Gert Verhulst en Hans Bourlon (Studio 100): ‘Ooit geven we de controle op’

© © Franky Verdickt
Stijn Fockedey
Stijn Fockedey Hoofdredacteur a.i.

Gert Verhulst en Hans Bourlon geven zelden een dubbelinterview, maar tekenen in Trends samen de toekomst van hun entertainmentgroep Studio 100 uit.

Man, dat is hier echt vuil”, zegt Gert Verhulst wanneer we een vergaderzaaltje achter de showruimte in Plopsaland in De Panne binnenstappen. Het blijken de restanten te zijn van de rondjes vrolijk wiezen na afloop van de zaalshows de dag ervoor. Verhulst draagt na twintig jaar Studio 100 nog altijd monter de lange reeks shows, die in de zomer meerdere keer per dag worden opgevoerd. En ‘Gertje’ begint zowaar eerst op te ruimen voor hij zich, aan de vooravond van de viering van de verjaardag van het bedrijf, voor het eerst in jaren met medeoprichter en co-CEO Hans Bourlon neerzet voor een dubbelgesprek over hun bedrijf, en een rist heikele punten.

Weinig bedrijven lopen zo in de kijker als Studio 100. Problemen met een milieuvergunning voor Plopsaland, een vraag van de belastinginspectie, het fotoshoppen van een K3-beeld: het wordt steevast breed uitgesmeerd in de pers. Maar Bourlon (54) en Verhulst (48), de Trends Managers van het Jaar 2008, laten het nooit aan hun hart komen. Daarvoor is hun parcours, gebouwd op populaire figuren als de hond Samson, K3, Kabouter Plop, Bumba, Maya De Bij, Wickie De Viking en Mega Mindy, veel te succesvol.

De basis voor hun vrijetijdsimperium legde het duo eind jaren tachtig in een glazen omroepcabine bij de VRT, toen nog BRT. Een handvol jaren later richtten ze Studio 100 op. En nu haalt hun bedrijf een omzet van ruim 150 miljoen euro en breidt het zijn activiteiten als een inktvlek uit. Maar ondanks die hectische decennia zijn Bourlon en Verhulst elkaar nooit in de haren gevlogen. Integendeel. “Ik ken Gert van toen hij 18 was”, zegt Bourlon. “Ik weet welke ambitie en dromen hij toen had en die komen voor een groot deel uit. Gert geniet ervan en dat is geweldig.” “Als je ziet welk parcours wij hebben afgelegd, mag een mens niet veel meer verwachten van zijn leven”, vult Verhulst aan. “Als onze verlangens zouden leiden tot frustraties, zou dat in ons geval heel onbescheiden en gulzig zijn.”

Moet u gemotiveerd worden om ook na zoveel jaren al die shows te blijven doen?

Gert Verhulst: “Mensen vragen altijd aan mij ‘waarom doe je dat nog?’ Ze vinden het blijkbaar raar. Maar ik vind dat een heel dwaze vraag. Waarom zou ik het niet doen? Het zou pas fout gaan met het bedrijf als we zelf zouden neerkijken op iets als samen met de hond optreden. Dat zou respectloos zijn. Dan verloochen je je roots, los van het feit dat ik dat heel graag doe. Wat moet ik dan trouwens wel doen? Thuis in mijn bed wachten tot ik dood ga?”

Hans Bourlon: “Zo’n show is ook het beste om de vinger aan de pols van het publiek te houden. Wat werkt? Waarom werkt het?”

Wat is het leukste aan de job?

Verhulst: “Het is nooit eentonig. We hebben nu vijf weken in Plopsaland gestaan. Dan gaan we weer schrijven en dan draaien we een programma als Zeg eens euh!, en dan is het weer scenario’s lezen of een tv-programma opnemen en dan komt de kerstshow. Ik krijg nooit de tijd om iets beu te worden. Ik hou van afwisseling.”

En van interviews.

Verhulst: “Interviews haat ik. En fotosessies zijn nog erger. (lacht)

Wat is jullie langetermijnplan?

Verhulst: “We hebben een plan, maar het lijkt me onwaarschijnlijk dat dat binnen vijf jaar gerealiseerd zal zijn. Ons pad wordt constant doorkruist door onverwachte zaken, positief én negatief. De impact van digitalisering is natuurlijk zeer groot. Maar wij blijven vooral aan de kant van de makers zitten, niet de distributeurs. Goede verhalen en figuren zullen altijd nodig zijn. Hoe die bij de mensen komen is veel meer een probleem voor de traditionele zenders en de Telenets van deze wereld.”

Jullie hebben vorig jaar 90 miljoen euro opgehaald via een obligatielening, deels om een vorige lening terug te betalen, maar ook voor investeringen. Zal een derde obligatie-uitgifte nodig zijn?

Bourlon: “Neen, want we hadden dubbel zoveel kunnen ophalen. Dat hebben we niet gedaan. De cash die we nodig hebben, is afgestemd op onze plannen. Het heeft geen zin dat je met een hoop geld zit waarmee je niks doet. Het is wel een fantastisch instrument geweest. Het inspireert ons ook dat de mensen ons willen steunen.”

Wat houdt jullie tegen om naar de beurs te trekken?

Bourlon: “Er zijn verschillende redenen waarom we het zouden doen, bijvoorbeeld als we ineens heel veel cash nodig hebben om een grote stap te doen. Tot op heden is zo’n obligatielening voldoende geweest. Maar misschien komt er een gigantisch plan dat heel veel geld kost.”

Jullie zijn dus bereid de meerderheid en de controle over het bedrijf op te geven?

Verhulst:“Dat zal ooit toch gebeuren, gewoon door het feit dat wij geen familiebedrijf zijn. Anders zouden misschien onze kinderen voor opvolging kunnen zorgen. De kans is dus groot dat we er vroeg of laat uitstappen. Maar dat is nog niet gepland, want stel dat ik morgen verkoop, ga ik dan mijn geld steken in dingen die allemaal minder interessant zijn? Hier weet ik tenminste waarover het gaat, ik ken de sector en de plannen van het bedrijf. Er zijn weinig betere investeringen dan ons eigen bedrijf.”

Bourlon: “Het is niet voor niets dat Fortis Private Equity er al zo lang inzit.”

Hoe is BNP Paribas Fortis Private Equity bij jullie gekomen?

Bourlon: “Met de auto.”

Verhulst: “Humor zit vooral aan deze kant van de tafel. (lacht)

Bourlon: “In 2007 was Danny Verbiest (de originele stem van de pluchen hond Samson, nvdr) uitgestapt en was de mediagroep VMMa uit onze parken gestapt. Wij hadden dat allemaal overgenomen, maar wilden iemand nieuws binnenlaten. Er zijn er veel de revue gepasseerd, maar CEO Brigitte Boone was toen bij Fortis Private Equity onwaarschijnlijk enthousiast. Zij is daar weg, maar zit nog als onafhankelijke bestuurder in onze raad van bestuur.”

Jullie zitten al sinds 2006 met dezelfde aandeelhoudersstructuur.

Bourlon: “De komende drie à vier jaar kunnen we daarmee groei creëren. Het is wel zo dat de wereld geglobaliseerd is en heel grote groepen de markt bepalen. Als je internationaal een zeer grote speler wil worden, moet je samenwerken of je verbinden met iemand anders.”

En die kans bestaat?

Bourlon: “We sluiten niets uit. Voor velen is de vrijetijdssector met zijn parken zeer boeiend, omdat die sector nooit wankel lijkt te zijn. Het is tastbaar, stabiel en groeiend. We zijn een interessante bruid. We hebben met een viertal Chinese partijen aan tafel gezeten. Die vliegen naar Brussel, en de eerste vraag is dan ‘kunnen wij u kopen?’.”

Hoeveel overnamedossiers liggen op jullie tafel?

Verhulst: “Dat zijn er een tiental geweest. Veel familieparken hebben het zeer moeilijk, maar passen perfect in onze overnamestrategie. Maar je moet dat ook kunnen managen.”

Lag ook Durbuy Adventure, waar Marc Coucke dit jaar is ingestapt, op tafel?

Bourlon: “Daar hebben we niet naar gekeken, maar we bekijken wel waar we nog twee waterparken kunnen bouwen in de buurt van steden in Vlaanderen. Voor eind dit jaar zal wel duidelijk zijn waar precies. Afhankelijk van de staalprijs kosten die ongeveer 20 miljoen euro.”

Is er ooit een kritisch moment geweest?

Verhulst: “Op het moment zelf ervaar je dat zo niet, maar de overname van Meli-Park is zoiets geweest. Dat had helemaal anders kunnen aflopen. Het overnamebedrag was correct, maar in verhouding tot onze activiteiten waanzinnig.”

Liggen jullie wakker van grote investeringen?

Verhulst: “Ik lig van niks wakker, behalve leuke dingen, en er liggen een aantal in het vet voor het najaar. Aan dingen als die fraudezaak (een stafmedewerker en vertrouweling van Studio 100 heeft het bedrijf voor 4 miljoen euro opgelicht, nvdr) kan ik toch niets veranderen. En als je van dat soort investeringen in parken wakker ligt, moet je dat niet doen maar voor een baas gaan werken.”

Hoe moet het nu verder?

Bourlon:“Vooruit zeker. Toen wij vorig jaar de ronde deden om mensen te overtuigen in te tekenen op onze obligatie-uitgifte, was de bottom line van het verhaal dat wij meer van hetzelfde gaan doen. Wij zijn geen ondernemers die denken dat wij de cijfers in twee à drie jaar zullen verdubbelen door agressieve overnames en ons rijk te rekenen aan synergie.”

Hoe belangrijk was de overname van EM, waardoor jullie onder meer Maya De Bij in handen kregen?

Bourlon: “EM heeft ons internationaal op de kaart gezet. Ik ben dit jaar gaan fietsen in Nicaragua en zag in een onnozel stadje een cinema die vijf films had geprogrammeerd. Onze Maya was erbij. En deze zomer ben ik gaan fietsen in Armenië. Ik stap een winkel binnen in Yerevan, en daar liggen minstens vijftig producten van Maya.”

Verhulst: “We gaan zwaar inzetten op verblijfstoerisme, met een hotel bij Plopsaland als eerste stap. We gaan er geen verdubbeling van het aantal bezoekers in het park mee realiseren, maar onze bezoekers vragen al lang naar hotelverblijf. Daarin zit volgens ons een zeer groot groeipotentieel.”

Studio 100 is altijd op meerdere pijlers gebouwd. Maar die van de cd-verkoop heeft het moeilijk.

Verhulst: “Wij hebben simpel gesteld ons eerste gebouw gekocht met een voorschot van de platenfirma. Dat zegt genoeg. Toen was dat de belangrijkste inkomstenbron.”

Bourlon: “Vandaag betekent een nieuw liedje opnemen vaak kosten maken op het budget van de show. Daaraan zie je hoe snel een economie kan verdampen, al hebben we toch 270.000 cd’s van K3 verkocht deze winter.”

Verhulst: “Uiteindelijk heeft de platensector zijn eigen put gegraven. Die had de pionier moeten zijn in het vervangen van de cd. Maar de sector is angstvallig het medium cd blijven verdedigen door te beveiligen tegen kopiëren. Ze hebben zich blindgestaard op dat schijfje. Anders was er nu misschien een beter systeem. Spotify is een topsysteem, maar met het geld op mijn afrekening kan ik amper een tutterfrut kopen.”

Bourlon: “De marges op cd’s waren ook gigantisch. Ze voelden zich onaantastbaar. De champagne liep er van de trappen.”

Ook in merchandising vallen de inkomsten terug.

Verhulst: “Alles wordt verlegd naar het digitale. Mensen lopen ook op straat Pokémons te vangen.”

Bourlon: “Een kind van drie jaar kan op een iPad educatief en interactief spelen. Dat zijn fantastische tools. We hebben periodes gehad dat we 180 boeken per jaar maakten in onze tekenstudio. Nu zijn dat er nog 70. Boeken blijven bestaan, maar worden economisch een zeer moeilijk gegeven.”

Verhulst: “Laat ons dat toejuichen. Er is toch niets zo raar dan dat je eerst bomen moet omkappen, daar via een ingewikkeld procedé papier van maakt, dan met hopen inkt boeken drukt en die met grote camions naar winkels brengt. Ik heb niets tegen boeken, maar de digitale weg is geniaal. Om te merken dat de boodschap anders wordt verpakt, moet je geen einstein zijn.”

Hoe houden jullie de vinger aan de pols? Via contacten met de Googles en Apples van deze wereld?

Bourlon: “Met Apple werken wij samen voor apps, met Google niet. Met Netflix dan weer wel.”

Youtube?

Bourlon: “Youtube is een wit blad waarop iedereen mag schrijven wat hij of zij wil. Je moet niet zeggen tegen Youtube ‘wij hebben iets, als je ons betaalt, zetten wij het erop’. Maar je kan wel afspreken over auteursrechten. Wij zetten er dingen op, bijvoorbeeld vijf afleveringen van Bumba die we nu en dan wisselen, en zij zorgen voor de reclame. De inkomsten worden gedeeld, en zij respecteren de auteursrechten.”

En u bent er tevreden over?

Bourlon: “De nieuwste K3-clip had in één week 2 miljoen views. Eén Bumba-aflevering haalt vaak 10 miljoen views, wat zeer begrijpelijk is. Een iPad is de snelste weg naar Youtube om een kindje even gefocust te houden.”

Verhulst: “De boodschap is dat je al die dingen moet omarmen. We moeten ervan uitgaan dat al die nieuwe vormen van distributie content nodig hebben. Daarop moeten we inspelen.”

Waarom zitten jullie in Parijs en Sydney met een animatiestudio?

Bourlon: “Frankrijk heeft een systeem dat gericht is op de creatie van hoogculturele banen. Dat is een fantastisch systeem dat onder president François Mitterrand en minister van Cultuur Jack Lang werd geïntroduceerd. Dat werkt met een puntensysteem. We kunnen die activiteiten dus niet naar Schelle halen, omdat we anders niet aan onze punten komen. Frankrijk is zo het mekka van de tekenfilm geworden. Dat had even goed België kunnen zijn. En wat Sydney betreft: dat is natuurlijk een aantrekkingspool. Onder de middag gaan ze surfen.”

Wat had Vlaanderen moeten doen?

Bourlon: “Na de overname van EM hadden we een investeringsplan voor een aantal series, voor ongeveer 100 miljoen euro. We zijn bij minister van Cultuur Bert Anciaux geweest en zeiden wat Parijs ons kon bieden. In Frankrijk kun je 25 procent van wat je er investeert, recupereren. In Australië kun je tot 40 procent gaan. Anciaux stuurde ons naar Fientje Moerman, toen minister van Economie. Die stak haar handen in de lucht. België kon dat niet matchen. Los van het feit dat je hier tien jaar nodig hebt om dat talent te verzamelen.”

Hoeveel banen extra hadden jullie aan Vlaanderen kunnen bieden?

Verhulst: “Enkele honderden, boven op de duizend voltijdse die we nu hebben.”

Wat kan de overheid doen om jullie het leven gemakkelijker te maken?

Verhulst: “Rechtszekerheid is heel belangrijk, stabiliteit in de regelgeving.”

Bourlon: “Op zeker moment waren wij volop aan het investeren in onze parken, zeer risicovol, en ging de overheid heel veel geld in het Land van Ooit pompen, een park recht in onze doelgroep. Dan vraag je je wel af of je nog verder moet investeren.

“In Frankrijk wordt de sector objectief gestimuleerd. Taxshelter is ook zo’n systeem, maar ze willen het voor theater, en dan voor musea, en wat nog. Als je morgen alles taxsheltert, kun je beter algemeen de belastingen verlagen. Maar weet je, vroeger waren het de landbouwers die altijd zaagden. Soms zijn het nu de ondernemers. Wij doen daar niet aan mee.”

Wat was jullie drijfveer? Respect krijgen?

Verhulst: “Neen, want dat zou impliceren dat we gefrustreerd zijn, en dat is nooit het geval geweest. Die erkenning die we onder meer via jullie Manager van het Jaar 2008 hebben gekregen, is mooi meegenomen maar niet essentieel om te overleven en om gelukkig te zijn. Zowel artistiek als zakelijk voelen we dat mensen almaar beter snappen dat we met iets bijzonder bezig geweest zijn. Ik begrijp dat dat heeft geduurd, als je ziet met welke activiteiten wij groot geworden zijn. Een man met een hond, daar komt het op neer.”

Bourlon: “Ik vond het fantastisch toen Gert vorig jaar met Samson ging optreden in Gent voor studenten en heel dat plein vol twintigers massaal al die liedjes meezong. Ook voor K3 hadden we zalen vol twintigers. Plots hangt daar nostalgie rond. Je voelt dat dat over generaties heen gaat en dat je deel wordt van een cultuur. Dat is heel sterk.”

Alles wat jullie doen, wordt uitvergroot. Zo rijst de vraag of jullie zich wel bewust zijn van de impact van het fotoshoppen van K3’tje Marthe op de jeugd.

Verhulst: “Wil jij mijn foto zien die hier in het park hangt? Ik rijd daar elke dag voorbij en pis in mijn broek van het lachen. Dat is precies dat manneke van op een doos Betterfood-koeken. Ja, onze fotoshopper was bij Marthe iets te enthousiast. Ik denk dat het moeilijk is om te stoppen als je een keer bezig bent (lacht). Daar zit niet echt een strategie achter. Het had ook te maken met het feit dat ze de foto gekanteld hadden om een bepaald perspectief te geven. Maar het is een storm in een glas water. Ik denk dat veel bedrijven jaloers zijn op het feit dat wij met dat soort onnozelheden op de eerste pagina van een gazet komen, want dat is natuurlijk onbetaalbare publiciteit.”

Zullen de figuren die jullie gecreëerd hebben, jullie overleven?

Verhulst: “Dat is afhankelijk van wanneer wij doodvallen, en dat is zeer onvoorspelbaar. Dat kan hier à la minute gebeuren (lacht). Maar ik denk het wel, misschien niet alle figuren, maar toch de meeste. Kijk hoelang andere meegaan, zoals Suske en Wiske en Jommeke, die veel minder ondersteund worden dan onze figuren.”

Zijn jullie maten, of eerder zakenpartners?

Verhulst: “Dat heeft zelfs geen naam. Je bent bijna een soort familie.”

Bourlon: “En familie is onvoorwaardelijk.”

Verhulst:“De jongste tijd zien we elkaar weinig, maar dat is ook niet nodig. Een sms’je of een e-mail volstaat. We zitten na bijna dertig jaar samenwerken zodanig op dezelfde golflengte voor heel veel dingen dat er zelden een discussie of een conflict is. Nooit eigenlijk. Heel raar.”

Bourlon: “Ik kan me geen fundamentele discussie herinneren. Het gebeurt wel dat als er iets op tafel ligt, we naar elkaar kijken en de twijfel zien. En dan is het dikwijls op het toilet dat we elkaar ontmoeten en tijdens het plassen het antwoord hebben (lacht).”

Maar samen pinten pakken zit er niet in?

Verhulst: “Hij drinkt niet meer, is zeer sober geworden. (Tot Bourlon) Jij krijgt toch altijd hoofdpijn van bier?”

Bourlon: “Dat is opgelost, met een klein bloeddrukpilletje.”

Verhulst:“Goed nieuws (lacht).”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content