‘Een start-up is niet alleen voor heel knappe koppen’

PETER EN AIDA HINSSEN "De gesprekken met jonge Belgische techondernemers trokken iedereen over de streep." © Thomas De Boever

Zo’n twintig Belgische bedrijfsleiders en kaderleden hebben met hun zoon of dochter Silicon Valley bezocht. De verhalen van jonge, uitgeweken Belgische ondernemers waren nog de grootste openbaring voor de jongeren.

De grootvader van de bekende techexpert en ondernemer Peter Hinssen bracht decennialang bussen vol katholieken naar Lourdes. Zijn kleinzoon brengt nu met de innovatiespecialist nexxworks al enkele jaren Belgische bedrijfsleiders naar een ander bedevaartsoord: Silicon Valley, de techcluster waar Google, Tesla, Facebook en andere bewonderde en gevreesde titanen huizen. “Ik kan de reacties intussen al zo’n beetje voorspellen”, zegt Peter Hinssen. “De bedrijfsleiders, kaderleden en ondernemers schrikken vooral van hoever Silicon Valley technologisch staat, en van de zware impact die de innovaties zullen hebben op hun bedrijf en op de samenleving. In het begin staan ze ook sceptisch tegenover de dadendrang van ondernemers die er met een uitgestreken gezicht verklaren dat ze ‘a dent in the universe’ willen veroorzaken. Maar uiteindelijk raken alle deelnemers toch besmet met het ondernemers-enthousiasme van Silicon Valley om de wereld te kunnen verbeteren. Velen van hen vonden het daarom na afloop jammer dat hun kinderen niet mee waren, dat het hen ook kon inspireren.”

Een van hen was Thierry Geerts, countrymanager België bij Google. “Het is niet alleen interessant voor de jeugd, het was ook een opportuniteit voor de ouders om eens niet in een groepje van min of meer gelijkgestemde zielen zulke plaatsen te bezoeken.” Na wat puzzelen kwamen Hinssen en co tot een haalbaar programma. In de krokusvakantie bezocht een delegatie van 34 ouders en hun kinderen San Francisco en omstreken. Het werd een intensieve reis van vijf dagen, die niet veel verschilde van de reizen die Hinssen doorgaans voor zakelijke klanten organiseert. Ook nu vormden bezoeken aan bedrijven en topuniversiteiten de rode draad.

Inspireren

Thierry Geerts nam zijn zoon Louis (20) mee, Peter Hinssen zijn dochter Aida (18). Op verzoek van Trends hielden beide duo’s een dagboekje bij om achteraf te kunnen zien in hoeverre hun kijk op ondernemen en technologie verschilt. “Sommige jongeren bleven de eerste dagen wat op de vlakte, sloten zich wat af”, zag Aida Hinssen. “Mijn vader was toen heel zenuwachtig. Hij verveelt niet graag mensen. Uiteindelijk trokken de gesprekken met de jonge techondernemers Louis Jonckheere van Showpad en Davy Kestens van Sparkcentral die laatste twijfelaars over de streep. Vanaf dan was iedereen enthousiast. Hun verhalen sloten beter aan bij onze leefwereld, ook omdat ze hun fouten en problemen niet verbloemden. Ze vertelden bijvoorbeeld heel open over hun slechte schoolresultaten. Dat maakte het makkelijker ons met hen te identificeren én het maakte duidelijk dat een start-up niet alleen weggelegd is voor heel knappe koppen. De meeste mensen die we daarvoor hadden gezien, waren genieën, mensen die schijnbaar in alles uitblinken.”

Ons onderwijs legt nog altijd te veel de nadruk op informatie erin stompen en te weinig op inspireren

Eigenlijk kende niemand van de jongeren die jonge Belgische techondernemers. “Alle ouders hadden al eens iets over Showpad of Sparkcentral gelezen, over hoe ze zo snel groeien en internationale investeerders overtuigen. Maar de berichtgeving dringt precies niet door tot bij de jeugd”, zegt Peter Hinssen. Maar ook internationale ondernemers zoals Mark Zuckerberg of Elon Musk zijn eigenlijk niet zo bekend. “Ik heb Musk voor het eerst leren kennen via een YouTube-filmpje over zijn ruimtevaartbedrijf SpaceX”, zegt Louis Geerts, die idea and innovation management studeert aan de Erasmushogeschool Brussel. “Ik heb later op aanraden van mijn vader zijn biografie gelezen. Ik vond dat zeer interessant. Ik wil een bedrijfje starten, maar ik heb nog geen goede sparringpartner gevonden. Ik merk dat de drang om een eigen zaak te starten bij mij groter is dan bij sommige van mijn studiegenoten.”

“Ik steun hem volledig in die plannen”, zegt Thierry Geerts. “We hebben aan deze reis twee ideeën voor start-ups overgehouden, die we samen willen uitwerken. Eén idee moet nog rijpen, het andere is al iets concreter. We hebben The Nueva School bezocht, een privéschool voor hoogbegaafde leerlingen. Iedereen was onder de indruk van hoever die kinderen stonden. Enkele tieners waren daar een zelfrijdende auto aan het bouwen. Natuurlijk kan dat enkel omdat het algemene niveau bijzonder hoog ligt. Dat komt niet alleen door het intellect van de kinderen, maar ook door hun grote motivatie. Ons onderwijs legt nog altijd te veel de nadruk op informatie erin stompen en te weinig op inspireren.”

Die extreme concentratie aan briljante kopjes heeft ook een keerzijde. Enkel de rijken kunnen het schoolgeld van meer dan 40.000 euro per jaar betalen. “De VS zijn een land van extremen”, zegt Peter Hinssen. “Zulke privéscholen geven een vertekend beeld. Zelfs in het rijke Silicon Valley zijn er arme scholen. Bovendien kampen de leerlingen die in zo’n uitzonderlijke omgeving zitten met hun eigen problemen. De zelfmoordcijfers onder hen zijn uitzonderlijk hoog. Goede punten zijn onvoldoende, ze willen excelleren om bij bedrijven als Google of Facebook binnen te raken en de wereld te kunnen veranderen. Eigenlijk moeten de leraars hen afremmen.”

Laat die robots maar komen

De deelnemers kregen ook een overdosis technologie. Een opmerkelijke stop was het lab van Pieter Abbeel. De Belg is verbonden aan Berkeley en gespecialiseerd in artificiële intelligentie (AI). Hij speelt ook een belangrijke rol in Open AI, een organisatie van Elon Musk die samen met nog wat andere techmiljardairs onderzoek financiert naar AI-software die de mensheid niet zal vernietigen. “Het was bij momenten zeer technisch”, zegt Louis Geerts. “Niet makkelijk te volgen. Bij iedereen kwam er geregeld rook uit de oren (lacht). Achteraf hebben we met de jongeren nog wat gepraat over de vraag of de robots alle jobs zullen overnemen. Ik denk dat er andere banen zullen komen, voor mij kan AI niet snel genoeg overal ingepast worden. Ik wil leren programmeren, maar ik besef dat ik nooit goed genoeg zal zijn om bijvoorbeeld zelf aan AI-software te werken.”

Alle ouders hadden al eens iets over Showpad of Sparkcentral gelezen. Maar de berichtgeving dringt precies niet door tot bij de jeugd.

“De timing moet meezitten”, erkent Thierry Geerts. “Davy Kestens leidt nu een softwarebedrijf dat diensten levert aan multinationals, de grootste luchtvaartmaatschappijen ter wereld. Maar zijn eerste succes kwam voort uit het feit dat hij websites begon te maken toen iedereen het vak nog aan het leren was. De drempel was dus veel lager. Ik heb ook nog programma’s geschreven voor kmo’s toen de eerste pc’s in het bedrijfsleven opdoken. AI is wellicht enkel weggelegd voor mensen met een zeer grote technische bagage. Bij het internet der dingen kunnen leken wel nog relatief snel mooie dingen maken. Sensoren kunnen nu overal ingestoken worden. Een intelligente koffiemok bijvoorbeeld, die aangeeft of de drank niet te heet is. Dat is niet het meest innovatieve gadget, maar zulke toepassingen kunnen door een veel bredere groep ondernemers ontwikkeld worden, dan toepassingen met A.I.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content