Carl Dewulf (LVD): ‘We zijn te weinig chauvinistisch’

© Jelle Vermeersch
Wolfgang Riepl
Wolfgang Riepl redacteur bij Trends

LVD uit Gullegem is de wereldwijde technologieleider in machines voor het plooien van staal. Volgens gedelegeerd bestuurder Carl Dewulf is er nog hoop voor de Vlaamse industrie. “In bepaalde domeinen van engineering hebben we de beste mensen van de wereld.”

VOKA plaatst LVD bij de ‘Verborgen kampioenen’. Dat zijn ondernemingen met een wereldwijde voortrekkersrol in een bepaalde niche. “We zijn getest op een aantal criteria. Gedreven ondernemerschap. Sterke internationalisering. Eigen technologische ontwikkeling. De focus op een deelmarkt, en daarin de marktleider blijven of worden. Na toetsing van die criteria, zaten we duidelijk boven het olympisch minimum”, legt gedelegeerd bestuurder Carl Dewulf uit.

België is een kleine markt. Hoe overwint u dat nadeel?

Jean-Pierre Lefebvre (bestuursvoorzitter). “Onze kleine thuismarkt was heel lang een handicap voor ons. Onze Duitse concurrent is thuis in Duitsland, de tweede grootste markt van de wereld.”

Dewulf: “Het is zoals in het voetbal. Het thuisvoordeel is belangrijk. Je moet vertrouwen hebben in producenten uit je eigen land. Indien LVD was gestart met dezelfde configuratie en hetzelfde ondernemerschap als in Duitsland, was LVD vandaag twee tot drie keer groter. De klant koopt een gelijkwaardig product liever in eigen land dan in het buitenland.”

LVD is Belgisch, dus het zal wel niet goed zijn?

Francis Van Neste (LVD Benelux). “Nee, dat niet noodzakelijk. Maar een Amerikaan redeneert als volgt: als ik iets evenwaardigs in de VS kan kopen, waarom zou ik het dan niet in de VS kopen? Een Vlaming heeft vaak de omgekeerde reactie. We zijn te weinig chauvinistisch.”

Wat vindt u van het industriële beleid in België?

Lefebvre: “Onze handicap in productie- en arbeidskosten is een realiteit. We hebben in dit land lang geloofd dat het allemaal kon, omdat onze productiviteit veel hoger lag. We zijn zeker heel productief. Maar zijn we zoveel productiever dan Duitsers of Japanners? Van al onze concurrenten heeft er maar één hogere kosten, en dat is een Zwitserse concurrent”.

Maar over onderwijs en scholing bent u wel tevreden?

Dewulf: “We kampen overal ter wereld met hetzelfde probleem: er zijn te weinig technisch geschoolde mensen, zowel in gebieden met hoge als met lage werkloosheid. Maar in België hebben we zeer goed opgeleide mensen. In bepaalde domeinen van mechatronica-engineering hebben we zelfs de beste mensen van de wereld.”

U verwijst geregeld naar het Duitse model, met bijvoorbeeld de combinatie van leren en werken.

Dewulf: “Op die combinatie ben ik zeker gezond jaloers. Onze politici willen geen goede zaken kopiëren uit Duitsland. Gewoon kopiëren. Je hoeft ze zelfs niet uit te vinden! ‘Wij hebben ook stageplaatsen’, hoor je dan. Maar die stageplaatsen zijn er vooral voor schoolzieke en moeilijk te motiveren jongeren, die je toch nog een laatste kans geeft. Echt alternerend leren dat leidt tot een volwaardig diploma komt hier amper van de grond door een gebrek aan visie en samenwerking. Daarnaast is er in Duitsland aandacht voor technologie. EMO is de grootste beurs voor machinebouw in Duitsland. Eén hal is volledig toegespitst op studenten, met allerlei fantastische attracties. Bijvoorbeeld een robot van Kuka met een rollercoaster erop. Dat wordt niet betaald door de industrie, maar door de overheid.”

Het volledige portret leest u deze week in Trends.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content