Daan Killemaes

Maar Paul toch

Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

‘Bespaar ons niet kapot, maar maak extra schulden’, luidde het pleidooi van professor economie Paul De Grauwe. ‘Zo’n strategie is aanbevolen voor grote landen met een gezonde financiële basis, maar België kan zich geen neokeynesiaans beleid veroorloven’, reageert Trends-hoofdredacteur Daan Killemaes.

Bespaar ons niet kapot, maar maak extra schulden om de economie uit het slop te trekken. Professor economie Paul De Grauwe was de voorbije dagen alomtegenwoordig in de media om dit pleidooi kracht bij te zetten. Paul De Grauwe heeft ook een punt. Het herstel van de Europese economie blijft haperen omdat de private sector nog onvoldoende wil en kan investeren en spenderen. En zolang de private sector treuzelt, zou de overheid het gat in de vraag kunnen opvullen met extra bestedingen en investeringen, te financieren met extra schulden. Zo’n injectie moet voor economische groei zorgen, waardoor de tekorten en schulden later opnieuw afsmelten. Door dit niet te doen, schieten we ons in de voet, argumenteert Paul De Grauwe.

Er zijn tal van redenen waarom België zich geen neokeynesiaans beleid kan veroorloven

Zo’n strategie is aanbevolen voor grotere landen met gezonde financiële basis, zoals Duitsland. Maar voor een land als België is dit neokeynesiaanse beleid minder aangewezen, en wel om diverse redenen.

  • We vormen een kleine en heel open economie, waardoor het oppompen van de vraag vooral de buitenlandse handelspartners ten goede komt. Dit is stoken met de ramen open. Wij moeten vooral hopen dat Duitsland en andere grote handelspartners een expansief vraagbeleid voert, want daar profiteert onze export van.
  • Paul De Grauwe houdt onvoldoende rekening met de nog altijd precaire toestand van de Belgische financiën. De overheidsschuld is nog hoog, maar erger nog is de bijzonder zware vergrijzingslast die op ons afkomt. Er is onvoldoende hervormd, waardoor bij ongewijzigd beleid de federale overheid in heel slechte papieren komt. België heeft de luxe niet om zich aan financiële avonturen te wagen. Op een aanval van de financiële markten en snel stijgende rentevoeten zit niemand te wachten.
  • Een expansief beleid voeren in slechte tijden, impliceert ook dat er een restrictief beleid gevoerd wordt in goede tijden. Dat is de enige manier om over de conjunctuurcycli heen de overheidsfinanciën gezond te houden. De praktijk leert dat het boeken van begrotingsoverschotten in goede tijden politiek een heel moeilijke zaak is.
  • Onderzoek toont aan dat slechts in heel uitzonderlijke omstandigheden besparingen zo zwaar wegen op de economie dat de tekorten en schulden toch toenemen, ondanks de saneringsinspanningen.
  • De begroting op orde zetten, levert ook een pak baten op. Minder schulden betekenen minder intrestlasten, en dus extra beleidsruimte. Ook het risico op hervormingsmoeheid bij de politici en de bevolking daalt. Gezonde overheidsfinanciën geven ook een vertrouwensboost aan de private sector, en vertrouwen is essentieel om tot duurzame economische groei te komen.
  • Waar Paul De Grauwe wel overschot van gelijk heeft, is dat de overheid niet moet aarzelen om te lenen om productieve investeringen te financieren, zoals in infrastructuur of in onderzoek en ontwikkeling. Die leningen betalen zichzelf terug. Europa laat dat in principe ook toe, omdat lidstaten tekorten van 3 procent en een schuldgraad van 60 procent mogen afficheren, precies om investeringen mogelijk te maken. Maar de politici hebben deze beleidsruimte al te vaak misbruikt om lopende en niet-productieve uitgaven te financieren. Overheden kunnen ook ruimte maken om te investeren door te besparen op deze lopende uitgaven. Een uitgavenshift is zeker voor België meer aangewezen dan een uitgavenlift.
  • De haperende groei is niet alleen een kwestie van budgettair beleid, maar is ook en vooral een gevolg van een gebrek aan concurrentiekracht, vooral in Frankrijk, Italië en België. Die diagnose wordt te weinig gesteld, en extra bestedingen zullen deze kwaal niet genezen.

Het strakke budgettaire kader dat Europa oplegt, gecombineerd met de onmogelijkheid om te devalueren, maakt het voor een aantal lidstaten moeilijk om de groei aan te zwengelen, zeker op korte termijn. Een expansief beleid in Duitsland zou heel welkom zijn, maar andere landen, zoals België, hebben geen andere keuze dan verder orde op zaken te zetten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content