een tijdje afbouwen omdat ze niet efficiënt zijn.

Voor de vakbonden blijft een verschuiving van de belastingdruk het enige bespreekbare. De totale belastingdruk in Europa ligt op 38,8 procent. België komt aan 44,1 procent. Enkel Denemarken (47,7%) en Zweden (44,3%) gaan ons land nog voor. Maar een verlaging van de totale fiscale druk is voor de vakbonden niet aan de orde. Want dat zou betekenen dat het dure staatsapparaat moet worden afgebouwd en dat er een rem komt op door de overheid gedopeerde jobcreatie. De vakbonden zullen pas met twee voeten in de 21ste eeuw staan als ze beseffen dat een verlaging van de fiscale druk en dus van het overheidsbeslag de beste garantie is voor groei en werkgelegenheid.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content