Innovatieve regio’s in Europa vergeleken: ‘Vlaanderen is goed, maar niet top’

© belga

Vlaanderen is een van de tien meest innovatieve regio’s in Europa. Dat blijkt uit een vergelijkende studie van Agoria. De technologiefederatie vindt dat we onze ambities moeten opschroeven en tegen 2025 mikken op de top vijf.

Met de Tech Hotspot Index vergelijkt Agoria het Vlaams Gewest met twintig andere innovatieve regio’s in Europa. Daar zitten landen tussen zoals Denemarken, Ierland, Slovenië en Zweden. Maar ook topregio’s van vergelijkbare grootte in Duitsland, Frankrijk, Nederland, Italië, Oostenrijk, Spanje en het Verenigd Koninkrijk. “We vergelijken die regio’s aan de hand van 28 parameters gegroepeerd in vier thema’s: economie en levenskwaliteit, onderwijs en levenslang leren, veranderingspotentieel rond digitalisering en industrie 4.0, en de maatschappelijke uitdagingen zoals klimaat en mobiliteit”, zegt Peter Demuynck, algemeen directeur van Agoria Vlaanderen.

“Als we alle scores optellen komt Vlaanderen op een tiende plaats. Dat is de middenmoot, we kunnen beter. De technologiesector in Vlaanderen heeft het potentieel om top vijf te zijn in 2025. Dat moet de ambitie zijn en dat is realistisch”, zegt Demuynck. Denemarken, Zweden en Finland staan bovenaan de ranking. Vlaanderen klopt net Ierland en komt Duitse, Franse en Nederlandse regio’s. Wallonië sluit de rij op plaats 21.

De jobs van morgen

Voor onze economische prestaties stranden we op de elfde plaats. De toppers zijn Beieren en Zweden. “Als we de kloof willen dichten, moeten we onze activiteitsgraad opkrikken. Met 69 procent is die te laag in vergelijking met het gemiddelde van 74 procent”, weet Peter Demuynck. Hij geeft toe dat bedrijven ook meer moeite moeten doen om bijvoorbeeld 50-plussers aan te werven. “Onze leden doen al heel wat inspanningen, ze zijn constant op zoek naar vooral technische profielen. Bedrijven zijn geïnteresseerd om oudere werknemers aan te werven voor hun kennis en ervaring. Maar het is niet vanzelfsprekend, want die mensen zijn zeer duur. Een van de aandachtspunten is een meer flexibele arbeidsmarkt. Dat zou het gemakkelijker maken om zulke mensen meer aan te werven.”

In het onderzoek scoort Vlaanderen het beste voor onderwijs. We kapen daar de eerste plaats weg voor Finland en de Parijse regio Île-de-France. “Vlaanderen doet het zeer goed in kennisoverdracht. De grote uitdaging wordt ons onderwijs aan te passen aan de noden van de toekomst. Het onderwijs moet ervoor zorgen dat jongeren ook de vaardigheden hebben die nodig zijn voor de jobs van morgen”, zegt Peter Demuynck. De Agoria-topman vindt dat vaardigheden zoals multidisciplinariteit, creativiteit en teamwerk meer in de onderwijspraktijk moeten zitten. Ook meer inzetten op vernieuwende onderwijsvormen zoals duaal leren vindt hij noodzakelijk.

Een negatieve uitschieter is onze slechte score voor levenslang leren. Vlaanderen bengelt daar aan de staart van het internationale peloton; alleen Ierland en Wallonië doen het nog slechter. “Dat is problematisch voor een regio die wil meespelen in de Champions League”, oordeelt Demuynck. “We hebben hier nog niet zo’n cultuur van levenslang leren zoals in de Scandinavische landen. Zweden, Denemarken en Finland staan in de top drie. Iedereen moet daarvoor zijn verantwoordelijkheid nemen. Zoals je software updatet, moet je ook je kennis op peil houden. Het is zowel aan de kennisinstellingen, de bedrijven als aan de individuen om dit op te nemen. En de overheid moet zorgen voor een kader om dat mogelijk te maken.”

Olympisch diploma

Agoria onderzocht ook de mate waarin Vlaanderen klaar is voor verandering aan de hand van cijfers voor innovatie, digitalisering en industrie 4.0. Voor innovatie, onder andere bepaald op basis van het aantal patenten en private investeringen in onderzoek & ontwikkeling, scoren we een achtste plaats. Île-de-France, Baden-Württemberg en Zweden staan op het podium. “We zijn goed maar niet top. Een achtste plaats is een olympisch diploma, maar eigenlijk moeten we voor de medailles gaan”, reageert Peter Demuynck. Voor digitalisering, gemeten aan het aantal online-aankopen, het aantal onlinetransacties met de overheid en het aantal gezinnen met een breedbandaansluiting, zitten we in de tweede helft van de groep met een zestiende plaats.

“We zijn daarin te weinig radicaal”, zegt Demuynck. “Vlaanderen loopt helemaal niet voorop en moet dringend de digitale transformatie versnellen.” De Vlaamse regering heeft de ambitie alle overheidsdiensten tegen 2020 te digitaliseren. “Het extra budget van 10 miljoen euro per jaar is onvoldoende om die hoge ambitie waar te maken”, vertelt Demuynck. Ook de maakindustrie moet dringend een digitale versnelling hoger schakelen. Voor industrie 4.0, zeg maar de slimme fabriek van de toekomst, staan we op plaats 17. De topregio’s op dat terrein zijn te vinden in Duitsland: Baden-Württemberg, Beieren en Hessen. “We zijn in automatisering en robotica te veel volgers in plaats van koplopers. Eerder gebruikers van nieuwe technologie dan makers. Dat moet veranderen”, benadrukt Peter Demuynck.

Maatschappelijke uitdagingen

In de vergelijkende studie keek Agoria ook naar hoe performant Vlaanderen is voor maatschappelijke uitdagingen zoals klimaat, mobiliteit, gezondheid en milieu. Voor gezondheid, gemeten aan de hand van de levensverwachting, scoren we een zevende plaats. Verrassender is de achtste plaats voor mobiliteit. De congestie van onze grootsteden blijkt in lijn met die in andere Europese regio’s. “Verontrustend zijn onze scores voor klimaat _ CO2-uitstoot per hoofd – en milieu, namelijk luchtverontreiniging. Daar bengelen we aan de staart van de onderzochte groep”, stelt Demuynck vast. Hij ziet wel verklaringen zoals onze hoge bevolkingsdichtheid, de centrale ligging in Europa, sterke industrie, veel logistiek en transport. “Maar dat is geen reden om er niets aan te doen. Er zijn technologische oplossingen om die problemen aan te pakken. Vlaanderen heeft nood aan een meer gefocuste visie op klimaat en rechtszekerheid. Er moeten duidelijke keuzes gemaakt worden voor de lange termijn. Bekijk die energietransitie als een industrieel project en dan kunnen we onze eigen markt gebruiken als referentie voor de export. Werk aan de winkel dus. We zitten op het goede spoor en als we de snelheid serieus omhoog kunnen trekken geloof ik dat we in 2025 top vijf kunnen zijn in Europa”, besluit Demuynck.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content