Sterkhouder van de Zeebrugse haven

MARC ADRIANSENS "We doen veel meer dan alleen wagens lossen." © gf
Dirk Van Thuyne Freelance journalist

ICO uit Zeebrugge heeft een goed 2016 achter de rug en ook de komende jaren ziet CEO Marc Adriansens hoopvol tegemoet. Dit jaar hoopt de autobehandelaar de kaap van 2,5 miljoen auto’s te ronden.

Met een tevreden gevoel blikt CEO Marc Adriansens van International Car Operators (ICO) op het voorbije jaar terug. “In onze kernactiviteit, de behandeling van nieuwe wagens, kenden we een omzetgroei van 10 procent. Dankzij het Yamal LNG-project dikte de omzet in 2016 zelfs aan met 30 procent. Ook dit jaar loopt dat project nog. In Rusland wordt een fabriek gebouwd voor de liquefactie van aardgas. De modules voor die fabriek worden in Zuid-Korea en China geproduceerd en daarna op de boot naar Zeebrugge gezet. Wij verzorgen de tussentijdse opslag en laden die modules op ijsversterkte schepen met als eindbestemming Rusland. Dat contract is voor ons niet alleen een interessante referentie in zware ladingen, het brengt ook extra trafiek in het stukgoed mee.”

Vorig jaar behandelde ICO 2,3 miljoen nieuwe wagens. Dit jaar hoopt Marc Adriansens de kaap van 2,5 miljoen stuks te ronden. Daarmee is Zeebrugge de grootste haven ter wereld in de autotrafiek. “De komende vijf jaar mikken we op een dubbelcijferige groei”, zegt hij. “We doen overigens veel meer dan alleen het lossen van de wagens. Het begint al met de agentuur van de schepen die binnenvaren. Daarnaast bieden we de automerken PDI-diensten (predelivery & inspection) aan in drie hypermodern uitgeruste afdelingen. Sommige auto’s zijn nog niet verkocht als ze hier aankomen. Om aan de specifieke wensen van de klant tegemoet te komen, monteren wij de accessoires. Tot slot leveren we de wagens af bij de dealer.”

Ontsluiting

ICO is al sinds 1934 een van de sterkhouders van de haven van Zeebrugge en is in die lange periode een toonbeeld van flexibiliteit geweest. Opgericht als Zeebrugge Coal and Bunkering Station verhandelde het bedrijf aanvankelijk steenkool. Vanaf 1938 bouwde het olietanks om de dieselmotoren van de schepen te bevoorraden. Na de Tweede Wereldoorlog bloeide het bedrijf dankzij de aanvoer van Amerikaanse kolen en de verhandeling van springstoffen en munitie. Het was ook een partner voor het Zedelgemse Claeyson dat zijn landbouwmachines via de haven van Zeebrugge naar alle hoeken van de wereld uitvoerde. Later sprong het intussen omgedoopte ZSBC op de kar van de container- en rorobehandeling. Uiteindelijk ontstond ICO in 2007 toen het Japanse Nippon Yusen Kabushiki Kaisha (NYK) de roroafdeling van PSA overnam. ICO heeft naast zijn hoofdkwartier in Zeebrugge ook nog een vestiging in Antwerpen.

De wet over de havenarbeid – beter bekend als de wet-Major – bepaalt dat enkel erkende havenarbeiders in de havengebieden arbeid mogen verrichten. Marc Adriansens heeft een dubbel gevoel bij die verplichting. “De havenarbeiders zijn een pak duurder dan in de omliggende buitenlandse havens, maar dat kunnen we compenseren dankzij onze goede ligging aan de zee en de flexibiliteit. Bij ICO maken we er een erezaak van meteen aan de slag te gaan zodra een schip aanloopt. Dankzij die havenarbeiders kunnen we dat garanderen. Een ander voordeel van het systeem is dat je bij een conjunctuurverzwakking geen sociaal passief hebt.”

Een ander heikel punt is al jaren de ontsluiting van de haven van Zeebrugge. “We hebben intussen gelukkig al enkele belangrijke stappen gedaan”, zegt Adriansens, die ook voorzitter is van Apzi, de vereniging van de havenondernemingen in Zeebrugge. “We zijn gelukkig met de aanleg van de A11 en ook de spoorinfrastructuur is in orde. Het grootste probleem is nu nog de lichterverbinding die beperkt is tot binnenschepen van 1000 ton. In Antwerpen is dat zowat het tienvoudige. Dat maakt het containerverhaal zo moeilijk voor ons.”

Dirk Van Thuyne

Vorig jaar behandelde ICO 2,3 miljoen nieuwe wagens.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content