Taxidienst Uber verdient het voordeel van de twijfel

De klassieke taxicentrales in Brussel proberen Uber te verbieden en vinden gehoor bij de overheid. Maar de nieuwe taxidienst verdient een kans, opdat er meer concurrentie in de vermolmde sector komt.

De Brusselse taxibedrijven hebben hun slag thuis gehaald. Enkele voertuigen die reden voor de Amerikaanse taxidienst Uber werden in beslag genomen. Uber is een online taxicentrale; klanten zoeken via een app op hun smartphone een chauffeur.

De dienst was nog maar pas beschikbaar in Brussel. Particuliere chauffeurs kunnen zo een centje bijverdienen. Zij hebben echter geen taxivergunning en hun wagens voldoen niet noodzakelijk aan de voorschriften. Daarom liet de Brussels minister van Vervoer, Brigitte Grouwels, de voertuigen in beslag nemen. De klassieke taxibedrijven hadden bij de minister gelobbyd om Uber te verbieden.

Het lijkt alsof Goliath David probeert te vermorzelen nog voor het gevecht begonnen is. De realiteit is genuanceerder. Uber is geen klein duimpje. Google pompte er onlangs enkele miljoenen in, waardoor Uber op papier 2,7 miljard dollar waard is. Het werkt over de hele wereld met tienduizenden zelfstandige chauffeurs. In ruil voor een percentage van hun gage, brengt het klanten aan en verwerkt het de transactie. De website TechCrunch schat de jaaromzet op meer dan 150 miljoen euro. De kosten voor taxivergunningen kunnen dus echt geen probleem zijn.

Maar net als vele andere internetbedrijven presenteert Uber zich graag als onbaatzuchtige wereldverbeteraar die de consument uit de klauwen de traditionele bedrijven komt redden. Dat imago kreeg in korte tijd al een paar lelijke krassen. In de VS kwam Uber in opspraak door zijn tariefbeleid. Op piekmomenten schieten de tarieven omhoog, om voldoende chauffeurs te verleiden. Uber rekende tijdens een sneeuwstorm een paar honderd dollar voor een rit in New York; bij beter weer kost die vijftien dollar. Al dient gezegd dat Uber de enige taxidienst was die toen nog min of meer functioneerde.

Volgens Uber zijn de piekprijzen de enige manier om het aanbod op de vraag af te stemmen. Helaas lekte onlangs uit dat Uber op Valentijnsdag in San Diego het aantal chauffeurs beperkte en zo de prijzen kunstmatig hoog hield. Bovendien blijft het ook in die periodes vasthouden aan zijn nogal ruime marge van 20 procent. Dat wekt op zijn minst de indruk dat het in de eerste plaats om de eigen centen te doen is, en dat de chauffeurs belangrijker zijn dan de klant. Precies wat Uber de klassieke taxidiensten verwijt.

Toch verdient Uber het voordeel van de twijfel, op voorwaarde dat de nieuwkomer het spel fair speelt. Het is een innovatieve dienst die in de VS de taxisector een broodnodig shot adrenaline heeft gegeven. Ook in België is concurrentie in de conservatieve taxisector welkom. De overheid moet pragmatisch optreden en nieuwe spelers niet kapotreguleren. Een aantal eenvoudige voorwaarden volstaan om de consument te beschermen. Dat gebeurde al voor AirBnb. De website waarlangs particulieren kamers verhuren aan toeristen is razend populair, maar illegaal in veel steden. New York laat die verhuur sinds kort toe onder voorwaarden, ondanks luid protest van de hotelsector. De Amerikaanse stad vertikte het om de traditionele spelers een hand boven het hoofd te houden. Ze koos voor meer concurrentie, altijd de beste keuze.