Belg Lieven Bertels bouwt mee aan kunstencentrum van Walmart-familie

LIEVEN BERTELS "Gelukkig begrijpen de Vlaamse ministers van Cultuur de waarde van creativiteit als exportproduct." © Jonas Lampens
Sjoukje Smedts  medewerker van Trends

De Belg Lieven Bertels is de eerste werknemer van het nieuwe kunstencentrum van de Walmart-familie. Hoe groot het budget wordt, hangt af van hoe goed de beurzen het de komende jaren doen. “Dat is in België niet eens zo anders, hoor.”

Vraag aan Lieven Bertels (46) hoe je zijn voornaam in het Engels uitspreekt en hij antwoordt dat het nog het meest lijkt op ‘leaving’. “Zoals in het nummer Leaving on a Jet Plane.” En vertrekken met een vliegtuig, dat doet hij binnenkort opnieuw. Sinds 1 september is hij de eerste werknemer van The Momentary, een nieuw kunstencentrum van de Amerikaanse familie Walton, de familie achter de supermarktketen Walmart.

Bertels trekt naar Bentonville, in de staat Arkansas, waar de Waltons zes jaar geleden ook al het Crystal Bridges Museum of American Art hebben geopend.

“Veel mensen stonden daar toen afwachtend tegenover. Waarom moest er een museum komen in Bentonville of all places, een stadje in een fly-over state?” vertelt Bertels.

Om The Momentary mee uit te bouwen, moest Bertels zijn baan als directeur en artistiek leider van Leeuwarden-Fryslân 2018 opgeven. Hoe de stad en de regio Culturele Hoofdstad van Europa worden, moet hij dus missen. Voor het zingen de kerk uit, noemen ze het in Friesland. “Ik weet het, maar dat soort avonturen komt maar heel zelden voorbij. De kans dat je een familie ontmoet die gepassioneerd miljoenen van haar privékapitaal in kunst wil investeren, is behoorlijk klein”, weet Bertels.

Soms krijgt hij headhunters aan de lijn die op zoek zijn naar een culturele crisismanager. Die weten dat hij het als directeur van het Sydney Festival enkele jaren geleden plots met een miljoen Australische dollar minder moest doen.

In België private donateurs zoeken voor de cultuursector? Jongens, laten we realistisch blijven

“Op een subsidie van 6 miljoen was dat substantieel, al zijn dat soort mokerslagen in onze sector niet ongebruikelijk. Alleen weet ik niet of het een volgende keer zou lukken daar zo mee om te gaan als in Sydney, waar ik een heel goed team had. Als crisismanager ben je in de culturele sector toch snel als een blusbedrijf op een brandend olieboorplatform”, vindt Bertels. “Dan intrigeerde het aanbod van Walmart me veel meer.”

Ook al omdat de Waltons hun zaak heel enthousiast bepleitten, zegt Bertels. Vier familieleden die niet in Bentonville wonen, vlogen in om kennis te maken en uit te leggen wat ze voor ogen hebben: een kunstencentrum dat ook een jonger publiek aanspreekt. Hoe dat er precies moet uitzien, bekijkt Bertels met een team van architecten.

De voormalige kaasfabriek van Kraft die de Waltons kochten voor het project, is in een 3D-model gegoten. “Nu kan het dromen en het schetsen beginnen. The Momentary opent in 2020. Je kunt het nu dus nog zien als een kleine start-up, zeker in vergelijking met het Crystal Bridges Museum, waar ruim 300 mensen werken.

Daardoor is het ook zo’n mooie kans”, zegt Bertels. “Ik ben niet de man om enkel de draad van iemand anders op te pikken en voort te breien in dezelfde kleur en hetzelfde patroon.”

Toch zal niet iedereen uw vertrek naar een kleine Amerikaanse stad begrijpen.

LIEVEN BERTELS. “Maar onderschat niet hoe de familie Walton van een sleepy old town een dynamische stad heeft gemaakt. In de hoofdzetel van Walmart in Bentonville alleen al werken 20.000 mensen. De familie moet dus de hele tijd mensen overtuigen om te vertrekken uit San Francisco, Los Angeles, New York of Atlanta, om in Bentonville te komen werken. Wat opvalt, is dat mensen er daarna willen blijven. De levenskwaliteit is er heel hoog en de Waltons investeren nog extra, bijvoorbeeld in onderwijs. Ze weten dat goede scholen helpen om personeel aan te trekken en te houden. Ook hun investeringen in cultuur zien ze als een troef. Niet alleen voor de inwoners, ook voor de bezoekers van Bentonville. Via cultuur willen ze ook de toeristische economie aanzwengelen.”

Het lijkt bijna alsof u al bent gebrainwasht door Walmart.

BERTELS. “Nee hoor, ik stel dat heel onafhankelijk vast. Toen een headhunter me contacteerde voor deze baan, reageerde ik eerst ook schoorvoetend en kritisch. Ik moest bovendien toegeven dat ik niet wist waar Bentonville lag en dat ik het Crystal Bridges Museum niet kende. Ondertussen weet ik dat het een prachtig museum is, dat goed wordt geleid. Als je ziet welke curatoren bijvoorbeeld worden aangetrokken, weet je dat het meer is dan museumpje spelen. Terwijl de familie Walton niet verplicht is zulke projecten uit te bouwen. Ik kan me niet indenken dat ze zich daar sociaal verplicht toe voelen. Alle familieleden zijn heel discreet en lopen echt niet te koop met dat initiatief.”

Het kunstencentrum komt er dus niet om het imago van Walmart op te blinken?

BERTELS. “De familieleden willen vooral de regio waarin ze zijn opgegroeid steunen. Maar het spreekt voor zich dat de mensen die de middelen ter beschikking stellen, mee sturen waar het geld terechtkomt. Los daarvan kan ik straks wel mijn eigen koers varen. Dat zie ik ook bij de directie van het Crystal Bridges Museum. Daarin verschilt de manier van werken niet met die in België. Om het met een mooi Engels woord te zeggen: stakeholders heb je altijd en overal. Als je in Vlaanderen werkt voor een kunstencentrum, ga je ook niet elke week een productie uitnodigen die tegen de schenen van de Vlaamse overheid trapt. Misschien zien sommigen daar propaganda van de overheid of zelfcensuur in, maar ik ervaar dat niet zo. Net zoals ik niet de indruk heb dat de bezoekers van het Crystal Bridges Museum vinden dat het museum een schaamlapje van de familie Walton is. De familie opende het uit passie en om iets terug te geven aan de maatschappij. Dat is het Amerikaanse model. De enige manier om daar aan cultuur te doen, is via private giften en sponsoring.”

Als crisismanager ben je in de cultuursector snel als een blusbedrijf op een brandend olieboorplatform

Ook hier klinkt almaar vaker dat er privégeld naar kunst en cultuur moet stromen. Terecht?

BERTELS. “Sinds ik in Australië aan fondsenwerving deed bij private donateurs, krijg ik in België vaak de vraag of we hier hetzelfde model niet moeten toepassen. Jongens, laten we realistisch blijven. De fiscale druk is hier wat hij is. Je kunt dus niet verwachten dat mensen die hun belastingen normaal betalen ook nog eens in dezelfde mate geld schenken aan cultuurinstellingen. Zelfs niet van mensen die het wat breder hebben. Als je een collectie van beeldende kunst opbouwt, heeft die nog een financiële waarde, maar als je geld in podiumkunsten stopt, zie je daar weinig van terug. Dat moet je echt uit passie doen. Natuurlijk zou het goed zijn het systeem van de taxshelter uit te breiden of via andere stimulansen mensen aan te moedigen te investeren in cultuur. Los daarvan ben ik heel blij met de culturele diversiteit die er is dankzij het Vlaamse en het Europese model.”

Was u toch niet de man die zich ooit afvroeg of het label ‘from Flanders’ nog wel een keurmerk is?

BERTELS. “Als je ziet hoe onze creatieve industrie internationaal scoort, besef je dat die een belangrijk deel uitmaakt van het merk Europa. Daarom hoop ik dat we met z’n allen blijven inzien dat het ondersteunen van kunstenaars en cultuurorganisaties onze regio echt iets opbrengt. Toen ik vreesde voor het keurmerk ‘from Flanders’, doelde ik vooral op het risico dat die ondersteuning zou worden beknot door besparingen. Gelukkig hebben de opeenvolgende Vlaamse ministers van Cultuur de waarde van creativiteit als exportproduct begrepen.”

Hoe zeker bent u dat uw budget bij Walmart niet wordt beknot?

BERTELS. “The Momentary is niet rechtstreeks verbonden met het familiebedrijf, het is een aparte stichting. Er komt een zogenoemd endowment fund. Dat moeten we samen met financiële specialisten wijs beleggen om met de winst de werkingskosten van het kunstencentrum te betalen. Momenteel ligt de opbrengst van de grote fondsen tussen 4 en 5 procent. Als er tussen 100 en 140 miljoen in zo’n fonds zit, kun je dus 5 à 5,5 miljoen reserveren voor de werking van je instituut. De rest van de inkomsten haal je onder meer uit de ticketverkoop.”

Dus als de beurs straks crasht, bent u uw werkingsbudget kwijt?

BERTELS. “Dat is grote culturele instellingen in Amerika al vaak overkomen. Dus ja, mijn budget is marktgevoelig, maar dat zijn de culturele budgetten in Europa ook. Het is naïef te denken dat het hier anders is. De invloed van de markt laat zich hier misschien trager voelen, maar uiteindelijk zijn we ook allemaal aandeelhouder in de nv Vlaanderen, België en Europa. Als de economie slabakt, blijven er ook minder centen over om mee aan de slag te gaan. Als je dat vanaf een afstand bekijkt, is werken met subsidies dus niet zo anders dan werken met privégeld dat wordt belegd. Alleen volgt in Europa al snel een opgestoken vingertje als je zegt dat je in de culturele sector actief bent voor een familie die ook een bedrijf leidt. Terwijl Europeanen bij wijze van spreken geld witwassen via belastingen en de culturele sector het dan plots wel oké vindt het te aanvaarden.”

We moeten durven toegeven dat ons Europese model ook niet perfect is

Geld witwassen via belastingen?

BERTELS. “Neem het voorbeeld van FN Herstal, een Waals overheidsbedrijf dat wapens verkoopt. Een deel van de winst vloeit terug naar de overheid, die er bijvoorbeeld een cultuurfestival mee subsidieert. Is dat ethisch dan beter of minder goed dan het geld van een supermarktketen aannemen? Ik hoef daar geen oordeel over te vellen, maar het is wel een vraag die je kunt stellen. Let op, het is goed dat we kritisch kijken naar een ander model. Maar we moeten tegelijk durven toegeven dat ons Europese model ook niet perfect is. Mij heeft het alleszins veel deugd gedaan om internationaal te kunnen werken en mijn blik te verbreden.”

Het schijnt toch nog altijd niet zo eenvoudig voltijds in het buitenland te werken.

BERTELS. “Het is niet zo simpel als je koffer pakken en vertrekken. Dat onderschatten mensen soms. We zijn het zo gewend dat er in de Europese Unie vrij verkeer van mensen en goederen is, dat we schrikken op hoeveel barrières we stoten als we daarbuiten willen werken. De fiscaliteit en de pensioenregeling op de verschillende continenten zijn niet altijd goed op elkaar afgestemd. Ik kan me dus voorstellen dat er avonturiers zijn die in het buitenland met pijnlijke verhalen rondreizen, omdat ze de stap om alles in hun thuisland achter te laten te lichtzinnig hebben gedaan. Het klinkt allemaal heel aanlokkelijk, maar je moet wel wat studiewerk verrichten. Dat heb ik ondertussen gedaan. De verhuiscontainer is ingeladen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content