Genomineerde 3: De topman van BASF Wouter De Geest

© belga

BASF-topman Wouter De Geest is als missionaris van de Antwerpse chemie ook een sterkhouder van het Belgische industriële weefsel. Een kwestie van willen en van moeten. Maar de manier waarop hij BASF Antwerpen door de crisis loodste, verdient een nominatie voor de Manager van het Jaar 2010.

Al sinds begin 2007 ment de Wouter De Geest (56) met strakke hand het netwerk van 54 BASF-installaties aan de Schelde. De Geest is dus al 3 jaar baas van het bedrijf waar hij in de vroege jaren ’80 zijn loopbaan startte. De jurist was onder meer personeelsdirecteur en was lang verantwoordelijk voor de communicatie. En nog steeds voert hij zelf de onderhandelingen met de vakbonden. Niet verwonderlijk, want de geboren Gentenaar praat gedecideerd, goed en graag. Zijn gedrevenheid kan hij niet verhullen, een pokerface is hem vreemd. “Hij is wildenthousiast over de chemie en haar toepassingen, en straalt die begeestering uit”, vindt Frans Dieryck, gedelegeerd bestuurder van de sectorvereniging essenscia Vlaanderen. “En ja, hij kan het bij momenten zeer scherp stellen.”

Dossiervreter De Geest is als clanhoofd van de Belgische chemie een cruciale schakel tussen de chemiecluster – en bij uitbreiding het hele lokale industriële netwerk, de overheid en de werkgeversfederaties. “Je bent gewoon verplicht om goed na te denken over wat er rond ons allemaal gebeurt. Er heerst een gevoel van onzekerheid, een onbestemde angst die niemand kan vatten. Ik ben er rotsvast van overtuigd dat chemie noodzakelijk is om oplossingen te helpen vinden voor de grote problemen in de wereld”, zegt De Geest.

“Uiteraard word ik geïnspireerd door mijn eigen bedrijf. Dat is een onderdeel van de maatschappij dus is het vanzelfsprekend dat je je daar als CEO voor engageert”, zegt De Geest. Dat doet hij als voorzitter van de sectorfederatie essenscia, lid van het directiecomité van het VBO, ondervoorzitter van Voka KvK Antwerpen-Waasland, voorzitter van de stuurgroep industrie van de kamer van koophandel, lid van het bestuurscomité van Voka-VEV, bestuurder bij het Antwerpse Havenbedrijf en als lid van de raad van wijzen van Vlaanderen In Actie.

“Ik zoek geen mandaten om de mandaten. Die interesseren mij alleen in die mate dat we bezig zijn om welvaart en welzijn in onze regio te verankeren. Dat komt ook BASF Antwerpen ten goede.” Zijn werknemers houden daarom ook de druk op de ketel. “Ze zouden het niet begrijpen, mocht hun CEO afwezig blijven op fora waar gepraat wordt over bijvoorbeeld energiekosten of milieuvergunningen. Ze zouden zeggen: ‘Die ligt te slapen zeker? Is die niet geïnteresseerd in de toekomst van de fabriek?'”

De Geest omschrijft zichzelf liefst als een bruggenbouwer. Frank Coenen, de CEO van Tessenderlo Group, treedt hem daarin bij. “Hij is vooral een groot diplomaat. Hoe hij zijn boodschap kan overbrengen, zowel bij essenscia als daarbuiten, waardeer ik erg.” Dat De Geest soms zijn irritatie niet kan verbergen, vindt de BASF-topman zelf geen probleem. “Je kunt niet gedreven zijn zonder geïrriteerd te raken als het niet vooruitgaat. Maar die irritatie mag niet omslaan in cynisme. Dat gevaar bestaat als je ze niet kunt verwerken. Een cynicus staat aan de zijlijn. Daar wordt op den duur niet meer naar geluisterd.”

Bij BASF wordt maar al te goed geluisterd naar De Geest. Ook door de vakbonden, waarmee hij zelf de cao-onderhandelingen voert. Niet meer dan normaal, vindt de CEO. “Hoe kun je nu zeggen dat je respect hebt voor sociale partners, als je niet zelf de sociale onderhandelingen doet?” En bij de top in Ludwigshafen is het vertrouwen in De Geest nog gegroeid door zijn aanpak van de crisis. “Heel wat installaties werden stilgelegd en andere draaiden op minimumcapaciteit. Maar we zijn erin geslaagd om zowel Antwerpen als Ludwigshafen draaiende te houden.” Daarbij realiseerde De Geest een sociaal huzarenstukje door economische werkloosheid te vermijden via een intern uitzendkantoor.

Be.L.

Partner Content