In hun boek How to breed Gazelles: Creating business for Growth gaan de professoren Innovatie Nikolay Dentchev (rechts op de foto) en Kris Vander Velpen op zoek naar wat een bedrijf duurzaam doet groeien. Een van de succesfactoren is positieve obsessie.
U kunt zich hiernaast abonneren op de nieuwsbrief Bizz By Mail en zich uitschrijven door hierboven te klikken op de tab ‘registreren’ of ‘registratie wijzigen’.
U gebruikt de term ‘positieve obsessie’ om een theoretisch kader te bouwen rond veelgebruikte termen zoals ‘doorzettingsvermogen’ en ‘passie’. Zeker bij die laatste term hameren veel mensen op passie, maar passie kan evengoed negatief zijn.
VANDER VELPEN. “Positieve obsessie geeft je de weerbaarheid om mijlpalen te halen als het wat minder gaat, en zorgt dat je een netwerk van belanghebbenden creëert die je zullen helpen. Die positieve obsessie is de drijfveer achter leiderschap.”
NIKOLAY DENTCHEV. “Een obsessie betekent dat je in beslag genomen wordt door je activiteit. De vraag is wat jou in beslag neemt? Als je telkens uitkijkt naar verbetering, dan tel je je uren niet. Het gevolg is dat je niet veel privéleven meer hebt of geen tijd hebt voor je gezondheid. Dat zijn allemaal aspecten van je persoonlijke leven die in balans moeten zijn. Als dat niet zo is, keert zich dat tegen je. Je moet je afvragen waarom je iets doet. Als je dat doet omdat je denkt dat het bedrijf niet zonder je kan of om jouw eigen idee door te drijven, dan ga je in de verkeerde richting.”
In de cultuur van wordt de nine-to-five-mentaliteit bekritiseerd: je moet constant werken voor je bedrijf. Dat je geen privéleven hebt en niet gezond leeft, hoort er volgens velen bij. Dat is dus niet nodig?
DENTCHEV. “Het is geen zwartwitverhaal: we zeggen niet dat er geen momenten kunnen zijn waarop je geen twintig uur per dag werkt om een deadline te halen. Wat we bedoelen, is dat wanneer je obsessie zich richt op jezelf of op wat je hebt gerealiseerd en je geen aandacht hebt voor jezelf en voor je privéleven, dan begint dat schadelijk te worden.”
Bron: het volledige interview in Trends van 21 november 2013.
