Legende

© GF

De Wrangler – de enige terreinwagen die het echt zware werk aankan, naast de Defender van Land Rover en de G-Klasse van Mercedes – is een rijdende legende. Hij gaat al mee sinds 1941, toen het Amerikaanse leger hem na een aanbesteding koos om in het ruigere veld te rijden. Na de Tweede Wereldoorlog bleef Jeep het model bouwen als terreinwagen voor de consument. Decennialang was de auto bekend als ‘Jeep’. De naam Wrangler kwam er pas tegen het eind van de jaren tachtig.

Onze testwagen is al toe aan de vierde generatie, maar de algemene vormgeving doet nog altijd denken aan de stamvader. Voor dat soort auto is dat heel belangrijk, want de trouwe klant is nogal conservatief. Land Rover ondervindt dat met zijn Defender. Een paar jaar geleden werd een opvolger aangekondigd, maar het voorgestelde conceptmodel werd lauwtjes onthaald, omdat de vormgeving te zeer was gemoderniseerd. In het autowereldje doet het verhaal de ronde dat een Engelse grootgrondbezitter op het autosalon de conceptversie van de Defender bekeek, luisterde naar de uitleg van de marketingmedewerker van het merk, zijn oog over het exquise interieur liet glijden, en dan met een uitgestreken gezicht vroeg: “Oké, maar kan ik er ook mijn schapen mee vervoeren naar de andere kant van mijn landgoed, en de cabine dan schoonspuiten met de hogedrukreiniger, zoals nu?” Het tafereel zal zich wel niet exact op die manier hebben afgespeeld, maar het illustreert hoe het publiek voor dat autotype erover denkt. De ontwerpers van Land Rover keerden terug naar de tekentafel. Waar ze vandaag nog altijd aan zitten.

Het uiterlijk van de nieuwe Wrangler is dus geen revolutie, verre van. Wat niet betekent dat hij niet evolueert. Met zijn terreincapaciteit blijft hij een dijk van een machine. Geen moeras is te diep, geen rotsblok is te lastig om hem tegen te houden. Maar de nieuwe Wrangler, waarvan we de korte versie testten, blijkt heel wat beter inzetbaar bij dagdagelijks gebruik op gewone wegen. Wel klinkt de diesel nog wat rauw als je koud vertrekt, maar op bedrijfstemperatuur houdt hij het geciviliseerd – als je geen te hoge toeren maakt. Op de autoweg kun je nog altijd rustig converseren bij 130 kilometer per uur, zoals in elke auto. Om en rond de deur vonden we hem ook verrassend comfortabel voor een compromisloze terreinwagen.

In cijfers

Motor

4-cilinder, turbodiesel, 2143 cc, 200 pk

Max. koppel: 450 Nm bij 2000 t/m

Prestaties

Top: 180 km/u

0-100 km/u in 9,6 sec.

Normverbruik: 7,6 liter/100 km

Emissie: 202 gr CO2/km

Testverbruik: 9,8 liter

Instapprijs

45.500 euro

Dagelijks inzetbaar

+

Moeilijke instap achteraan

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content