Het juiste woord op het juiste moment

Wie zijn woorden zorgvuldig kiest, heeft een belangrijke troef in de communicatie met collega’s, klanten en leveranciers. Zo brengt u uw boodschap duidelijk en met tact.

Eerste indruk. Als u een klant voor het eerst ontmoet, personaliseert u uw aanspreking door zijn naam te noemen. “Dag meneer Dinges.” Of het nu een sollicitatie- of verkoopgesprek is, u zegt duidelijk wie u bent.

Jargon. Gebruik geen jargon, ook niet als uw gesprekspartner de sector kent.

Afscheid. Als u afscheid neemt, zegt u niet “Tot ziens”, maar “Het was prettig kennis met u te maken. Als u het goed vindt, zal ik u over een week contacteren.”

Herformuleren. Zowel tijdens een vergadering als tijdens een gesprek onder vier ogen kunt u misverstanden vermijden door de boodschap kort te herhalen. Zo kunt u vlot van onderwerp naar onderwerp gaan.

Conclusie. Wees duidelijk en beknopt. Zeg bijvoorbeeld: “Erik, jij maakt een benchmark van de concurrentie. Els, jij analyseert onze sterktes en zwaktes. We zien elkaar over een week voor een stand van zaken.”

Terechtwijzing. Speel niet op de man, maar op zijn werk. Zeg niet “Ik vond je werk teleurstellend”, maar “De kwaliteit van het dossier stelde me teleur”. Niet “Je kunt beter”, maar “Het kan beter”.

Bron: Management

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content