(Belga) De crisis heeft lelijk huis gehouden in de Belgische arbeidsmarkt. Uit cijfers van de Federale Overheidsdienst (FOD) Werkgelegenheid blijkt dat tussen januari 2010 en september van dit jaar ruim 44.030 banen verloren gingen door collectieve ontslagen. Vooral Vlaanderen is bijzonder zwaar getroffen, schrijft Het Laatste Nieuws vandaag.
Met 24.537 werknemers die bij een collectief ontslag op straat beland zijn, is onze regio liefst 2,5 keer harder geraakt dan Wallonië (10.235) en Brussel (9.258). Vooral Limburg en Antwerpen springen in het oog. De sluiting van Opel Antwerpen en Ford Genk hebben het economisch weefsel in die provincies fors aangetast. Niet alleen die bedrijven zelf, maar ook veel toeleveranciers hebben immers de deuren moeten sluiten of een pak werknemers op straat gezet. Zo zijn er volgens de FOD Werkgelegenheid 4.264 banen gesneuveld in Genk door de sluiting van de autofabriek, maar verdwenen er bij de onderaannemers en toeleveranciers nog eens 1.705 jobs, wat het totaal op bijna 6.000 banen brengt. Hetzelfde verhaal gaat op voor Antwerpen, waar drie jaar geleden met Opel één van de grootste werkgevers van de provincie verdween. Volgens Stijn De Cock, hoofdeconoom bij de Vlaamse werkgeversorganisatie Voka, is de crisis nog altijd niet voorbij. “Vandaag zitten nog veel bedrijven op hun tandvlees. We zien wel de eerste kiemen van een economisch herstel, maar er zullen nóg klappen vallen”, denkt hij. “De grote bedrijven doen het redelijk, net als de exportbedrijven. Die houden stand. Maar voor kleinere bedrijven blijft het moeilijk, zoals in de bouw.” (Belga)
