De vrouw die een museum werd

Hulde aan Peggy Guggenheim in Venetie. © Montblanc

Met de MONTBLANC de la Culture Arts Patronage Award onderstreept het Zwitserse merk al 25 jaar zijn cultureel engagement. Aan de prijsuitreiking linkt Montblanc telkens de lancering van een pen die het opdraagt aan een historisch cultureel personage. Voor deze 25e editie werd hulde betoond aan Peggy Guggenheim. Een bericht uit Venetië.

Het kwam door haar neus. Peggy Guggenheim had een lelijke neus. In 1920 vroeg ze aan een chirurg uit Cincinnati om haar een neus te geven zoals die waarover ze had gelezen in het boek Idylls of the King van Alfred, Lord Tennyson, ‘een wipneus zoals het kroonblaadje van een bloem’. Maar de operatie mislukte. De arts probeerde te redden wat kon, rekende duizend dollar aan, maar Guggenheim verliet de stad in het nog altijd volle bezit van haar minst aangename erfenisstuk : de knobbelneus van de familie, een aardappelvariant in haar gezicht.

De schilder Jackson Pollock zou gezegd hebben dat je beter een handdoek over haar gezicht kon leggen als je seks had met Peggy Guggenheim. Wat een behoorlijk gemene uitspraak is gezien Guggenheim fortuinen in zijn carrière pompte en hij zijn roem als schilder grotendeels aan haar te danken heeft. Maar het pleit dan weer voor Pollock dat hij, als een van de weinige van haar heteroseksuele protegés, geen affaire met Guggenheim had. Wat mogelijk meer aan haar dan aan hem lag : ze viel niet voor hem omdat hij te veel dronk.

Peggy Guggenheim was verslaafd aan seks. Ze verslond mannen. De verhalen daarover dikte ze graag aan. Toen een journalist haar vroeg hoeveel echtgenoten ze had versleten, riposteerde ze : “Die van andere vrouwen meegerekend ?”

Het was, overigens, een vraag die voortdurend terugkeerde. De kwestie hield de mensen bezig. Het getal duizend wordt al eens op het antwoord geplakt – een getal waarmee je alle kanten uit kan, maar doorgaans wel de kant van het ledikant. Maar het kwam dus door haar neus. Ze hield er een laag zelfbeeld aan over, en ze nam revanche met seks. Toch was Peggy Guggenheim ongelukkig in de liefde, haar biograaf Anton Gill rapporteerde : “Haar beste relaties had ze met honden en kunstwerken.”

VENETIË PER BOOT

De boot klotst door het Canal Grande. Water en lucht raken elkaar in toonaarden van grijs, bij momenten priemt de zon door de kilte en lasert Venetië in een gouden gloed. De boot, hij trok een streep van schuim door de Laguna Veneta, van Marco Polo Airport zette hij koers naar Kempinski Hotel op het eiland van San Clemente. Trakteerde na de check-in op een overvaart naar het San Marcoplein voor een uurtje sightseeën, en terug naar San Clemente voor het 1 on 1-interview met Montblancs CEO Jérôme Lambert. Vervoerde de invités in het grensgebied tussen late namiddag en valavond naar de Peggy Guggen-heim Collection in het Palazzo Venier dei Leoni, waar het Canal Grande tegen de wijk Dorsoduro wrijft. Pikte ze later, versnipperd in de nacht, weer op aan het Palazzo Polignac dat met zijn voeten in het Canal Grande staat, en bracht ze weer veilig aan wal op San Clemente voor een snuifje nachtrust. Op het dakterras van het Guggenheim-museum hadden de gasten van Montblanc een cocktail en de uitreiking van de 25e Montblanc de la Culture Arts Patronage Award bijgewoond. Na een rondleiding langs de vaste collectie waren ze van het museum door de avond van Venetië – jongemannen met lantaarnlampen wezen om de honderd meter de weg – gewandeld naar het 15e-eeuwse Palazzo Polignac, waar Montblanc hen een galadiner aanbood.

In 1992 introduceerde de Montblanc Cultural Foundation een award die niet de kunstenaars in de spotlights plaatste maar wel de mensen die kunst patroneren – mecenassen zo u wil. Een internationale jury (van inmiddels al 44 leden) kent jaarlijks de Montblanc de la Culture Arts Patronage Award toe aan beschermheren en -vrouwen van de kunst in zestien landen, van Brazilië tot Zwitserland.

De Montblanc Patron of Art Peggy Guggenheim Limited Edition-collectie.
De Montblanc Patron of Art Peggy Guggenheim Limited Edition-collectie.© Montblanc

De uitreiking van de award gaat gepaard met de lancering van een pen, de Patron of Art Limited Edition. Met dat schrijf-instrument (altijd in een beperkte oplage) brengt Montblanc hulde aan een historisch figuur. Dit jaar viel de keuze op Peggy Guggenheim. En dus verzamelde het Zwitserse merk zijn eregasten in Venetië.

DE DOOD VAN EEN GENTLEMAN

En niet in Bilbao, want dat is mogelijk de locatie waarmee u de naam Guggenheim het eerst associeert. Maar nee, die Guggenheim is het niet. Dat was Solomon R. Guggenheim, de oom van Peggy : een van de zes broers van haar vader, Benjamin, die overleed op 15 april 1912. Doet die datum een belletje rinkelen ? Jawel, Benjamin Guggenheim bevond zich aan boord van de Titanic toen die zichzelf verticaal klasseerde. Waarbij Benjamin Guggenheim een heldenstatus verwierf. Hij wisselde zijn trui en reddingsvest in voor zijn avondkledij omdat hij (letterlijk) ten onder wilde gaan als een gentleman.

De Guggenheims zijn joden met Zwitserse roots. In de late 19e eeuw vergaren ze een fortuin met het delven en smelten van metalen, vooral zilver, koper en lood. Peggy Guggenheim wordt op 26 augustus 1898 geboren in New York. Haar moeder, Florette Seligman, stamt uit een leidinggevend bankiersgeslacht.

Op 21-jarige leeftijd ontvangt Peggy Guggenheim een erfenis van 450.000 dollar. Dankzij een fonds levert haar dat een jaarlijks inkomen van aanvankelijk 22.500 dollar en later stelselmatig meer op. Daarmee is ze – zoals dat heet – binnen, maar ze zoekt en vindt werk : in een avant-gardeboekhandel, The Sunwise Turn in 44th Street. Daar maakt Peggy Guggenheim kennis met en raakt ze gefascineerd door het vrijgevochten leven van kunstenaars en schrijvers.

NAAKT VOOR HET RAAM

In de jaren 20 reist ze door Europa, ontdekt Parijs, woont daar gedurende 22 jaar af en aan, en wijdt zich aan haar twee passies : seks en kunst. Peggy Guggenheim leidt een glanzend bestaan als exponent van de bohème en de society van Amerikaanse expats in Parijs. Onder anderen Constantin Brancusi, Man Ray, Djuna Barnes, Marcel Duchamp behoren tot haar persoonlijke kennissenkring, met de meesten sluit ze een levenslange vriendschap.

Trouwen doet ze met Laurence Vail, een dadaïstische beeldhouwer en schrijver. Met hem krijgt ze twee kinderen, Sindbad en Pegeen, de veelal depressieve schilderes die op 42-jarige leeftijd overlijdt aan een overdosis medicijnen, Peggy Guggenheim verneemt het nieuws per telegram tijdens een reis naar Mexico. Haar huwelijk met Vail is kort en dramatisch. Hij blijkt een antisemitische bruut, die haar geld over de balk gooit en haar slaat. “Onze vechtpartijen waren heftig”, schrijft ze in haar autobiografie Out of This Century : Confessions of an Art Addict. “Hij gooide me tegen de grond, liep over mijn lichaam en smeerde jam door mijn haar.”

Ze was ongelukkig in de liefde. Haar beste relaties had Peggyy Guggenheim met haar honden en haar kunstwerken.

Ze ruilt Vail in 1928 voor de Engelse intellectueel en oorlogsheld John Holmes, een zelfverklaarde schrijver die dermate hinder van een writer’s block ondervindt dat hij welgeteld één werk publiceert. Holmes is geen haar beter dan Vail. “Hij liet me in december naakt voor een open raam staan en gooide whisky in mijn ogen”, noteert Peggy Guggenheim. Ook dit huwelijk houdt niet lang stand.

ELKE DAG KOCHT ZE EEN KUNSTWERK

Bij de dood van haar moeder in 1937 erft Peggy Guggenheim nog eens 500.000 dollar. Ongeveer tegelijkertijd begint ze met het verzamelen van kunst – in luttele jaren tijd bouwt ze een impressionante collectie op.

1938 staat geboekstaafd als het annus mirabilis van Peggy Guggenheim. Met de steun van haar vriendin Peggy Waldman opent ze ‘Guggenheim Jeune’, een kunstgalerij in Londen.

Maar ondanks het succes van haar galerij begint het tijdelijke karakter van tentoonstellingen op haar heupen te werken. Peggy Guggenheim vat het plan op om in Londen een museum voor moderne kunst op poten te zetten.

Geobsedeerd door de dreigende oorlog begint Peggy Guggenheim verwoed kunstwerken voor haar museum aan te kopen, aan een tempo van één kunstwerk per dag. Terwijl Europa aan de rand van een oorlog siddert, volhardt zij in haar culturele kruistocht. Fernand Léger verbijstert ze met haar ‘sang froid’ door zijn Men in the City te kopen op de dag dat Hitler binnenvalt in Noorwegen. Brancusi’s Bird in Space verwerft ze op het moment dat de nazi’s Parijs naderen.

Het culturele patrimonium van een volk stelen of vernietigen is extreem vijandig. Het is een fundamentalistische oorlogsdaad.

Peggy Guggenheim vlucht in juli 1941 voor het oorlogsgeweld. In het gezelschap van kunstenaar Max Ernst – met wie ze in 1942 trouwt en van wie ze in 1943 scheidt – keert ze terug naar New York. Daar opent ze in Manhattan de museum-galerij Art of This Century.

In de galerij stalt ze haar collectie uit (eerder richtte ze een soortgelijk verzoek tot het Louvre, maar dat vond de werken waardeloos en weigerde ze te bewaren voor de duur van de oorlog). Die collectie spoort dan al grotendeels met wat haar museum tegenwoordig in Venetië toont. Peggy Guggenheim verzamelde ze in de verbluffend korte tijdspanne van acht jaar.

De Europese topwerken van haar collectie in Art of This Cen-tury laat ze flankeren door tijdelijke tentoonstellingen van Amerikaanse moderne kunstenaars. Op die manier speelt ze een vitale rol in de ontwikkeling van Amerika’s eerste kunstbeweging met internationale relevantie. Er valt amper een significante Amerikaanse kunstenaar uit het midden van de 20e eeuw te verzinnen die niet door haar wordt gefinancierd. De ster aan het firmament van de Amerikaanse galerij is Jackson Pollock. Ze ontdekt hem wanneer hij als timmerman aan de slag is in het museum van haar oom Solomon, ze geeft hem zijn eerste solotentoonstelling in 1943. Later zegt ze over hem : “Als ik erop terugkijk, denk ik dat het moedig was om van de schilderijen van Jackson Pollock te houden.”

PICASSO EN DE LINGERIEAFDELING

In 1947 keert Peggy Guggenheim terug naar Europa – met medebrenging van haar collectie. Vreemd genoeg kiest ze niet voor Parijs, wél voor Venetië. “Ik hield meer van Europa dan van Amerika. Eens de oorlog voorbij was, kon ik niet wachten om terug te keren. Onderweg naar Europa besloot ik dat ik in Venetië zou wonen.”

Peggy Guggenheim exposeert haar collectie voor het eerst op de Biënnale van Venetië van 1948. Voor het eerst zijn Pollock, Rothko, Gorky in Europa te bewonderen. Dat zij de Amerikanen koppelt aan haar Europese acquisities, laat haar collectie lezen als een paradigma van westerse moderne kunst. “De Biënnale van 1948 was als het openen van een fles champagne. Het was een explosie van moderne kunst”, schreef Vittorio Carrain, secretaris van de Peggy Guggenheim Collection van 1948 tot 1952. In hetzelfde jaar koopt ze het Palazzo Venier dei Leoni. Dat huisvest tegenwoordig de Peggy Guggenheim Collection. Overwegend prijken daar de driehonderd werken van haar collectie. “In het begin kwamen er amper mensen naar het Palazzo Venier dei Leoni”, zegt ze in haar autobiografie. “Nu komen de mensen eerst naar hier voor ze naar het San Marco- plein trekken.”

Het belang van Peggy Guggenheim als kunstverzamelaar kan bezwaarlijk worden overschat. Al werd het in het verleden weleens misprezen – een gevolg van de combinatie van onbegrip voor en onderwaardering van moderne kunst en seksisme. Legendarisch is de anekdote van haar bezoek, op een dag in 1940, aan het atelier van Picasso, van wie ze een schilderij wou kopen. De meester negeerde haar eerst vele minuten, wendde zich toen tot haar en zei : “Madame, de lingerieafdeling is op de tweede verdieping.”

Of nog : de ontmoeting met Bernard Berenson, de eminente kunsthistoricus en kenner van de renaissancekunst, op de Biënnale van Venetië in 1948, waar haar collectie uithing. Zijn boeken waren haar gids geweest toen ze voor het eerst naar Europa reisde. Peggy Guggenheim rende op hem af en uitbundig stootte ze uit : “Dit is het mooiste moment van mijn leven, meneer Berenson. U was de eerste persoon om me over kunst te leren.” Waarop Berenson ostentatief lang de kunstwerken in de zaal monsterde, zuchtte en zei : “My dear, het is een tragedie dat ik niet de laatste was.”

Peggy Guggenheim sterft op 81-jarige leeftijd op 23 december 1979. Uit haar biografie : “Ik maak me zorgen over wat er met mijn schilderijen zal gebeuren als ik er niet meer ben. Ik heb mezelf helemaal aan mijn collectie gewijd. Een collectie vertegenwoordigt hard labeur. Maar het was wat ik wilde doen en het gaf zin aan mijn leven. Ik ben geen kunstverzamelaar. Ik ben een museum.”

www.montblanc.com

TEKST BEN HERREMANS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content