Filip Martens krijgt financiering zeewindmolenpark rond

© belga

Met het grootste akkoord in de nog jonge geschiedenis van de offshorewindsector – goed voor 1,29 miljard euro – gaf Filip Martens van C-Power de uitbouw van grootschalige windturbineparken op zee een flinke duw in de rug.

Voor het eerst sinds lang werkte een licht euforische Filip Martens (48) vorige vrijdag nog eens van thuis uit. De dag ervoor poseerde hij voor vijftig ordners, die 20.500 bladzijden informatie bevatten over het C-Power-project. Vijftig vertegenwoordigers van aandeelhouders en banken zetten hun handtekening onder een complex kluwen van contracten. Die maken, voor 1,29 miljard euro, de bouw mogelijk van nog eens 48 windturbines op zee, die samen 295 megawatt elektriciteit kunnen produceren.

Martens is een duizendpoot, snel van praten en denken. “Ik ben 90 procent van de tijd bezig met dingen die ik niet begrijp. Gelukkig werk ik samen met mensen die tien maal slimmer zijn dan ik, dus komt alles nog goed”, grapt hij. Een ideeënmachine, direct, bevlogen, sober, overtuigd katholiek, luisterbereid, maar zeer veeleisend, zijn de epitheta die op hem worden gekleefd. Toch vindt hij zijn beste karaktereigenschap dat hij “graag van idee verandert. Drie keer per dag, anders zijn we niet goed bezig (lacht). Ik moet rekening houden met zoveel financiële, technische, economische, juridische en andere parameters dat je wel moét willen luisteren naar de ander, en je kwetsbaar durven opstellen. Als iemand anders dan een gemotiveerd alternatief heeft, waarom zou je dan niet bijsturen? Ik word graag uitgedaagd.”

Dat de Vlaams-Brabander zo goed aardt in een ingenieursomgeving, viel nochtans niet af te leiden uit zijn studiekeuze. Martens, enige zoon van de zes kinderen van een psycholoog op de personeelsdirectie van Kredietbank, studeerde rechten aan de KU Leuven, en volgde nadien een baccalaureaat in filosofie aan de KU Brussel. Hij zette als voorzitter van het studentenverbond KVHV in 1985 het Vlaams Jeugdcomité voor het Pausbezoek op poten. Nadien volgde een jaar “intellectueel toerisme”, met onderzoek naar het federalisme aan een rist Europese universiteiten: Wenen, Heidelberg, Nice, Aosta en Urbino in Italië, Freiburg in Zwitserland, en Trinity Hall in het Engelse Cambridge.

Politiek en andere hobby’s
Het leverde hem de belangstelling op van federaal minister van Begroting Hugo Schiltz, die de 26-jarige jurist binnenhaalde als attaché voor de staatshervorming. De start van een carrière in de politiek, die hem ook op het kabinet van Vlaams minister van Openbare Werken en Transport Johan Sauwens bracht. Dat leverde hem zijn professionele hobby op: het voorzitterschap van Promotie Binnenvaart Vlaanderen. “Het is een sector die al veel veranderd is, maar waar tegelijk nog zoveel kan en moet gebeuren. Met unieke mensen, die gigantische kapitaalrisico’s nemen. Er worden momenteel 112 nieuwe overslaginfrastructuren langs het water gebouwd, voor 120 bedrijven die in ruil voor subsidies een bepaalde hoeveelheid trafiek garanderen. Ik denk niet dat er ergens economisch zoveel beweging is.”

De rode draad in zijn carrière in de privésector is de baggergroep Deme. Via zijn eigen vennootschap Mercurius Alatus begeleidde hij voor de waterbouwer eerst een project in Mexico, later één in Polen. Hij leerde er Renaud Klees kennen, zoon van Pierre (ex-topman Acec en Biac). “Hij is mijn alter ego, mijn buddy. We zijn samen begonnen met Ipem (International Port Engineering and Management, nvdr), en ofwel deed hij iets, ofwel ik, ofwel gebeurde het niet. Dat vergeet je niet.”

Maatschappelijk debat Met C-Power begon hij negen jaar geleden. “Mensen motiveren om samen iets uit de grond te stampen is erg tof. Het chirogevoel: ik leerde meer door daar groepsfeesten te organiseren dan aan de unief. Maar hoe hoger de berg, hoe mooier het uitzicht maar ook hoe steiler de klim.” C-Power heeft sinds midden vorig jaar zes windturbines operationeel. Die leverden in 2009 een omzet op van 13,3 miljoen euro. Daarop werd 4,8 miljoen euro bedrijfswinst geboekt, al werd er door de zware afschrijvingen netto nog bijna 3 miljoen euro verlies geleden. “Maar voor de deal waren die boekhoudkundige cijfers niet zo belangrijk. Wel de performatie van de turbines. Die waren 97 procent van de tijd in staat om te produceren. Dat is enorm veel.”

Deme lag met Nuhma (investeringsholding van 44 Limburgse gemeenten, 21%) en Turbowinds aan de basis van het windenergiebedrijf. Anno 2010 houdt het 11 procent over, voldoende om samen met Nuhma en de Waalse vennootschappen Socofe en Ecotech Finance (telkens 11%) voor een Belgische verankering te zorgen. Het aandeelhouderschap wordt aangevuld door het Duitse RWE Innogy (27%) en het Franse EDF Energies Nouvelles (18%). “Twee van de grootste Europese energiebedrijven. RWE neemt nooit een minderheidsbelang, en het zit nooit samen met EDF. Bij ons wel, en daar ben ik trots op.

Door die aandeelhouders is het professionalisme zeer hoog. Toen de banken erom vroegen, hadden we al de nodige ervaring met convenanten en onderzoek van de boeken. Dat is plezierig: het is een debat op zich om een evenwicht te vinden tussen al die partijen. Weten hoe de andere redeneert, helpt om een compromis te vinden.”

LUH

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content