Fiscaal voordeel rechtsbijstandsverzekering: wachten op de wet

SCHEIDEN De belastingvermindering op de rechtsbijstandsverzekering voor echtscheidingen en bouwgeschillen wordt "waarschijnlijk begin 2019 goedgekeurd". © GET
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

De regering beloofde in 2018 al een belastingvermindering voor de rechtsbijstandsverzekering die alle juridische domeinen van het privéleven dekt. De verzekeraars zijn er klaar voor, maar de wet is er nog niet.

De verzekeraar ARAG pakt bij de start van het nieuwe jaar uit met de eerste rechtsbijstandsverzekering in België die echtscheidingen en bouwgeschillen dekt. Op de website van ARAG lezen we dat die verzekering met de naam LegalU “binnenkort fiscaal aftrekbaar” wordt. Een beetje verder staat dat de goedkeuring van de wet “waarschijnlijk begin 2019 zal plaatsvinden”.

We vroegen aan Mireille Urlus, de CEO van ARAG België en voorzitter van de afdeling rechtsbijstand van de verzekeraarskoepel Assuralia, hoe zeker zij ervan is dat die beloofde belastingvermindering er nog komt. Door het ontslag van de regering eind vorig jaar staan geplande hervormingen op de helling. “Wij hopen in ieder geval dat die belastingvermindering er nog altijd komt”, zegt Urlus. “De ministerraad heeft het project in november goedgekeurd en het ligt nu voor bij de Raad van State. Het blijft ook voor ons koffiedik kijken, maar in het regeerakkoord was al een passage opgenomen over de rechtsbijstandsverzekering. Wij blijven er dus in geloven.”

Gratis

De regering-Michel schreef in het regeerakkoord van 11 oktober 2014 dat ze de rechtsbijstandsverzekering zou “promoten” voor mensen die geen aanspraak kunnen maken op de juridische tweedelijnsbijstand. Mensen met een voldoende laag inkomen kunnen via die juridische tweedelijnsbijstand gratis of tegen betaling van een bedrag tussen 25 tot 125 euro, afhankelijk van hun inkomen, een beroep doen op een pro-Deo-advocaat. Zij hebben geen verzekering nodig.

Een alleenstaande die meer verdient dan 1298 euro netto per maand, heeft geen recht op tweedelijnsbijstand. Voor gezinnen ligt die drempel op 1583 euro netto per maand plus 188,22 euro per persoon ten laste. De meerderheid van de gezinnen heeft geen recht op het gratis advies van een pro-Deo-advocaat. Voor die gezinnen wilde minister van Justitie Koen Geens (CD&V) de rechtsbijstandsverzekering dus promoten via een belastingvermindering. Hij zei in enkele interviews dat het fiscale voordeel er al in 2018 zou zijn, maar de wet is er begin 2019 dus nog niet.

De gerechtskosten voor een contractueel geschil bedragen al snel enkele duizenden euro’s. Als in beroep gaan of cassatie nodig is, dan spreken we over meer dan 10.000 euro. Voor een bouwgeschil lopen de gerechtskosten nog veel hoger op, omdat een expert moet worden aangesteld. Een gerechtsdeskundige aanstellen alleen al kost 4000 tot 5000 euro. Zonder rechtsbijstandsverzekering is de drempel naar justitie voor veel mensen dan ook te hoog.

Niet ver genoeg

Het idee van minister Geens bouwt eigenlijk voort op een project van zijn voorganger, Laurette Onkelinx (PS), dat in een klein fiscaal voordeel voorzag voor goedkopere, minder uitgebreide rechtsbijstandsverzekeringen. Urlus: “Bij de rechtsbijstandsverzekering zoals Onckelinckx ze heeft uitgedacht, waren enkel echtscheidingen in onderling overleg gedekt. Kwam er een advocaat aan te pas, dan waren echtscheidingen niet gedekt.”

Voor Geens ging dat niet ver genoeg. Hij wilde een uitbreiding van de dekkingen van de rechtsbijstandsverzekering, zodat mensen een tussenkomst krijgen in de advocatenkosten bij echtscheidingen én bij bouwgeschillen. “Onze oude rechtsbijstandsverzekeringen dekken alleen heel kleine bouwgeschillen”, legt Urlus uit. “Het gaat dan om een kleine renovatie zonder bouwvergunning of zonder tussenkomst van architect, of een extra verflaag. Tot voor kort waren bij alle rechtsbijstandsverzekeringen het klassieke bouwen en verbouwen uitgesloten.”

Via officiële kanalen is geen verdere informatie over het wetsontwerp te krijgen. Desgevraagd laat minister Geens droogjes via zijn woordvoerder het volgende weten: “Voor mensen die geen aanspraak kunnen maken op tweedelijnsbijstand wil ik de rechtsbijstandverzekering promoten door de verzekering fiscaal voordelig te maken. Het wetsontwerp ligt momenteel bij de Raad van State en wordt nadien verder besproken op de regeringstafel.”

Uit de boot

Via officieuze kanalen sijpelden de details van het wetsontwerp de voorbije maanden al door. “Het wetsontwerp voorziet in een belastingvermindering van 40 procent voor premies tot maximaal 300 euro”, zegt Urlus. De afrekening gebeurt via de belastingbrief. “Het gaat dus om een jaarlijks voordeel van 120 euro netto per polis en per gezin, ongeacht het niveau van de inkomsten.”

De consumentenorganisatie Test-Aankoop kaartte al eerder aan dat door de keuze voor een belastingvermindering in plaats van een belastingkrediet een kwetsbare groep mensen uit de boot valt. Het gaat om gepensioneerden, mensen die leven van een uitkering en andere mensen die ‘te veel’ inkomsten hebben om recht te hebben op tweedelijnsbijstand, maar onvoldoende belastingen betalen om ten volle te genieten van de belastingvermindering.

De consumentenorganisatie vindt voorts dat de minimale dekkingen – zoals voorlopig voorzien door de wetgever – te laag liggen. Voor een geschil in het kader van een echtscheiding bedraagt het dekkingsplafond minstens 3375 euro en voor bouwgeschillen 6750 euro. Voor burgerlijke zaken ligt het minimale dekkingsplafond op 13.000 euro en voor strafzaken op 13.500 euro. Volgens Test-Aankoop legden eind 2017 slechts 2 op de 18 klassieke rechtsbijstandsverzekeringen in de familiale verzekering de lat zo laag.

Punten en komma’s

De wetgever bepaalt bovendien in een lijst van 62 pagina’s tot welke bedragen de verzekeraars hun tussenkomsten voor prestaties van advocaten mogen beperken. Test-Aankoop vindt die bedragen “erg laag”. In het wetsontwerp zijn barema’s opgenomen die bepalen hoeveel een advocaat mag aanrekenen voor elke prestatie, maar het is niet duidelijk welke advocaten zich aan die barema’s zullen houden. Test-Aankoop wijst erop dat de honoraria van de advocaten doorgaans hoger liggen. Als de advocaten meer aanrekenen, dan zal de consument die factuur zelf betalen. Als er een lijst komt met advocaten die bereid zijn tegen die barema’s te werken, dan is de vraag of zij hun werk even goed zullen doen.

ARAG heeft in ieder geval niet gewacht op de wet om een nieuw product op de markt te brengen. “We zullen de punten en komma’s eventueel nog aanpassen wanneer de wet er is, zodat de verzekerden zeker kunnen genieten van de belastingvermindering. De grote lijnen van het wetsontwerp zijn erin opgenomen. We denken dat we een goed verzekeringsproduct hebben gelanceerd en het belastingvoordeel zou alleen maar een extra stimulans zijn”, verzekert Urlus.

Om in aanmerking te komen voor de geplande belastingvermindering, moeten verzekeringsnemers zich inschrijven op drie modules van LegalU. “In de basismodule zitten de bouwgeschillen, in de tweede module het arbeidsrecht en in de derde module de echtscheidingen”, legt Urlus uit. “Voor de drie modules samen betaalt een alleenstaande huurder 347,08 euro per jaar. Dat is de laagst mogelijke premie.”

Tot nu toe was de rechtsbijstandsverzekering een ‘one size fits all’-product, maar in de nieuwe rechtsbijstandsverzekering maakt ARAG een onderscheid tussen huurders en eigenaars, en tussen alleenstaanden en gezinnen. De kans dat huurders bouwen of verbouwen is kleiner. Zij moeten dus minder premie betalen. Ter vergelijking: het ‘one size fits all’-product zonder bouwgeschillen en echtscheidingen kost 366 euro.”

Urlus verduidelijkt dat LegalU vooral mikt op relatief jonge mensen. “We hebben ook aan de gepensioneerden gedacht en aan de mensen die van een uitkering leven. De module arbeidsrecht kan worden weggelaten. En als er een probleem is met de instantie die de uitkering geeft, dan kunnen ze daar een dekking voor krijgen. Die module arbeidsrecht kost 131 euro, wat meer is dan het fiscale voordeel dat ze eventueel verliezen.”

Verliezers

De gerechtskosten beperken zich ook niet tot de honoraria van de advocaten. Er zijn ook nog de griffierechten. Die omvatten de kosten om een zaak op de rol van de rechtbank te laten zetten (rolrechten), de kosten voor het opstellen van documenten door de griffier van de rechtbank (opstelrechten) en de kosten om een officieel document op te stellen waarmee het vonnis kan worden uitgevoerd (expeditierechten).

Vroeger moest de eisende partij die rolrechten betalen. De partij die door de rechter in het ongelijk werd gesteld, moest ze dan achteraf terugbetalen. Sinds dit jaar moeten de rolrechten pas worden betaald als er een vonnis is, zodat de eisers het bedrag niet meer hoeven voor te schieten en de ‘verliezers’ gewoon aan het einde het gelag betalen. Ook die maatregel zou er volgens minister Geens voor moeten zorgen dat de toegang tot justitie voor iedereen gemakkelijker wordt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content