Ricky Cannone (Wiener Circus): ‘Politici en bedrijfsleiders kunnen veel van ons leren’

Ricky Cannone © Thomas De Boever

De voorbije decennia gaf in ons land het ene na het andere circus er de brui aan. Ook het voortbestaan van het Wiener Circus hing lange tijd aan een zijden draadje, maar onder leiding van Ricky Cannone is het bedrijf een nieuwe koers gaan varen. Dit jaar mag de organisatie 50 kaarsjes uitblazen. “Circusmensen worden zwaar onderschat”, zegt Cannone.

“Wat een circus!” Het is een uitroep die we vaak horen wanneer politici zich in het parlement van hun minder fraaie kant laten zien. Ricky Cannone, de directeur van het jubilerende Wiener Circus, betreurt die negatieve connotatie, want in zijn organisatie is er geen tijd voor bekvechten of eindeloze discussies. Integendeel, zijn circus is een goed geoliede machine waarin elk radertje van het 25-koppige, heterogene gezelschap zo goed als onmisbaar is. “Na de laatste voorstelling slagen we er bijvoorbeeld in om de tent in nauwelijks anderhalf uur af te breken en op de vrachtwagens te laden. Dit is alleen mogelijk dankzij een doorgedreven organisatie en een vlotte, onderlinge samenwerking. Zo heeft elk onderdeel van de tent een vast plekje op een van de vrachtwagens, soms tot op de centimeter. De opbouw en de afbraak illustreren dat ons circus een uitgesproken voorbeeld van teamwork is waarbij iedereen zijn taak kent. Terwijl de mannen de tent afbreken, ontfermen de dames zich over de rekwisieten en de stoelen. Goochelaar, dierentemmer, danseres, clown en directeur werken schouder aan schouder om telkens weer dit huzarenstukje te realiseren. Op dat vlak kunnen de politiek en ook de bedrijfswereld nog veel van ons leren. Circusmensen worden zwaar onderschat”, stelt Ricky Cannone.

Opvallende revival

Vroeger kreeg elke stad of dorp minstens een paar keer per jaar een circus op bezoek. Het waren hoogdagen voor de lokale bevolking die met open mond naar acrobaten, exotische dieren en clowns met veel te grote schoenen keek. Door de jaren heen zagen de rondtrekkende circussen echter de publieke opkomst almaar verder afkalven. Het ene na het andere circus gooide de handdoek in de ring.

In november vorig jaar verklaarde de rechtbank het bekende Circus Rose-Marie Malter nog failliet waardoor het aantal Vlaamse, traditionele familiecircussen inmiddels op de vingers van twee handen te tellen valt. Circus Barones, Circus Bavaria, Circus Charles Pauwels, Circus Pipo, Circus Samuel Pauwels en Magic Circus zijn de belangrijkste overlevers. Het Wiener Circus – historisch verwant met de familie Rose-Marie Malter – is nu het oudste nog rondreizende circus van het land. Maar ook de weg van dit circus dat Gent als uitvalsbasis heeft, liep niet altijd over rozen.

De aanzwellende controverse omtrent wilde dieren in het circus betekende voor veel circussen de genadeslag. Eind 2013 stemde het federale parlement de wet die wilde dieren in het circus verbood. Verschillende circussen gingen nog in het verzet, maar eerder dit jaar verwierp het Grondwettelijk Hof hun verzoek. “Wij hebben niet gewacht op de wet om onze dieren weg te doen”, vertelt Ricky Cannone. “Mijn vader was een gerenommeerde dierentemmer en had acts met onder andere leeuwen, tijgers en olifanten. Hij zag het niet zitten om voort te doen. We hebben onszelf moeten heruitvinden. Intussen is de nieuwe generatie al gewend aan een circus zonder exotische dieren.”

Ondanks alles kent het circus een opvallende revival. Onder andere dankzij de oprichting van enkele Europese circushogescholen kreeg het fenomeen een hedendaags jasje aangemeten. Het circus ontsnapte uit de besloten, familiale sfeer en werd volwassen. Denk maar aan het wereldwijde succes van Cirque du Soleil. Eigenaardig genoeg profiteren ook de traditionele gezelschappen van deze evolutie. “Het aantal toeschouwers stijgt inderdaad. In tegenstelling tot enkele jaren geleden merken we nu ook weer studenten en jonge koppeltjes op in ons publiek. Dit illustreert de algemene trend waarbij de mensen jeugdherinneringen willen ophalen en het hunkeren naar het authentieke”, zegt Ricky Cannone.

Bedrijfsfeesten en teambuildings

Het circus is een mobiel bedrijf en dat heeft als grote voordeel dat het de mensen kan opzoeken. Zo is het een traditie bij het Wiener Circus om tijdens de zomermaanden de kuststrook tweemaal af te reizen. Het circus reist van januari tot december door het land. In de wintermaanden wordt er vijf dagen per week gespeeld, tijdens de zomer zelfs zes. “Romantische zielen die denken dat het circus een sprookjeswereld is, komen vaak bedrogen uit. Het is keihard werken. We hebben al veel artiesten zien komen en gaan. Enkel de mensen met liefde en passie voor het vak houden het vol”, zegt Cannone.

Het gros van de voorstellingen speelt het Wiener Circus in Vlaanderen, maar af en toe steekt het gezelschap ook eens de taalgrens over. “Wallonië is minder vertrouwd met het circus en het is daar dan ook moeilijker om volk naar onze tent te lokken. Maar eens de mensen binnen zijn, kopen ze zowat alles op: van suikerspinnen over gadgets tot popcorn. In Vlaanderen durven ze sneller een cola met twee rietjes te vragen”, lacht Cannone.

Het Wiener Circus programmeert niet alleen publieke voorstellingen, ook bedrijven en andere organisaties kunnen het circus inhuren. “Denk maar aan een bedrijfsfeest of een teambuilding waarbij we de medewerkers inwijden in het jongleren. We werken een programma op maat uit, al dan niet met een maaltijd. Tot onze klantenportefeuille behoren bedrijven als de Nationale Loterij, GDF Suez, Cronos en de zuivelproducent Mik. Ter gelegenheid van het jubileum van een Scholengemeenschap in Sint-Niklaas hebben we een reeks voorstellingen gedaan voor samen bijna 10.000 kinderen.”

Dirk Van Thuyne

Lees het volledige artikel deze week in Trends.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content