Vonken op het circuit van Spa-Francorchamps

FORMULE E Belgische bedrijfjes werken mee aan de elektrische mobiliteit.

Hoe zal de elektrische mobiliteit in de smart cities van morgen eruitzien? Ondernemers, starters, managers en genodigden met naam en faam brachten op het circuit van Spa-Francorchamps hun visie en innovaties naar voren. Onder meer vijf veelbelovende start-ups waren van de partij.

De Luikenaar Alexandre Dallemagne bracht eind vorig jaar meer dan 500 mensen samen op het circuit van Spa-Francorchamps om ter gelegenheid van de eerste Spark E#Day de slimme stad en meer bepaald de mobiliteit in die steden van morgen onder de loep te nemen. In de zogenoemde slimme steden zijn gebruiksvoorwerpen en toepassingen in de stad via sensoren met het internet verbonden, waardoor de stad efficiënter en gebruiksvriendelijk wordt voor haar inwoners en bedrijven.

Alexandre Dallemagne is via zijn onderneming Sodaphi traditioneel bezig met vastgoed, maar deed in 2014 zijn intrede in de autosector door 25 procent van het kapitaal van de Franse start-up Spart Racing Technology te verwerven. Dat Franse bedrijf is in 2012 opgestart door Frédéric Vasseur, die tegenwoordig directeur is van het Formule 1-team Sauber. Het was dus niet toevallig dat op de Spark E#Day, waar onder meer ex-formule 1-piloot en nu piloot in de elektrische formule E-klasse Jérôme D’Ambrosio rondjes reed, ook een wedstrijd voor start-ups plaatsvond. Nathalie Crutzen, directrice van het Smart City Institute van de universiteit van Luik, en Damien Ernst, professor elektromechanica aan dezelfde universiteit, selecteerden de volgende vijf jonge ondernemingen.

Een wagen die per kilometer 130 gram CO2 mag uitstoten, dat is belachelijk” Bertrand Piccard

1 Slimme oplaadpalen van Electric Loading

“In plaats van bij elke parkeerplaats een oplaadpaal te zetten, installeren wij kabelhouders. Zo drukken we de kostprijs van de installatie”, zegt Christophe Matias, directeur van Electric Loading, dat in 2015 werd opgericht in Parijs. “Die kabels worden vervolgens aangesloten op een centrale unit die de oplaadbeurten organiseert en die zorgt dat vermogen gelijkmatig van het net wordt gehaald. Zo worden plotse verbruikspieken en eventuele stroompannes vermeden.”

Voor particulieren ontwikkelt Electric Loading een oplaadpaal die rekening houdt met het verbruik van de andere toestellen in de woning en met de productie van de zonnepanelen op het dak. Zo kan de oplaadpaal het vermogen laten fluctueren zonder dat de zekeringen dreigen te springen en wordt er zo veel mogelijk zonne-energie gebruikt. ‘s Ochtends en ‘s avonds, wanneer het verbruik piekt, kan de oplaadpaal dankzij de energie van de wagen ook de woning van stroom voorzien en zo bijdragen tot de stabiliteit van het net.

2 BlackLight Analytics zoekt de beste plekjes

Nu de elektrische voertuigen een groter rijbereik hebben, komen er ook almaar krachtigere oplaadpalen. “In vergelijking met een residentiële installatie vergt zoiets extreem veel vermogen”, klinkt het bij Quentin Gemine, decision support systems engineer en medeoprichter van BlackLight Analytics. Om te vermijden dat ze het net destabiliseren, moet de invoering van zulke oplaadpalen gecontroleerd gebeuren. Net dat is een van de dingen waar die spin-off van de universiteit van Luik op inzet.

BlackLight Analytics ging in januari 2017 van start en werkt aan een tool die uitzoekt welke punten van het net het meest geschikt zijn om er oplaadpalen te installeren. De toepassing is het verlengstuk van GCAN, de software die BlackLight Analytics ontwikkelde om de netbeheerders te helpen bij de integratie van hernieuwbare-energiebronnen. Op termijn is het ook de bedoeling de capaciteit aan geproduceerde hernieuwbare energie en de oplaadcapaciteit op te volgen om die zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen en zo veel mogelijk voertuigen op te laden met groene stroom. Producten waar volgens de jury blijkbaar toekomst in zit, want BlackLight Analytics kwam op de Spark E#Day als winnaar uit de bus.

SAROLÉA Een volledig elektrische sportmotor, en 100 procent Belgisch.
SAROLÉA Een volledig elektrische sportmotor, en 100 procent Belgisch.

3 Diabatix ontwerpt met AI

Aangezien de elektronische componenten van die oplaadpalen grote elektriciteitsstromen te verwerken krijgen, hebben ze de neiging te verhitten. De elektronica in de oplaadpalen moet daarom gekoeld worden met lucht of een vloeistof. Het is zaak speciale ontwerpen te maken die zulke koude- en warmtestromen aankunnen. De Leuvense start-up Diabatix schreef software die het mogelijk maakt het design van die onderdelen autonoom te ontwerpen dankzij artificiële intelligentie (AI). Met een wit blad als uitgangspunt creëert de AI het nieuwe onderdeel op basis van een simulatie van de warmte- en koudestromen.

“Een ingenieur, een mens dus, kan maar op één manier te werk gaan: via trial-and-error”, klinkt het bij Hans Clijsters, VP business development bij Diabatix. Elke wijziging van het design moet worden getest. De ingenieur werkt schets na schets af en dat proces kan maanden in beslag nemen. Dankzij AI duurt het maar een weekend om een onderdeel volledig te herwerken.

4 De algoritmes van Connect2Move

De geomatici (geografen met kennis van informatica) Pierre Renson en Mathieu Jaspard richtten samen Connect2Move op en schreven met hun bedrijf onder meer een algoritme voor de start-up Hytchers, een pakjesdienst voor en door particulieren. “Het algoritme vindt het gemeenschappelijke punt tussen verschillende trajecten”, verduidelijkt Mathieu Jaspard, projectmanager bij Connect2Move. “Een gebruiker geeft zijn traject in op het platform. Dat traject wordt getoetst aan de pakjes die onderweg zijn. Dankzij Connect2Move kan de gebruiker zijn traject aanpassen, het pakje onderweg ophalen en het van het ene tankstation naar het andere brengen in ruil voor gratis brandstof.” Het jonge bedrijf, dat startte onder de vleugels van de incubator VentureLab in Luik, schreef ook een algoritme voor een andere pakjesbezorger die een vloot koeriers aanstuurt. Met behulp van geolokalisatie wijst het algoritme van Pierre Renson en Mathieu Jaspard hun automatisch een bestelling toe.

BlackLight Analytics werkt aan een tool die uitzoekt welke punten het meest geschikt zijn voor oplaadpalen.

5 De Belgische e-motorfiets van Saroléa

De SP7 van Saroléa is een Belgische, zwarte racemotor uit carbon. Een superbike die bij gebruik in de stad, de stadsrand en de autosnelweg een rijbereik van ongeveer 350 kilometer haalt. Saroléa werd in 1850 opgericht in Herstal en produceerde aanvankelijk fietsen en dan bromfietsen. Aan het begin van de 20ste eeuw begon het ook motorfietsen te maken. Het bedrijf stopte in 1973, maar in 2008 namen de tweelingbroers Torsten en Bjorn Robbens de merknaam over en besloten ze elektrische motorfietsen te bouwen. Vandaag proberen de twee Belgen 5 miljoen euro bijeen te krijgen. In 2019 willen ze 500 motorfietsen verkopen. Dat is niet onrealistisch, aangezien er in 1929 elke dag zo’n zeventig tweewielers de fabriek in Herstal verlieten. Het basismodel van de superbike zal wellicht 52.000 euro kosten, inclusief btw.

Reglementering EU-lidstaten kan veel ambitieuzer

Ook Bertrand Piccard kwam naar de Spark E#Day in Spa-Francorchamps. De Zwitserse piloot van het zonnevliegtuig Solar Impulse sprak over de World Alliance For Efficient Solutions, die op 14 november werd gelanceerd ter gelegenheid van de COP23, de klimaattop in Bonn. “Tegen de COP24 in december willen wij 1000 oplossingen selecteren die het milieu op een economisch rendabele manier beschermen. Ondernemingen, start-ups, maar ook universiteiten en beleidsmakers zijn tot die alliantie toegetreden met de bedoeling die oplossingen onder de aandacht te brengen. Innovatie wordt met veel subsidies gestimuleerd. Zodra octrooien zijn aangevraagd, weet je niet wat daar verder mee gebeurt, omdat die uitvindingen vaak niet meteen een praktisch nut hebben. Innovatie moet je op gang trekken door een noodzaak te creëren, een wettelijk kader dat best ambitieus mag zijn. Een wagen die per kilometer 130 gram CO2 mag uitstoten, dat is belachelijk. Je zou de lat op 60 gram moeten leggen. Dan zouden al die bestaande oplossingen in hooguit twee à drie jaar op de markt komen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content