Walter Mastelinck (CEO Transics): ‘De meest gehate mens van beursgenoteerd België’

Wolfgang Riepl
Wolfgang Riepl redacteur bij Trends

Walter Mastelinck, de oprichter van Transics, werd in 2006 nog onderscheiden als CEO van de meest beloftevolle onderneming van Vlaanderen.

Het kan verkeren. Walter Mastelinck, de oprichter van Transics, werd in 2006 nog onderscheiden als CEO van de meest beloftevolle onderneming van Vlaanderen. Vorig week werd hij “de meest gehate mens van beursgenoteerd België”.

“It must be the building.” Dat schreef de Amerikaanse zakenkrant The Wall Street Journal, toen Jan Coene in oktober 2004 opstapte als CEO van Picanol, nadat er fel protest was gerezen tegen zijn hoge loon. In het gebouw dat Picanol betrekt, een onderdeel van Flanders Language Valley in Ieper, was in de jaren negentig Lernout & Hauspie gevestigd, dat door schandalen ten onder ging.

En zie: de voorbije week kwam alweer een bedrijf in opspraak dat is gevestigd in dat bedrijvenpark in de Westhoek. Deze keer moet Walter Mastelinck spitsroeden lopen. De CEO van het beursgenoteerde Transics werd in De Tijd “de meest gehate mens van beursgenoteerd België” genoemd.

Mastelinck lanceerde in het voorjaar van 2012 via een consortium van bevriende aandeelhouders een uitkoopbod op Transics. De initiële prijs was 7,1 euro per aandeel. Dat was veel te krenterig, luidde het oordeel, want de producent van boordcomputers voor vrachtwagens was in juni 2007 tegen 17,5 euro naar de beurs gebracht. In schijven werd het bod opgetrokken, eerst naar 7,5 euro, dan naar 9,5 euro. Maar dat was echt wel de allerhoogste prijs, aldus het consortium rond Mastelinck.

Tot vorige donderdag plots bekend werd dat de Amerikaanse technologiegroep Wabco 14,1 euro per aandeel veil had voor de onderneming. Het gros van de minderheidsaandeelhouders was eraan voor de moeite, want die waren ingegaan op het bod van Mastelinck. Sinds wanneer wisten Mastelinck en co van de interesse van Wabco? Zou hij de minderheidsaandeelhouders er met andere woorden hebben ingeluisd?

Hechte tandem

De voorbije twee decennia kreeg Walter Mastelinck nochtans vooral lof toegezwaaid. In juni 2006 verwierf Transics de prijs van de Vlaamse regering voor de meest beloftevolle onderneming in Vlaanderen. Transics is het geesteskind van Mastelinck en zijn rechterhand Ludwig Lemenu. Ze vormen al bijna drie decennia een hechte tandem. Ze ontmoetten elkaar op een vakbeurs in 1988, kort nadat Walter een diploma telecommunicatie en microprocessoren had behaald aan het VHTI Technicum Antwerpen. Ludwig runde een informaticabedrijf, Walter werd zijn superverkoper. Beiden vullen elkaar aan: Walter is de commerciële man, Ludwig het financiële brein.

“Ik noem mijn verstandhouding met Ludwig Lemenu soms mijn tweede huwelijk”, zei Mastelinck in een interview. “Het gaat over veel geld, het opbouwen van iets. Met vallen en opstaan. Het is niet elke dag champagne. Daarom moet je elkaar blindelings vertrouwen.” Het helpt dat ze allebei zonen van hardwerkende melkboeren zijn. “Van thuis al hebben wij met halve franken leren zakendoen. Met beperkte middelen ons doel bereiken, is ons met de paplepel ingegeven”.

Toch in die eerste jaren. In 1991 groeide het zakenidee dat leidde tot de oprichting van Transics. De transportklanten wilden het papierwerk in hun vrachtwagens vervangen door intelligente boordcomputers, die zowel navigatie als logistieke coördinatie met het transportbedrijf mogelijk maakten. Dat was niet eenvoudig, ook omdat vrachtwagenchauffeurs wel iets afweten van motoren, maar weinig van IT. Pas vanaf 2005 kon de onderneming winstcijfers halen. De jaren voordien werden gekenmerkt door een moeizame zoektocht naar vers kapitaal. Op 11 september 2001 moest normaal gesproken een overnamedeal met DaimlerChrysler worden getekend. Die ultieme vergadering werd afgeblazen, nadat twee vliegtuigen zich in de torens van het World Trade Center hadden geboord.

Opgeven is voor altijd

Maar dat was zonder de wilskracht van Walter Mastelinck gerekend. “Opgeven is voor altijd, afzien is tijdelijk”, is zijn motto. Vandaag zitten in 60.000 van de ongeveer anderhalf miljoen vrachtwagens met opladers in Europa boordcomputers uit Ieper. “Als ik op een parkeerplaats langs de autosnelweg truckers onze computer zie gebruiken, ga ik graag een praatje maken. Ik stel me niet voor, ik wil hen alleen enthousiast horen vertellen”, meldt Mastelinck. Maar van het enthousiasme van de minderheidsaandeelhouders was de voorbije week weinig meer over.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content