Véronique Culliford beheert het Smurfenimperium

© reuters
Roeland Byl redacteur bij Trends

Nu de tweede langspeelfilm met de Smurfen in de zalen loopt, denkt Véronique Culliford al aan een derde. De dochter van Peyo heeft rond de blauwe stripfiguurtjes een heel zakenimperium opgebouwd.

Nu de tweede langspeelfilm met de Smurfen in de zalen loopt, denkt Véronique Culliford al aan een derde. De dochter van Peyo heeft rond de blauwe stripfiguurtjes een heel zakenimperium opgebouwd.

Van alle Belgische stripfiguren zijn niet Guust Flater en Kuifje, maar de Smurfen het bekendst. Het bewijs? Hollywood bracht begin deze maand de tweede langspeelfilm met de blauwe fantasiefiguurtjes in de zalen. In 2011 bracht de eerste film van Sony Columbia al 560 miljoen dollar op. Ook voor het Belgische familiebedrijf dat nog altijd de rechten van de Smurfen beheert, leverde de eerste langspeelfilm een stroom van inkomsten op. In 2012 realiseerde het Smurfenimperium een geconsolideerde omzet van 42 miljoen euro. Dat is vier keer meer dan vijf jaar geleden.

Familiebedrijf

De carrière van de Smurfen begon in 1958 in het weekblad Robbedoes. Er volgde al snel een eerste stripalbum. De vertalingen van die albums waren de eerste stap in de internationale bekendheid van de stripfiguurtjes. Die kreeg in de jaren tachtig een boost, toen het Amerikaanse productiehuis Hanna-Barbera – bekend van de Flintstones – niet minder dan 272 animatiefilmpjes voor de Amerikaanse televisiezender NBC maakte. De filmpjes werden intussen al in 120 landen uitgezonden. Door die internationale verspreiding werden de Smurfen bekend bij meer dan één miljard mensen.

De geestelijke vader van de Smurfen, Pierre Culliford, alias Peyo, had een scherp zakelijk instinct en was niet vies van merchandising. Toch is ook de bijdrage van zijn kinderen Thierry en Véronique Culliford aan het familie-imperium niet te onderschatten.

Zoon Thierry zet de stripalbums voort in een ritme van bijna een album per jaar. Sinds de dood van Peyo in 1992 zijn al zestien nieuwe albums verschenen. Dat brengt het totale aantal strips op 32. Niet zonder trots verklaart Thierry in interviews op dat er nu meer albums worden verkocht dan toen zijn vader nog leefde.

De bijdrage van zus Véronique aan het familie-imperium is zo mogelijk nog belangrijker. Ze werd geboren in 1958, het jaar dat de Smurfen voor het eerst in een stripverhaal verschenen. Haar hele leven lijkt verbonden met de blauwe fantasiefiguurtjes van haar vader. In 1979, nadat ze was afgestudeerd, maakte ze haar intrede in het familiebedrijf. Haar vader had geen organisatietalent en kon niet delegeren. Peyo reisde zo veel om alle projecten en licentiecontracten te superviseren, dat er maar weinig tijd meer overbleef voor het creatieve werk aan de tekentafel. Dat veranderde met de komst van zijn dochter. Vanaf toen begon de internationale expansie van de Smurfen echt.

De Smurffabriek

In 1984 richtte Véronique International Merchandising, Promotion and Services (IMPS) op. Dat bedrijf beheert de volledige zakelijke erfenis van de Smurfen – niet alleen de rechten, maar vooral de merchandising, waarvoor het bijna 800 contracten heeft afgesloten. Als ergens in de wereld een gadget met de figuurtjes wordt verkocht, moet dat eerst via het hoofdkwartier in Genval passeren. De strips, waarmee het allemaal begon, zijn maar een klein onderdeeltje in dat grote raderwerk meer. Ze zouden nog maar een kleine 10 procent van de inkomsten van IMPS opleveren. Véronique Culliford leidt het bedrijf samen met William Auriol, die in 2009 als CEO bij IMPS begon. Er werken 35 mensen, maar IMPS heeft een uitgebreid netwerk van partners en agenten.

De waarde van de Smurfen wordt op 3 miljard geschat. En daar komen wellicht nog inkomsten bij. Deze herfst starten normaal gezien de opnames voor een derde langspeelfilm. Die zal zich volgens Véronique Culliford gedeeltelijk in Brussel afspelen. Daarnaast zijn er plannen voor een themapark in Dubai. Het imperium van de Cullifords doet denken aan Studio 100, dat rond zijn figuren een handel met merchandising, muziek en themaparken opbouwt. Een belangrijk verschil is dat Studio 100 alles in eigen handen probeert te houden. Culliford zei daarover vorig jaar in De Standaard: “Wij doen het anders. Mijn vader had al agenten overal ter wereld, wij werken nog altijd met dat model. Wij blijven een vrij kleine onderneming, die zich vooral met management bezighoudt.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content