Engelse luxe in het hotel The Lanesborough

Hotel The Lanesborough aan Hyde Park Corner. © © Dominic James

Trends Style was aanwezig bij de officiële heropening van het Londense Hotel The Lanesborough. En wentelde zich in alle luxe die dit vijfsterrenhotel biedt.

Van 20 december 2013 tot juli 2015 hing The Lanesborough in de stellingen, want er moest een en ander grondig worden gerenoveerd. For the record: in 1719 liet James Lane, de tweede en laatste Burggraaf van Lanesborough, aan de rand van Hyde Park een somptueus herenhuis optrekken. Om u een idee te geven van de grootte van dat buitenverblijf: in 1733 werd het een hospitaal, St. George’s Hospital. De volgende decennia werd er nog een verdieping bijgebouwd en hier en daar werden er wat extra koterijen aangelijmd, maar in 1980 had het hospitaal zijn beste tijd gehad. Nadat weer en wind een aantal jaren vrij spel hadden gekregen, zocht men naar een nieuwe functie voor dit pareltje van de typisch Britse Regency-architectuur. Op nieuwjaarsavond in 1991 werd het luxehotel The Lanesborough gedoopt, inclusief butlers, onderhoudsploegen en een garage vol exclusieve wagens. Het interieur ademde de sfeer van de bekende Londense gentlemen’s clubs: veel hout en vrij donker. Net dat laatste was niet helemaal wat de mensen van de luxehotelgroep Oetker Collection voor ogen hadden, toen die het hotel enkele jaren geleden overnam. Ze belden binnenhuisarchitect Alberto Pinto en vroegen hem om alles opnieuw in te richten en te bemeubelen.

ONZE JAMES HEET WILLIAM

Hoe kom je aan in zo’n chic hotel ? De S-Klasse zet ons netjes voor de deur af, een van de bolhoedwaiters zwaait de autodeur open. “Good afternoon sir, how was your journey, sir, have a pleasant stay,…” Enkele andere dienstbodes nemen onze koffers aan en schudden handen. Het is het begin van een niet-aflatende stroom uiterst vriendelijke egards. Wat doe je ermee ? En moeten we een fooi geven, vragen we ons af. Toch maar niet, het is all complimentary, inbegrepen, een soort van ‘gratis’, en dat mag ook wel als je twee nachtjes spendeert in een van de duurste hotels van the City op een steenworp van Buckingham Palace.

Onze fulltimebutler heet zoals de oudste van Diana en Charles. Onze hoogstpersoonlijke James is een William. Hij is ook complimentary, net als belletjes naar Europa en de Verenigde Staten, een in-room tablet, vers fruit en nog een trits andere buitenissigheden. William zal ons de komende dagen 24 uur op 24 bijstaan om al onze kleine, aardse beslommeringen in te willigen. Hij begint met “Coffee or tea?” No, thank you very much, we willen eerst even aankomen, een douche nemen, fris hemd – die dingen. “Of hij onze koffers zal uitpakken ?” Duh ? Enkele minuten later, nadat hij de nodige knopjes en hendeltjes heeft uitgelegd, verdwijnt hij. En daar gaat voor de eerste maal de bel. Niet die van de telefoon, maar de deurbel. Deze keer meldt de voltallige huishoudploeg zich present – om even kennis te maken en te horen of alles naar wens verloopt ? Euhm, ja, heel erg, maar echt, nu willen we even rusten, please. We beelden ons in hoe het moet zijn om een fameuze rockster te zijn of hoe we moeilijk zouden kunnen functioneren als honcho van een multinational – al dat personeel dat voortdurend door je privébubble huppelt. Een beetje privacy, toch ? Maar u hoort ons niet klagen, verre van.

En daar gaat voor de eerste keer de deurbel. Ditmaal meldt de volledige huishoudploeg zich. Het begin van een stroom van vriendelijke egards.

Het heeft iets van de rode knop boven een ziekenhuisbed : in case of anything, call the doctor – dat gloeiende butlerknopje vraagt erom. Toch even testen dus. En jawel : dingdong. James ! “Hi, William. Thanks for coming so quickly.” We geven hem enkele designerhemden en -pakjes om te strijken. Langs zijn neus weg vraagt hij wat er vandaag op onze planning staat en wanneer we terug zullen zijn. Wat er op ons programma staat, vertellen we niet, maar dat we rond vijf uur wel weer even binnenspringen om ons op te doffen voor het diner vanavond in de Céleste. Wat details van ons privéleven sharen betreft, vinden we dat meer dan genoeg. Om vier uur deponeert hij een zilveren ijsemmer met een fles Taittinger-bubbels en twee kristallen glazen op onze salontafel. En weg is hij. Maar dat butlerknopje blijft intrigeren. Allez dan, yolo, nog eens, een allerlaatste keer… en om niet, geheel ongepast, bij de kruidenier om de hoek een tube tandpasta te moeten gaan schooien. “Toothpaste? No problem, sir.” Het verlies van je privacy, het went snel. Nagelknippertje ?

MIJN LEVEN ALS EXECUTIVE JUNIOR

My lady and I zijn geen Junior Executives, maar qua inlevings-vermogen hebben we al menig watertje doorgezwommen, meer bepaald een klein riviertje naast de camping in de Drôme. Dus ook in onze Executive Junior Suite voelen we ons snel thuis. Naast een stapeltje gepersonaliseerd briefpapier ligt er een handgeschreven briefje op ons te wachten. Paula McColgan, Director of Sales & Marketing, heet ons welkom in Londen en het prachtige hotel. “We look forward to celebrating the re-opening of the hotel with you.” Dat is wat anders dan een tv die aanstaat wanneer je arriveert en waarop in koeien van letters ‘Welcome Mr. Graauwmans’ flikkert. Die flatscreen prijkt hier onopvallend in een barok, gouden schilderijkader aan de muur. ‘Onopvallend’, alsof je ervan zou uitgaan dat er een scheve Malevitsj in je kamer hangt. “Love it or hate it, it’s a statement”, zal Frank Marrenbach, CEO van de Oetker Collection, daar later over vertellen. We kunnen alvast kiezen uit een hele rist films – van ‘Hollywood’ tot ‘Adult’, want ook de rich and famous houden bij tijden van een stevige portie porno.

Kamer met zicht op Hyde Park.
Kamer met zicht op Hyde Park.© The Lanesborough

In Groot-Brittannië is het de gewoonte – it’s a cultural thing – om overal vast tapijt te leggen. En jawel, de plafonds mogen dan wel met tientallen vierkante meters 23 OE karaats bladgoud bekleed zijn, op de vloer is het steevast tapis plein: in het restaurant Céleste, in The Library Bar en alle andere publieke zalen, overal vast tapijt. Alleen in de inkomhal en in de badkamers is het al marmer wat de zilveren klok slaat. Of wat had u gedacht ? Wij hadden het vooral voor de verwarmde marmeren douchevloer. Behalve de gebruikelijke lading zeepjes en crèmes, van Roja Haute Parfumerie, viel ons het glazen karafje talkpoeder op. Moa vent, hebrukt ie em noh tolkpoeier? En een bidet. Mo how. De badkamerspiegel was er een die we nog nooit zagen, met een ietwat te klein geïntegreerd tv-scherm. Maar we zijn hier niet om tv te kijken, de volgende dag opent The Lanesborough officieel met een proper feest.

We doen ons te goed aan verse vijgen, aardbeien, druiven en ploffen in de sponde van twee bij twee. Hoe slaap je in een bed met welgeteld zeven kussens ? Vier om te slapen en drie decorkussens die eraf gaan wanneer de maid om zes uur ‘s avonds onze bedden zal ‘klaarmaken voor de nacht’. Met een van de mini-iPads op het nachtkastje schuiven we de gordijnen dicht en dimmen we het licht. Ook even aanvinken : do not disturb. Rust, eindelijk wat zen.

BON APPÉTIT

Het is dubbel. Ondanks de invasie van een batterij knipmespersoneel heb je toch het idee dat je je op de een of andere manier ‘thuis voelt’ in The Lanesborough. Enerzijds zijn ze de hele tijd aanwezig en voel je dat ze achter de deur klaarstaan om je op al je wenken te bedienen, anderzijds doen zowel William als de andere meiden en knechten dat op zo een menselijke manier dat je je niet ongemakkelijk voelt. Of het dat Engelse flegma is ? Could be, het is overtuigend zonder te overtuigen, zoiets, het heeft iets gracieus, heel humaan, in een beweging. “Yes, thank you, for you too.” En even knikken en iedereen is gelukkig. Zelfs zo gelukkig dat William, die onze kamer uitloopt met zijn handen vol ijsemmer en lege fruitkorven, een lachje op zijn lippen tovert wanneer ik hem voorstel dat ik de deur nu eens voor hem open. Hier viel ik misschien uit mijn executieve rol, maar wanneer zoveel gedienstigheid over je heen rolt, wil een mens weleens iets terugdoen.

Het Céleste-restaurant in Regency-stijl.
Het Céleste-restaurant in Regency-stijl.© The Lanesborough

Straks is het sterrentijd, dineren in de Céleste. En als het over eten gaat, zitten we sowieso goed in The Lanesborough. Food & beverages zijn namelijk de corebusiness van de overkoepelende Oetker-groep. Of je het uitspreekt als ‘utker’ of met een ‘oe’ weten we nog altijd niet, maar het is inderdaad dezelfde als die van de pizza’s, den doktoor. Dat hadden we niet durven te denken, maar Frank Marrenbach, CEO van de Oetker Collection, vertelt het ons ter inleiding van het etentje. Wat in 1891 begon als een bakpoederbedrijfje, opgericht door apotheker Dr. August Oetker, is uitgegroeid tot een internationale groep met behalve banken ook luxehotels, de Oetker Collection. Sinds 2015 maakt The Lanesborough er officieel deel van uit, het negende zogenaamde Masterpiece Hotel. Marrenbach : “Soms denken de mensen dat we in de juwelenbusiness zitten. Dat vinden we niet erg, want onze negen hotels zijn eigenlijk de parels aan het snoer dat de Collection maakt.” Een parelsnoer is dan ook, jawel, het logo van de collectie. En ja, nu valt het ons op : rond de ranke hals van ieder vrouwelijk personeelslid prijkt een sober wit parelsnoer. Alles klopt. Hoewel we toch even vrezen voor wat er op ons bord zal belanden.

Soms denken de mensen dat we in de juwelen-business zitten. Dat vinden we niet erg. Onze negen hotels zijn eigenlijk de parels aan het snoer van de Oetker Collection.

Elke paniekaanval is ongegrond, er worden geen diepvries-pizza’s geserveerd. De Parijse drie-Michelin-sterrenwaardige chef-kok Eric Frechon, die de keuken in Hotel Le Bristol in Parijs bestiert, stuurde zijn protegé Florian Favario naar de Céleste in Londen. En die tovert een waar festijn voor de papillen vanuit zijn kookpotten tot op onze tafel, de Franse keuken met Engelse ingrediënten. Wij vielen als een blok voor het dessert dat in de mond van een zoete naar een zachte zoute smaak overging. Om af te sluiten voorzag een ijverige meute obers ons van een chocoladen buisje vol chocolademousse met een schepje mokka-ijs ernaast, afgewerkt met een obligaat snippertje bladzilver, et oui bon appétit.

HET IS EEN STATEMENT

Na die heerlijke spijzen staren we ‘s avonds naar het beschilderde plafond met bladgouden moulures, de kristallen luchter, een bibliotheek vol oude boeken en de twee schilderijpersonages die ons op hun beurt aangapen. Hoe verzin je het allemaal ? De interieurarchitect Alberto Pinto kunnen we het niet meer vragen. Hij stierf nog voor de renovatie-werken startten. Zijn zus Linda volgde de werf minutieus op. The Lanesborough werd helemaal gestript. Zelfs het dak vloog er af en kreeg een serieus pak extra isolatie onder de pannen. Het donkere karakter van voor de renovatie werd ‘lichter’ gemaakt. De beste award winning bronsgieters, glasslijpers, schrijnwerkers en meubelmakers allerhande kweten zich meer dan naar behoren van hun taak.

Het is, om het diplomatisch te stellen, vrij klassiek gedecoreerd en ingericht, een tikkeltje ouderwets misschien, oubollig zouden we niet zeggen, very English, sophisticated ook. Dit is hoe een fijn hotel er in het begin van de 19e eeuw uitzag. Regency-stijl, zo stond het in de oorspronkelijke briefing voor Pinto. Je houdt ervan of je houdt er niet van, zei Marrenbach, it’s a statement.

De volgende dag zit The Times, as demanded, in de brievenbus. Jawel, u leest het goed, Executive Junior Suite mét brievenbus. Er staat vandaag alleen de openingsparty op het programma en die start pas om zeven uur vanavond, dus hebben we tijd om rustig de krant te lezen en een rondje in Hyde Park te lopen. In de namiddag struinen we richting Royal Academy of Arts op een boogscheut van het hotel. Trouwens, zeg niet The Lanes tegen The Lanesborough… het klinkt too snobbish. Of u zou er kind aan huis moeten zijn of u zou er werken – dan gaat het weer wel, zoals Paula McColgan, Director of Sales & Marketing, zich snel herpakt wanneer ze me vertelt dat ze al dertien jaar in ‘The Lanes’ werkt. “Ahum, in The Lanesborough.”

IEDEREEN MOET TE VOET VERDER

Muziek tijdens de Opening Night.
Muziek tijdens de Opening Night.© The Lanesborough

Over het feest kunnen we kort zijn. Het was goed verzorgd. Adele en konsoorten stroomden netjes gekapt en gepakt binnen. Een kleine vierhonderd gasten, veel Londense high society en enkele ingevlogen Koeweitenaren. Het is al Louboutin dat tikt. In de ene zaal croont een jonge kerel met zijn jazzbandje terwijl in het restaurant twee oudere heren een vleugel en een contrabas bespelen. We lopen even met onze coupe de deur uit om een luchtje te scheppen. “Can you leave your glass inside, sir?” De assistente van de doorman van dienst blijkt een undercover politievrouw. Hoe het hier met de veiligheid zit ? De politie en de veiligheidsmensen zijn aanwezig. Je ziet ze niet, want het zijn geen uit de kluiten gewassen kleerkasten met donkere zonnebrillen. Binnen hangen overal camera’s, “except above your bed”. Oké ik weet genoeg, nog even een door chef Florian hoogstpersoonlijk geschept vlootje kaviaar en dan snel naar bed, camera’s checken.

Mocht u voor uw zaken niet direct in Londen toeven, bekijk dan eens de andere hotels van de Oetker Collection. In een Masterpiece Hotel slaapt u alvast niet in een kamer van een megaketen die er in de hele wereld eigenlijk gewoon allemaal hetzelfde uitzien, disons met een soort van grijsachtige beige verf aan de muren. Boek bijvoorbeeld uw komende skivakantie in L’Apogée in Courchevel in Les 3 Vallées. Het hele jaar door is het bovendien warm ontspannen in Fregate Island Private. U betaalt er 4000 euro per nacht, maar daar heeft u dan wel een van de zestien villa’s op een ‘halfverlaten’ eiland in de Seychellen voor, inclusief de stokoude Aldabra-megaschildpadden. Hoeveel dienders en diensters er in welke mate uw platte rust verstoren, bepaalt u zelf. Voor alles bestaan er knopjes.

En dan weer naar huis. Twee nachten en drie dagen in The Lanesborough maken een mens niet gelukkiger, maar het is wel genieten, en ontdekken : strange new worlds. De driver rijdt de zwarte Mercedes voor. We hoeven niets te zeggen, hij weet waar we heen gaan. St Pancras International. Om in de stemming te blijven, stomen we in eerste klas onder het Kanaal door. En dan is er Brussel, Brussel Zuid. Onze aansluiting naar Brussel Centraal laat op zich wachten, de bus richting Schaarbeek raakt vast in het verkeer. Iedereen moet uitstappen en te voet verder… William, William ! Waar is onze driver ? Waar blijft de Rolls ? Maar neen, dit is back to basics, dit is de echte wereld. Thuis best ? Wel, na dagen vol champagne en oesters op Florians wijze, smaakt een pint nog beter. Waar zijn de chips?

www.lanesborough.comwww.oetkercollection.com

TEKST STEVEN GRAAUWMANS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content