“De situatie blijft delicaat” (Peter Praet)

© Belga

Peter Praet heeft geen tijd om ontgoocheld te zijn over de gemiste topbenoeming bij de Europese Centrale Bank. En daarbij, er komen nog kansen. Intussen heeft Praet de handen vol met het voorkomen van een volgende crisis. Trouwens, eerst nog de recessie zien door te komen. Want dit gedrocht is taai en laat zijn prooi moeilijk los.

“Neen, ik ben niet ontgoocheld”, oreert Peter Praet. “Echt waar. Ik wist dat mijn kansen klein waren. Ik ben gelukkig als ik een marathon kan lopen, ik hoef hem niet te winnen. Misschien krijg ik daarom nooit zo’n job.” De directeur van de Nationale Bank was voor de Belgische regering de kandidaat was de Griek Lucas Papademos op te volgen als vicevoorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB). Maar de baan gaat naar Vitor Constancio, gouverneur van de Portugese Centrale Bank.

Bent u te veel havik om vandaag in het ECB-plaatje te passen?

PRAET.(lacht) “Ik dacht dat ik mijn plaats had om wat meer diversiteit te brengen in de raad van bestuur van de ECB. Als het gaat tussen een havik en een duif, dan kan ik misschien de compromiskandidaat zijn.”

Hoe staat het met de wederopbouw en de nieuwe regelgeving van het financieel systeem?

PRAET. “Hoe concreter de zaken worden, hoe moeilijker het. Maar de doelstelling is om de financiële cyclus te verzachten, en vooral om de boom-bustcyclus te vermijden. De centrale banken hielden tot nu vooral de economische cyclus in de gaten, maar we hadden ook meer oog moeten hebben voor de financiële cyclus, die veel langer kan duren dan de economische cyclus. Hoe beter het gaat, hoe meer krediet er wordt verleend. Dat zweept de economie op, wat opnieuw meer krediet uitlokt. Tot het deksel van de pan vliegt en het systeem in elkaar stort.”

Hoe kan dit vliegwiel in de toekomst tijdig afgeremd worden?

PRAET. “Met het Bazelcomité willen we de banken verplichten meer kapitaal aan te houden in de goede tijden, als buffer voor de slechtere tijden. Dat remt de kredietverlening af in de goede tijden, en ondersteunt de kredietverlening in de slechte tijden. Maar wat zijn goede tijden? Als het beleid beslist wat goede tijden zijn, dan krijgen ze geheid de banken en lobby’s over zich heen die zullen argumenteren ‘dat het deze keer anders is’, en dat de expansieve kredietverlening best een rationele onderbouw heeft en dus geen probleem vormt.”

“Om die tegenreactie voor te zijn, moeten we dus een minimum aan regels vastleggen die bepalen wat goede tijden zijn. Regels zullen nooit optimaal zijn, maar wel noodzakelijk. Ons basisvoorstel is om per land te kijken naar de kredietgroei in verhouding tot het bruto binnenlands product (bbp). Hoe groter de trendgroei van het krediet in verhouding tot de trendgroei van het bbp, hoe meer kapitaalbuffers het banksysteem moet aanhouden.”

Welke exit heeft prioriteit: die uit de fiscale stimuli, of die uit het expansieve monetaire beleid?

PRAET. “Moeilijke vraag. Enkele maanden geleden was het antwoord gemakkelijker. Het monetaire beleid leek vanzelf naar exit te gaan, omdat de noodprogramma’s automatisch afliepen. De opstekende zorgen over de staatsschulden maken dat minder evident.”

“De groei belooft traag te blijven en de limieten van de overheidsfinanciën zijn bereikt in België en veel andere landen. Dat is nieuw, en we zijn veel sneller in die situatie beland dan gedacht. Ierland bijvoorbeeld begon met een uitstekende begrotingssituatie aan de crisis, maar steekt nu diep in de schulden. De situatie is delicaat. Er is geen marge meer. Wat als het nog eens mis gaat? Dat scenario spookt rond op de markten. Is er hoop? Ja, op middellange termijn kan nieuwe technologie de economie opnieuw vleugels geven. En de overheid kan nu al maatregelen nemen die de geloofwaardigheid van haar financiën een boost geven, zonder nu al geld uit de economie te moeten halen. Het optrekken van de pensioenleeftijd is zo’n maatregel.”

D.K.

Een uitgebreid interview met Peter Praet kan u vanaf donderdag in Trends lezen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content