Is je brein je beste vriend?

MANAGEMENTBREINOns brein is een toolbox. Als het niet werkt met een ratelschroevendraaier, dan probeer je maar met een moersleutel. © Korneel Detailleur
Marc Buelens
Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

Management met een hart, buikgevoel. Mooie uitdrukkingen. Het is echter je brein dat de scepter zwaait. Maar wat weten we anno 2016 over die anderhalve kilo grijze massa?

Miljarden hersencellen spelen op elkaar in. Ons brein is met andere woorden een waanzinnig intens biochemisch en elektronisch interactiesoepje waarvan we een deel begrijpen, maar waarschijnlijk het grootste deel nog niet. Almaar meer beseft men dat ons brein bestaat uit circuits, subsystemen, patronen. Als een circuit niet meer kan functioneren op de gewone manier, dan leert het vaak functioneel te worden op een andere wijze. Ons brein is, tot op hoge leeftijd, veel plastischer dan men ooit had gedacht.

We zouden maar 10 procent van onze breincellen gebruiken. Klinkt leuk, maar op welk soort studies is dat gebaseerd? Waarom 10 procent en niet 1 of 25 procent? We weten wel dat neuronen veel energie gebruiken, en dat ons lichaam energie-efficiëntie in zijn genen heeft geschreven. Waarom zouden we zo verspillend in mekaar steken? Ontwikkel je rechterhersenhelft. Dat is mooie beeldspraak om te zeggen dat we wat creatiever moeten zijn. Maar er is helaas nauwelijks een verband met de realiteit in onze hersenen. Het onderscheid tussen de linker- en de rechterhersenhelft kun je – met het oog op praktische toepassingen – zonder meer verwijzen naar de prullenmand der mythes. Ook de vergelijking met hardware en software is vrij misleidend, want ons brein past zijn eigen hardware voortdurend aan ten gevolge van leerprocessen. Er is een nog altijd onduidelijke interactie tussen onze geest en onze hardware. Sommige ideeën kunnen je letterlijk ziek maken.

Managementbrein

Enkele tienduizenden jaren geleden heeft het menselijke brein een groeispurt gekend. Onze hersenmassa explodeerde. We ontwikkelden een deel dat zich snel specialiseerde in plannen, opvolgen, bijsturen en dingen in het werkgeheugen stoppen. Dat deel heet de prefrontale hersenschors of het executieve brein, en de beste vertaling is ‘het managementbrein’. Al lachend spreekt men weleens over het CEO-brein. De managementcircuits van dat brein sluiten nauw aan bij de circuits die verantwoordelijk zijn voor analytisch denken, waarmee je bijvoorbeeld een financiële balans begrijpt. Het executieve brein duwt ook op de rem als we dreigen afgeleid te worden van ons doel. Want wie te veel afgeleid wordt door negatieve gebeurtenissen is een piekeraar, en piekeraars presteren niet. Wie te veel afgeleid wordt door de leuke dingen des levens is een flierefluiter. Geen manager. Geen coach. Geen CEO.

Het managementbrein is zeer kwetsbaar en heeft heel veel zuurstof nodig. Als we vermoeid, emotioneel, gestrest of ziek zijn, dan zal ons managementbrein onderpresteren. En een glaasje alcohol voorspelt ook al niet veel goeds over de werking van ons analytische vermogen en ons managementcircuit.

Sociale wezens

We hebben ook een sociaal circuit waarmee we ons kunnen inleven in de situatie van een andere persoon, waarmee we graag naar verhalen luisteren, een geliefde charmeren en een boze klant kalmeren. Dat circuit helpt ons emoties van anderen te begrijpen en er gepast op te reageren, en lichaamstaal te lezen. We hebben gespecialiseerde neuronen (spiegelneuronen) die ons onbewust helpen bij het imiteren van anderen. We zijn sociale wezens, in hart en nieren. Als we iemand zien lijden, zijn bijna dezelfde elementen van de zogenoemde pijnmatrix in ons brein actief als bij pijn die we zelf ervaren. Wij voelen de injectie die de patiënt in de film krijgt. Geen zinlozere oproep dan ‘zelfstandig je mening vormen’. De kunst die je mooi vindt, het eten dat je lust, de goden die je aanbidt, de aard van de gesprekken die je leuk vindt, heb je allemaal overgenomen in de loop van een uiterst intensief socialisatieproces. Je moet dus niet roepen dat mensen een eigen mening moeten vormen, je moet vooral roepen dat ze met de juiste bronnen moeten interageren! De waarschuwing ‘vermijd slechte vrienden’ weerspiegelt een betere kennis van ons brein dan de oproep ‘denk voor jezelf’. Maar uiteraard kun je bepaalde kritische denkprocessen aanleren, die je dan kunt toepassen op informatie die je bereikt. Maar ook dat proces waarderen, in plaats van bijvoorbeeld blind de leer van een Heilige Profeet te volgen, is het gevolg van intense socialisatie.

Botox verlamt de gelaatsspieren. Omdat empathie grotendeels automatisch gaat – we imiteren de gelaatsspieren van de ander en interpreteren dan onbewust onze eigen gelaatsspieren – worden botoxpatiënten minder empathisch. Nu begrijp je waarschijnlijk beter waarom die botoxomroepers van de Amerikaanse televisie ons niet te al te warm overkomen.

Ons brein heeft niet te verwaarlozen omsteltijden tussen die twee circuits, net zoals een complex productieproces. Als je intens bezig bent met een analytische uitdaging las je het best een korte pauze in vooraleer je met een medewerker een gesprek voert over diens emoties. Omsteltijden zijn altijd duur, vermijd ze zo veel mogelijk. Multitasking is een illusie. Je schakelt eindeloos over van bewust naar onbewust. Dat is uitputtend en helemaal niet efficiënt.

Verwachtingsmachine

Er zijn nog vele andere circuits in ons brein dan het analytische en het sociale. Een van de meest boeiende is het dopaminecircuit. Dat circuit maakt sterker wat we als een beloning ervaren en vermijdt wat, tegen de verwachting in, niet wordt beloond. Ons brein gaat daarbij zeer selectief te werk. Zolang we krijgen wat we verwachten, is het brein niet al te actief. Denk aan een saaie lezing, een rustige wandeling op het strand of een routinevergadering. Maar zodra iets onverwachts gebeurt, worden we helder wakker. De professor noemt plots onze naam, er komt een zeemeermin uit de golven, de voorzitter van de vergadering vertelt ons dat ons budget wordt gehalveerd.

Toolbox

Je moet al die oproepen om je brein fit te houden met een korrel zout nemen. Zoveel helpen die kruiswoordraadsels en sudokupuzzels nu ook weer niet. Uit onderzoek bij nonnen blijkt echter dat als je sociaal en intellectueel actief blijft, je wel de fysiologische gevolgen van bijvoorbeeld alzheimer of parkinson kunt krijgen, maar dat je brein daar deels netjes omheen werkt. Ons brein is een toolbox. Als het niet werkt met een ratelschroevendraaier, dan probeer je maar met een moersleutel. Vroeg of laat krijg je de schroef wel los. Als je echter alleen over een ratelschoevendraaier beschikt en die gaat stuk, dan blijft de schroef zitten. Weet je niet wat een ratelschroevendraaier is? Hou je brein fit, en zoek het op!

Als we een warm drankje vasthouden, beoordelen we mensen als warmer. Al onze zintuigen, dus ook wat we voelen in onze rug, onze billen, helpen patronen op te slaan in je brein. Verzorg je dus lichamelijk, volg een ontspannend ochtendritueel, draag aangename, goed zittende kleren, ook al krijg je er geen complimenten voor (maar dat helpt ook), laat je eten goed smaken. Laten we niet overdrijven. Al die aspecten samen vormen misschien maar 5 procent van de invloeden op je complexe breinsystemen. Maar dat is waarschijnlijk meer dan voldoende om een kantelpunt te vermijden, om de negatieve gevolgen van een depressie of lichte aderverkalking tegen te gaan. Het maakt voor velen onder ons het verschil tussen volhouden en een burn-out.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content