Unizo oppert verlaging rendementsgarantie voor werkgever

(Belga) Het aanvullend pensioen blijft nuttig om mensen aan een goed pensioen te helpen, maar het systeem van rendementsgarantie moet herbekeken worden. Risico’s moeten meer gespreid worden onder verzekeraars, werknemers en werkgevers. Dat meent werkgeversorganisatie Unizo, die een aanpassing aan de economische context – en dus een verlaging – voorstelt van het rendement dat de werkgever moet garanderen.

Unizo meent dat de tweede pensioenpijler “nuttig blijft” en veralgemeend moet worden. Maar een veralgemening moet, volgens Unizo, “kaderen binnen een algemeen loonkostenverhaal”. De werkgever moet de garantie krijgen dat hij zich geen financiële risico’s op de hals haalt. Momenteel krijgt een werknemer met een aanvullend pensioen een bij wet gegarandeerd rendement van 3,75 procent op wat hij zelf bijdraagt, en 3,25 procent op wat de werkgever bijdraagt. Die rendementen worden uitbetaald door de pensioenverzekeraars, die tot dusver de wettelijke minima waarborgden. Maar nadat enkele verzekeraars zoals AXA en Mercator recentelijk beslisten de gewaarborgde rente op nieuwe contracten te verlagen, besloot AG Insurance nu ook de gewaarborgde rente voor nieuwe stortingen op bestaande contracten te verlagen. De wet bepaalt dat werkgevers tekorten moeten bijpassen als verzekeraars te weinig rendement bieden. “Nu liggen alle risico’s bij de werkgever. Dit moet worden gespreid: zowel werkgever, verzekeraar als werknemer zouden gezamenlijk het risico moeten dragen”, meent Unizo. De organisatie stelt voor dat het rendement dat de werkgever moet garanderen, aangepast wordt aan de economische context, en dus verlaagd wordt. (KAV)