4 dingen die u niet mag zeggen tijdens een onderhandeling

Elke ondernemer of manager moet weleens onderhandelen met klanten, leveranciers, investeerders of sollicitanten. Wees voorzichtig met wat u zegt, want uw woorden kunnen ongewild uw positie verzwakken.

Het woord ‘tussen’. Tegen een klant zegt u misschien: “Dat zal tussen 5000 en 10.000 euro kosten.” En tegen een sollicitant: “Je kunt beginnen tussen 1 en 15 april.” Maar het woordje ‘tussen’ lijkt op een toegeving. De andere partij zal meteen inzoomen op het uiterste in zijn voordeel.

“Ik denk dat we er bijna zijn.” Als de onderhandelingsmoeheid toeslaat, bent u geneigd aan te geven dat u bijna rond bent. Fout. Zo laat u blijken dat u een akkoord belangrijker vindt dan te krijgen wat u wilt. Creëer een situatie waarin de tegenpartij even (of nog meer) gebrand is op een deal.

“Ik neem de eindbeslissing.” U zult misschien geneigd zijn om de tegenpartij duidelijk te maken wie ze tegenover zich hebben. Maar het is handig om te laten uitschijnen dat een hogere macht de beslissingen neemt. Of een partner, een adviescomité enzovoort. Zo kunnen ze u niet in een hoek duwen en kunt u indien nodig 24 uur bedenktijd vragen.

“Noem eens een bedrag.” Hierover bestaat wat onenigheid. Volgens sommigen mag u nooit als eerste een bedrag noemen, want zo laat u in uw kaarten kijken. Mogelijk. Maar uit een onderzoek blijkt dat het overeengekomen bedrag vaker aanleunt bij wat de eerste bieder heeft gezegd. Sterker: als een verkoper het eerste bedrag noemt, zal de eindprijs hoger liggen dan als de koper het eerste bod doet.

Bron: Inc.com

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content