Van de producent direct naar de consument

LUKOIL Een fors Russisch concern dat zich kan meten met de grote westerse oliemaatschappijen. © BI
Guy Legrand Freelance journalist

Lukoil is tien jaar in België aanwezig. De Russische oliereus is, net als Q8 en Tamoil, een voorbeeld van de verticale integratie die de olieproducerende landen nastreven.

In diverse sectoren brengen producenten hun waar zelf aan de man. Sinds de jaren tachtig springen ook olie-exporterende landen op die kar, om op die manier toegevoegde waarde te creëren. Zo ook Rusland, dat in 1991 drie staatsoliemaatschappijen fuseerde tot Lukoil. De groep vierde onlangs haar tienjarige aanwezigheid in ons land. De man achter de fusie was de viceminister van Aardolie en Gas, Vagit Alekperov. Hij nam meteen een belang van 23 procent en verschafte zich zo toegang tot het miljardairsclubje van de Russische oligarchen. Eén ding moeten we hem nageven: hij heeft een scherpe strategische visie. Hij was zo verstandig een grote, geïntegreerde groep op te richten die zich kon meten met de grote westerse oliemaatschappijen. Lukoil is intussen – als je de overheidsspelers buiten beschouwing laat – het nummer twee van de wereld, na Exxon Mobil.

Lukoil was het eerste bedrijf dat zijn aandelen in 1994 op de beurs van Moskou aanbood, een jaar na de privatisering. Het was ook het eerste dat een Amerikaanse concurrent overnam: in 2000 kocht het een groot deel van Getty Oil Marketing en zijn 1300 pompen. Later zou dat park uitgroeien tot meer dan 2000 stations. Na de Verenigde Staten volgde Europa. Eerst Oost-Europa, waar de groep drie raffinaderijen en zo’n 2000 pompstations overnam, en daarna West-Europa. In 2008 richtte Lukoil zijn vizier op Turkije, waar het meer dan 600 pompstations kocht.

België was in 2007 al aan de beurt gekomen, toen Lukoil de 156 JET-pompstations overnam van ConocoPhillips. De Amerikaanse oliemaatschappij had ze zelf vijf jaar eerder gekocht, toen ze nog de naam SECA droegen. Dat park werd in 2012 uitgebreid. Intussen bezitten de Russen een goede 250 tankstations in de Benelux, waarvan 187 in ons land. Lukoil bezit 6 procent van alle tankstations in België, maar het is goed voor 12 procent van de afzet. Dat komt omdat het ook andere netwerken bevoorraadt, met name Octa+. In totaal werkt de groep samen met zo’n 400 partnerstations. Voor die bevoorrading hoeft ze niet ver te kijken. Lukoil heeft sinds 2009 een belang van 45 procent in de Zeeland Refinery in Vlissingen. Total is de hoofdaandeelhouder. Lukoil bezit ook raffinaderijen in Bulgarije en in Sicilië.

De opmars van de Koeweiti’s

Ook Koeweit bestormt al sinds de jaren tachtig de Europese markt. In 1983 richtte het het nationale olieconcern Kuwait Petroleum International op “om de waarde van de Koeweitse aardolie te maximaliseren door binnenlandse en internationale raffinage, petrochemie en marketing”. In het oliejargon staat ‘marketing’ voor de netwerken van tankstations. De groep deed meteen een grote stap met de aankoop van de raffinaderijen en de pompstations van het merk Gulf in de Benelux en Scandinavië. Daarna haalde ze in Italië zo’n 1500 verkooppunten binnen. Gulf viel ten prooi aan T. Boone Pickens, de Texaanse raider die indertijd terreur zaaide in de Amerikaanse oliesector, en ging twee jaar later op in Chevron.

In 1986 creëerden de Koeweiti’s het merk Q8. In de jaren negentig zetten ze hun opmars in Italië voort met de aankoop van het netwerk Mobil, trokken ze op veroveringstocht in Zweden, waar het merk OKQ8 nu marktleider is, en Nederland. In ons land kocht Q8 in 1998 en 1999 de tankstations van respectievelijk BP en Aral. Zo werd Q8 het nummer twee in België, na Total. Tegenwoordig bezit het Koeweitse concern meer dan 3700 stations in Italië en de Benelux, en duizend in Scandinavië. Een raffinaderij heeft Q8 niet in België, maar wel een aanzienlijke productie-eenheid voor smeeroliën die naar eigen zeggen de grootste van Europa is. Q8 kocht de fabriek in Hoboken in 1983 en had er tot vorig jaar bijna 90 miljoen euro in geïnvesteerd. De installatie heeft een capaciteit van 125 miljoen liter. Die capaciteit kan verdubbeld worden.

In de voorbije jaren diversifieerde de groep haar activiteiten en werd ze ook buiten de oliebusiness actief. In de brandstofsector lanceerde Q8 in 2015 zijn eerste cng-station (compressed natural gas) in samenwerking met GreenPoint Supplies. Daarna zijn er nog vier bij gekomen. En dit jaar sloot Q8 een overeenkomst met EDF-Luminus om een aantal Q8-stations uit te rusten met elektrische snellaadpalen.

Tripoli springt op de kar

Eind jaren tachtig vond ook Libië de tijd rijp om zijn deel van de Europese pompstations te veroveren. De groep Tamoil nam in 1988 in het noorden van Italië 778 tankstations over. Intussen zijn dat er 1400. Drie jaar later breidde ze haar netwerk uit met 258 stations in Zwitserland. In beide landen heeft ze een marktaandeel van 6 procent. In Duitsland, waar de groep opereert onder de naam HEM, haalt ze ongeveer 4 procent met een goede vierhonderd stations. Intussen heeft de groep 2315 stations in Europa. In België is ze niet aanwezig.

Het Nederlandse filiaal Oilinvest benadrukt dat de door Tamoil verkochte olie amper nog uit Libië komt. Voorts heeft de groep nog maar één van haar drie Europese raffinaderijen: die van Holborn in Hamburg. De raffinaderijen in het Italiaanse Cremona en het Zwitserse Collombey zijn gesloten. Oilinvest heeft ook in Afrika een netwerk ontwikkeld, verspreid over talrijke Afrikaanse landen. Ook het Franse overzeese departement Réunion maakt daar deel van uit, met 28 pompstations. Dat netwerk is overgedragen aan landgenoot OiLibya.

Guy Legrand

De Russen waren zo verstandig een grote, geïntegreerde groep op te richten die zich kon meten met de grote westerse oliemaatschappijen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content