10 vragen over het register van bankrekeningen

© ThinkStock

Alle rekeningen bij Belgische financiële instellingen worden geïnventariseerd. De regering besliste in juli een ‘centraal aanspreekpunt’ op te richten waar alle informatie over de klanten van de banken van het land bijeengebracht wordt.

1. Waarom een centraal register voor bankrekeningen?

In april 2011 werd het bankgeheim versoepeld. De Nationale Bank van België (NBB) moest een ‘centraal aanspreekpunt’ inrichten waar alle informatie over de klanten van Belgische banken samengebracht wordt. De fiscus moeten bij de banken onderzoek kunnen doen als ze aanwijzingen van fraude heeft, bijvoorbeeld een buitensporige levensstijl, niet-aangegeven rekening in het buitenland, enzovoort.

2. Wie wordt geficheerd?

In het nieuwe repertorium staan alle klanten van Belgische banken: Belgen, buitenlanders, natuurlijke personen, rechtspersonen en verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid. De financiële instellingen moeten naast de identiteit van hun klanten ook de informatie over hun rekeningen en contracten overmaken.

3. Welke rekeningen worden bedoeld?

Zichtrekeningen, termijnrekeningen, spaarrekeningen en effectenrekeningen die gekoppeld zijn aan een zichtrekening. In het register worden bovendien ook contracten opgenomen: hypothecaire kredieten, leasingcontracten, leningen en verkopen op afbetaling van meer dan 2000 euro, en kredietopeningen.

4. Wat geven de banken aan?

Hun meldingsplicht gaat over rekeningen die op om het even welk ogenblik van het betrokken kalenderjaar bestaan hebben. De banken zijn niet verplicht om de verrichtingen van hun klanten of het saldo van de rekening mee te delen. Het bestand bevat geen cijfergegevens over de financiële situatie van de titularis.

5. Wanneer heeft de informatieoverdracht plaats?

De informatie over 2010, 2011 en 2012 moet ten laatste 1 februari 2014 overgemaakt worden en de gegevens over 2013 tegen 31 maart 2014. Vervolgens wordt het bestand elk jaar eind maart bijgewerkt.

6. Wie heeft toegang tot het bestand?

Slechts bepaalde ambtenaren van de belastingadministratie zijn bevoegd om het ‘centrale aanspreekpunt’ te raadplegen en dat enkel bij vermoeden van fraude. Bovendien is de toegang slechts mogelijk als de belastingplichtige zich weerbarstig opstelt. Alleen ambtenaren van de directe belastingen kunnen een aanvraag indienen om het aanspreekpunt te raadplegen.

7. Wat is de rol van de Nationale Bank?

Die is beperkt tot brievenbus. Een keer per jaar delen de banken de lijst van de lopende of tijdens het jaar afgesloten klantenrekeningen en -contracten mee.

8. Betekent dit het einde van spaarboekjesfraude?

Ja en nee. Ja, omdat het tot nu toe voor de belastingplichtige gemakkelijk was om te ontsnappen aan de 15 procent roerende voorheffing op ontvangen intresten van meer dan 1880 euro door meerdere rekeningen aan te houden bij verschillende banken zonder dat aan de fiscus aan te geven.

Voortaan kan de fiscus te weten komen of de belastingplichtige meerdere spaarrekeningen heeft bij verschillende instellingen. Ook dan moet de belastingplichtige nog weigeren om mee te werken, want pas onder die voorwaarde kan de belastingcontroleur toelating krijgen om meer te weten te komen over de omvang van het financieel patrimonium.

9. Is er nog een grijze zone?

De Nationale Bank bevestigt dat ze met de verschillende actoren samenwerkt om de termijnen die in de wettekst vermeld staan te halen. De invoering dreigt technisch niet van een leien dakje te lopen. Allerlei praktische kwesties steken nu al de kop op.

10. Is dit een verdere stap in de richting van een vermogenskadaster?

Volgens Marc Marlière van het advocatenkantoor Xirius Marlière, bestaat daarover niet de minste twijfel. “Dit is een verdere stap in de geleidelijke opheffing van het bankgeheim. Dit is een voorbode van het vermogenskadaster waar de liberalen zo tegen gekant zijn.”

François Parisis van de vermogensbeheerder Puilaetco Dewaay deelt die mening niet. “Voor de meeste belastingplichtigen is er niets nieuws. De informatie waartoe de belastingcontroleurs toegang krijgen, is onvoldoende geschraagd om van een echt vermogenskadaster te kunnen spreken. Je zou eerder moeten spreken van een kadaster van het vermogen van fraudeurs.”

Partner Content