Bekoji: waar gerst en olympische kampioenen groeien

De gerstvelden in Bekoji. © AB Inbev

De zoektocht naar een inspirerend verhaal over gerst brengt Brewed By Nature, een gloednieuw project van AB InBev, naar het Ethiopische stadje Bekoji. Een opmerkelijke broedplaats voor Olympische atleten.

Twee slierten atleten rennen in het prachtige decor van net geoogste gerstvelden, rijen eucalyptusbomen en groene bergen. Ik stel vast dat ik méér naar adem moet happen dan de in zwart-blauw-wit trainingspakken gestoken jongedames en -heren in volle inspanning. We bevinden ons in Bekoji, hartje Ethiopië. Op 2800 meter hoogte. De lucht is dun en ijl, maar zuiver.

Die speciale lucht is een van de redenen waarom Bekoji, zeker in de sportwereld, een begrip is geworden. Op deze plek bloeiden Olympische kampioenen open als Derartu Tulu (goud op de 10.000m in Barcelona 1992 en Sydney 2000), Fatuma Roha (goud op de marathon in Atlanta 1996), Tirunesh Dibaba (goud op de 10.000m in Beijing 2008 en Londen 2012) en Kenenisa Bekele (goud op de 5000 en de 10.000m in Beijing 2008) onder de deskundige leiding van de plaatselijke coach Sentayehu Eshetu. De afgelopen twee decennia veroverden de Bekojians liefst 16 Olympische medailles (waarvan 10 gouden) en meer dan 30 wereldkampioenstitels in het langeafstandslopen.

SLANKE KUITEN

Het geheim achter dit merkwaardige stadje werd onthuld in Town Of Runners, een documentaire film uit 2012 van de Britse producer Dan Demissie (zelf iemand met Ethiopische roots) en regisseur Jerry Rothwell. Vanaf 2008 volgden zij in Bekoji vier jaar lang de ontwikkeling van enkele jonge atleten. Een van die jongelingen, tevens de vertelstem in de film, was Biruk Fikadu. Vandaag fungeert hij zowat als de rechterhand van Sentayehu Eshetu, door iedereen hier met ‘Coach’ aangesproken. Het Bekoji Youth and Sports Office, waarvoor Fikadu werkt, ontvangt geregeld buitenlandse gasten en gunt hen, tegen betaling, een blik in de interne keuken van deze kweekvijver van topatleten.

Arsi, de regio waartoe Bekoji behoort, is deel van de Great Rift Valley, waar ook de provincie Nandi in Kenia onder valt. Dat dit gebied zoveel langeafstandskampioenen levert, is wetenschappelijk te verklaren. Volgens bioloog Yannis Pitsiladis van de University of Glasgow is het volk hier door de eeuwen heen gewend geraakt aan het soms extreem warme en droge klimaat. Kenmerkend voor de inwoners zijn de lange, dunne ledematen die het lichaam toelaten om snel af te koelen. De slanke kuiten en enkels helpen dan weer om minder energie te verbruiken tijdens het lopen. Bovendien spring je op deze hoogte, dankzij de aanmaak van rode bloedcellen, efficiënter om met zuurstof. Naast de genetische en geografische factoren speel ook het rond gerst draaiende dieet een rol.

TOVERDRANKJE

Dat laatste was een van de openbaringen in de documentaire Town Of Runners en trok de aandacht van AB InBev, toen het concern de kiem legde voor een nieuw initiatief. Brewed By Nature, dat wil inzoomen op de natuurlijke ingrediënten van ons bier – in de eerste plaats gerst. Brewed By Nature wil dit ‘vergeten graan’ – lang geleden ook in de Belgische keuken populair – in ere herstellen. Het is daarom dat Alex Joseph, chef van Rouge Tomate in Brussel, ons vergezelt op deze reis. Hij opent voor Brewed By Nature in oktober een pop-up restaurant op de Grote Markt in Brussel en komt hier in Bekoji inspiratie halen

RISKY BUSINESS

De schone, gezonde lucht van Bekoji staat in schril contrast met die van hoofdstad Addis Abeba. Het chaotische verkeer van aftandse auto’s zorgt daar voor een pollutie van heb ik je daar. We zijn in Addis Abeba om Tirfi Tsegaye (31) te ontmoeten. Deze marathonloopster bereidt zich hier voor op Rio – gelukkig niet in het van uitlaatgassen vergeven stadscentrum zelf, maar in de heuvels errond. Ze vertelt over haar jeugd in Bekoji. “Mijn school was op twee uur lopen van huis, langs een behoorlijk lastig parcours. Steeds op en neer. Op een dag zag ik op tv een reportage over de trainingen van coach Sentayehu Eshetu. Omdat hij mijn interesse zag, stimuleerde mijn vader mij om aan die trainingen deel te nemen. In eerste instantie louter voor recreatieve doeleinden; ik was me er toen helemaal niet van bewust dat je van lopen je beroep kon maken. Mijn moeder was minder enthousiast; zij had liever gehad dat ik haar in huis zou helpen op de momenten dat ik ging trainen.”

Tirfi Tsegaye volgde, zoals gebruikelijk is, enkele jaren een programma bij Eshetu. Aangemoedigd door Coach, ging ze op zoek naar een atletiekclub. Een risky aangelegenheid in Ethiopië. Sommige clubs zijn zo slecht georganiseerd dat ze al menig talent verknoeiden. Tsegaye had het geluk de juiste mensen te treffen. Netsanet Gudeta (24), gespecialiseerd in cross country en halve marathon (disciplines die niet op het programma van de OS staan), sloeg een aantal stappen in het proces over. Na blootvoets de scholencompetitie in een ander district gedomineerd te hebben, kwam ze in Bekoji bij Coach terecht. Ze bleef er slechts twee à drie maanden, alvorens weggekaapt te worden door managers uit Addis en door te breken in de cross country. Zo kan het dus ook.

HOOP OP OLYMPISCH GOUD

In januari dit jaar stelde Tirfi Tsegaye haar persoonlijke besttijd scherp op 2:19:41 tijdens de marathon van Dubai. Op 18 april werd ze nog tweede in Boston. Of ze goed evolueert richting Rio, vraag ik aan de coach van de atletiekfederatie. “Haar conditie is nu (begin juni, pvd) goed, maar nog niet 100 procent. Elke dag zie ik evenwel verbetering. Rusten en focussen is de boodschap. Momenteel traint ze ‘s morgens heel hard: zo’n 30 à 40 kilometer. In de namiddag nog eens tussen de 10 en 12 kilometer. Op een week tijd legt ze ongeveer 200 kilometer af.”

Tirfi Tsegaye legt ongeveer 200 kilometer af op een week.

Als je uit Bekoji komt en naar de Spelen gaat, zijn de verwachtingen automatisch hooggespannen. Haar regio, en bij uitbreiding haar land, heeft een reputatie in stand te houden. Tsegaye is bijna verplicht met een medaille terug te keren en dat weet ze. “Ik wil de marathon winnen en de Ethiopische vlag zien wapperen”, stelt ze onomwonden. Een medaille halen is geen makkelijke opdracht, maar haalbaar volgens de federatie-coach. “De manier waarop ze recupereerde van Boston is zeker een goed signaal. Soms hebben atleten enkele maanden nodig om te bekomen van zo’n grote race, maar bij Tirfi merk ik nauwelijks sporen van vermoeidheid. Een marathon is wel onvoorspelbaar. Hoe kiplekker je je ‘s morgens ook voelt, halverwege de wedstrijd kan het link worden en kan je bijvoorbeeld beginnen afzien van de hoge vochtigheidsgraad. Zonder tegenslag zie ik haar wel goud pakken. Ik begeleid haar nu al acht jaar en weet dat ze tot iets groots in staat is. De eerdere successen van haar landgenoten zijn ongetwijfeld een grote motivatie. Tiki Gelana won de marathon in Londen 2012. Waarom zou Tirfi niet in haar voetsporen kunnen treden?”

UITGAANSVERBOD

Terug naar Bekoji, waar ‘Coach’ Sentayehu Eshetu ons vervoegt voor het diner bij een gewone familie thuis. Op het menu: allerlei gerechten op basis van gerst, zoals kinche (porridge) , kita (brood), chechebsa (een soort pannenkoek) en vanzelfsprekend een glaasje besso. “Veel koolhydraten. Ideaal voor een atleet”, merkt Coach op. De ogen van de goedlachse 59-jarige lichten op wanneer ik hem vertel over mijn gesprek met zijn vroegere protegé Tirfi Tsegaye. “Ik zag heel snel dat ze op een bijzonder hoog niveau kon komen”, herinnert hij zich. Waarop baseert hij zo’n oordeel, peil ik. “Ze had de right shape. Lange, smalle benen. Heb je Haile Gebrselassie al eens goed bekeken? Een langeafstandloper moet tenger zijn en een gerstdieet helpt om mager te blijven. Ook was het duidelijk dat Tirfi over het al even essentiële uithoudingsvermogen beschikte. Ik merkte dat ze bereid was om hard te werken. Ze bleek bovendien slim. Ik gaf haar het advies om niet uit te gaan en geen alcohol te drinken. Wie hard traint, moet veel rusten.”

'Coach' Sentayehu Eshetu.
‘Coach’ Sentayehu Eshetu.© AB Inbev

Discipline, gekoppeld aan fysieke kracht en een ranke lichaamsbouw: dat is dus het recept voor kampioenen. Als ex-onderwijzer wil Coach graag ook het belang van een goede educatie onderstrepen. “Ik moedig de kinderen die ik begeleid aan om goed te leren. Ook al is de combinatie met de trainingen soms niet van de poes, zonder kennis sta je nergens.” Wat het samengaan van school en sport iets vergemakkelijkt, is dat kinderen in Bekoji in shiften naar de klas gaan. Ze volgen een halve dag les, de rest kunnen ze spenderen aan de ouders helpen met het zorgen voor dieren en land. Of aan lopen. Steeds meer ouders blijken er de voorkeur aan te geven dat hun kroost aan de conditie timmert. Stel dat het lukt om op een dag op de Spelen te schitteren: dat is toch een mooier toekomstbeeld dan wroeten in de aarde tot je krom bent?

When they’re gone, they’re gone“, zegt Coach zonder een krimp te geven. Ik informeerde even of de Olympische kampioenen die hij ooit onder zijn hoede had, zoals de nu in Addis Abeba woonachtige Kenenisa Bekele, hem soms nog komen opzoeken. Nee, klinkt het. En dat hoeft ook niet. Hij hengelt niet naar bedankjes en erkenning. Zijn voormalige beschermelingen zien winnen, is de mooiste beloning die hij zich kan inbeelden. Trouwens, de blik moet vooruit. Alle zorg en liefde gaat naar de 200 atleten (tussen 12 en 20 jaar) die hij nu onder zijn vleugels heeft. Op termijn zullen sommigen onder hen hopelijk nieuwe records breken: dat is de drijfveer.

INTERVALTRAINING

De dag erop staan die jonge atleten al om 7 uur paraat voor de ochtendtraining in het lokale stadion. Aan de toegangspoort prijkt een kartonnen bord met opdruk van de Olympische ringen. De rechtse, de rode, is er intussen helaas al afgevallen. Ietwat symptomatisch voor de staat waarin het in 2004 gebouwde ‘stadion’ verkeert. Het gras begint stilaan een stuk van de piste van klei te overwoekeren. Terwijl in het midden – op een voetbalveld dat een maaibeurt zou kunnen gebruiken en dat het zonder krijtstrepen en doelnetten moet stellen – een aantal mannen tegen een balletje trapt, lopen een aantal atleten zich warm. Alreeds in een behoorlijk fiks tempo.

Om voorzichtig te starten, lopen de jongeren 20 minuten rondjes, met tempowisselingen. Daarna doen ze in groep bij gymnastiek aanleunende stretchoefeningen. De uitvoering is mooi synchroon, zodat het bijna als een ballet en soms als een deel van een militaire parade oogt. Of ze nu korte pasjes zetten, de benen hoog optrekken, een soort kniezwengel uitvoeren, met de armen zwieren of de romp draaien: het gebeurt allemaal zeer lichtvoetig. Je onderscheidt ook snel wie de meeste souplesse heeft en ook wie de oefeningen het meest serieus neemt. Coach en zijn twee jonge assistenten (ja, de vijftigplusser denkt aan zijn opvolging) observeren het schouwspel dan ook zeer nauwlettend. Af en toe geven ze iemand een kort commentaar.

Tien minuten duurt deze choreografie, wat de totale opwarming op 30 minuten brengt. Wie zich een trainingsvest en/of -broek kan permitteren, trekt die vervolgens uit. Meteen sprinten ze weer de piste op, voluit nu. Ze rennen in kleinere groepen van gelijkwaardige atleten, die voor dezelfde afstand trainen. Ik concentreer me op een zevental met blauwe truitjes. Ze doen vijf ronden – 2 kilometer – en sprinten dan. Een van hen kijkt meteen op zijn horloge – meten is weten. Dan gaat het even stapvoets, tot ze zich weer op gang trekken. Met al die groepjes door elkaar lijkt het een wirwar, maar niets lijkt aan de aandacht van Coach te ontsnappen. Af en toe noteert hij iets in zijn notitieboekje. Een dik halfuur duurt deze intervaltraining. Zeer opmerkelijk: sinds de opwarming zagen wij niemand één druppel drinken.

HET GELD VAN DE WINNAARS

Mare Dibaba, Tigist Tufa en Tirfi Tsegaye poseren op het WK in Peking.
Mare Dibaba, Tigist Tufa en Tirfi Tsegaye poseren op het WK in Peking.© BELGAIMAGE

Als bewijs dat de reputatie van Bekoji zich over de wereld verspreidt, merken we tussen de Afrikanen één blanke op. David, een marathonloper uit Barcelona. Hij heeft over de kunde van Eshetu gehoord en hoopt zichzelf hier wat te kunnen bijspijkeren. De stage hééft al effect, getuigt hij. Hij is vooral in de wolken van de variatie van de trainingen, zowel qua techniek als qua ondergrond. Coach is ervan overtuigd dat de afwisseling – de ene keer op de piste, de andere keer door de velden, de ene keer op vlakke stukken, de andere in het bos de heuvels op – een groot verschil maakt. Alleen beseft hij dat het stadion een grondige investering kan gebruiken. Hij zegt een geïnteresseerde sponsor in Spanje gevonden te hebben en bidt dat deze na verdere onderhandelingen ook écht met geld over de brug zal komen.

Geld is en blijft in Ethiopië een issue. Wie koeien, geiten en ezels bezit, is rijk. Velen kunnen zich geen deftige loopschoenen veroorloven. Wanneer een van de atleten, met gaten in zijn gymschoenen, de fraaie exemplaren van Alex Joseph in de gaten krijgt, vraagt hij vriendelijk of een ruiloperatie tot de mogelijkheden behoort. Nog altijd leeft 39 procent van de Ethiopische bevolking onder de internationale armoedegrens; in de Human Development Index van 2015 van de VN staat het land op stek 174 (op een totaal van 188). En toch: de vele huizen-in-de-steigers die we onderweg zijn tegenkomen en de bouw van de Great Ethiopian Renaissance Dam op de Blauwe Nijl en van de expressweg tussen Addis en Adama (aangelegd door de Chinezen) zijn er getuige van dat Ethiopië een van de snelst groeiende economieën ter wereld is.

De beste marathonlopers investeren hun geld niet zelden in de eigen gemeenschap.

Het succes van de langeafstandslopers draagt een bescheiden steentje aan de vooruitgang bij. De beste marathonlopers verdienen aardig wat – honderdduizenden dollars – via sponsoring, startpremies en prijzengeld, en investeren die centen niet zelden in de eigen gemeenschap. Zo bouwde Derartu Tulu met het vele prijzengeld dat ze cashte na haar dubbele Olympische titel een hotel en stak ze ook haar familie en buren in Addis geld toe. Haile Gebrselassie is na zijn actieve carrière zelfs ontpopt tot een heuse zakenman – hij runt onder meer een gymzaal, een autoshowroom en een cinemacomplex. Het Wabee Hotel, een van de vele etablissementen die de voorbije jaren in Bekoji uit de grond rees, is eigendom van Askale Tafa, een ex-atlete die in 2007 met Dubai, Parijs en Milaan drie internationale marathons op haar naam schreef. Lopen is dus ook dromen van een ander bestaan.

TESKT PETER VAN DYCK

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content