Werken in een vreemde taal

Marc Buelens

VELEN ONDER ONS werken een groot deel van hun tijd in een vreemde taal. Ik heb bij Vlerick de overgang naar het Engels meegemaakt. Mijn vakgebied is een en al Amerikaans, met begrippen zoals core competences, 360 ° feedback en management by objectives. Daar schuilde helemaal geen gevaar in. Het was wel even wennen als je een verhaaltje over bloemkolen vertelde. En een grapje over Jean-Marie Pfaff of F.C. De Kampioenen mocht ik vergeten. Ik had aanvankelijk het gevoel dat ik 10 procent van mijn mogelijkheden kwijt raakte. Langzamerhand daalde die handicap, tot het soms vlotter ging in het Engels dan in het Nederlands. Alleen als Vlamingen me tijdens de pauze in het Nederlands aanspraken, voelde ik dat ons brein tijd nodig heeft om te switchen.

Laat toe dat mensen voor emotionele processen dicht bij hun moedertaal blijven, maar dring erop aan dat ze voor rationele processen hun tweede taal spreken.

MAAR HET MEEST OPVALLEND was toch wel dat de deelnemers 50 procent van hun mogelijkheden verloren. Geen spontane grapjes meer – tenzij van de aanwezige Britten, die wel witty konden zijn. Geen gevatte tussenkomsten, maar aarzelende interventies en moeizaam geformuleerde vragen. En toen een Franstalige me vroeg of mijn concept geen kwestie van ‘ societal’ was en ik tot drie keer toe moest vragen wat hij bedoelde, klapte hij voor de volgende twee dagen dicht. Pas na veel hulp van andere deelnemers werd me duidelijk dat hij corporate culture bedoelde, maar hij werd geblokkeerd door ‘ societé’ als term voor ‘ vie en compagnie, en groupe‘. Ook dat heb ik met de jaren voelen verbeteren, maar een groep bereikt nooit de vlotheid in een tweede of derde taal die ze heeft in haar moedertaal, zeker niet in domeinen zoals leiderschap, onderhandelen en intuïtie.

HET MEEST VERRASSEND was een volkomen onverwacht fenomeen. Toen in het partnerschap van Vlerick de eerste niet-Vlaming werd opgenomen, en de voertaal ook daar het Engels werd, viel het me op dat de vergaderingen korter en efficiënter werden. Ik schreef het toe aan het feit dat de meest welbespraakte leden van het gezelschap – en sommige professoren kunnen heel lang aan een stuk praten – kortere interventies hielden. Ik heb die herinnering altijd onder de rubriek varia gestockeerd, tot ik onlangs kennis nam van een boeiende studie. Onderzoekers in Chicago legden een moreel dilemma voor aan groepen van tweetalige Duitsers. De ene helft las over het probleem in haar moedertaal, de tweede helft in het Engels. De tweede groep besliste kouder, meer onthecht, rationeler. Dat soort studies is uitgevoerd bij Spanjaarden, Fransen, Koreanen en Engelstaligen, die dan uiteraard in het Spaans moesten beslissen. Telkens zie je hetzelfde patroon.

EEN EERSTE VERKLARING lijkt te zijn dat we de beelden in onze moedertaal scherper zien en ons dus emotioneel meer beïnvloeden. Als ik u het woord ‘haardvuur’ aangeef, is de kans groot dat u een heel concreet beeld voor ogen krijgt. U ‘ziet’ de gezelligheid. Maar ‘ fireplace’ zal waarschijnlijk een meer afstandelijk beeld oproepen. En dat is net wat de onderzoekers vaststelden. Als we beslissen, combineren we twee systemen: een snel, emotioneel-intuïtief systeem, en een relatief traag, rationeel systeem. Dankzij het eerste systeem – heel origineel systeem ‘één’ genoemd of, zo u verkiest, system one – springen we al opzij nog voordat we goed beseffen dat er een fietser op ons afkomt. Dankzij systeem twee beseffen we dat die kerel op de fiets de wegcode niet heeft gevolgd. Onze moedertaal is dé taal voor systeem één, de taal voor de snelle evaluaties (‘joepie, frieten’, ‘bah, spruiten’). In ieder geval smaken French fries mij minder dan frietjes.

ALS je in een tweetalige omgeving werkt, laat dan toe dat mensen voor emotionele processen dicht bij hun moedertaal blijven, maar dring erop aan dat ze voor rationele processen rigoureus hun tweede of derde taal spreken. Het wordt wel hilarisch als de Amerikanen dan moeten overschakelen op het Frans. Misschien een oplossing voor hun volgende kiescampagne, dan stemmen ze hopelijk wat rationeler.

De auteur is professor-emeritus aan de Vlerick Business School. Volg mij op www.marcbuelens.com

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content