Innoveren in conservatieve sector

ROB REYNDERS, SASKIA BECKERS EN ARNE PRIKKEN "De horeca werd jarenlang stiefmoederlijk behandeld." © T. DE BOEVER

Met Bar Bouffe probeert de Limburgse horeca-ondernemer Dimitri Beckers de sector van de ziekenhuiscafetaria’s nieuw leven in te blazen.

In de provinciale rangschikkingen van de Trends Gazellen duiken tientallen horecazaken op. Sommige eindigen helemaal boven aan de lijst. Zo mag Bunz, de vennootschap boven de hamburgerketen Ellis Gourmet Burger, zich dit jaar de Trends Gazellen Ambassadeur bij de kleine bedrijven in Oost-Vlaanderen noemen. Die trend zet ook nationaal door: de trofee voor de Ambassadeur van de Vlaamse Gazellen bij de kleine bedrijven gaat naar C.Outdoor.

Dat is geen nieuwe naam. C.Outdoor kroonde zich vorig jaar al tot de Limburgse Ambassadeur bij de kleine bedrijven. Het is een van de vennootschappen van de Hasseltse horeca-ondernemer Dimitri Beckers, die een gediversifieerde portefeuille heeft uitgebouwd: The Century (hotel en eetcafé), Hassotel (hotel), C.Bar (bar), Atelier V (catering) en Crudo (Italiaans restaurant en bar). Ook op de Hasseltse technologiecampus Corda is Beckers aanwezig met een broodjes- en koffiebar (Corda Latte), een bistro (Corda Bar), een zelfbedieningsrestaurant (Corda Cuisine) en een cateringbedrijf (Corda Catering). De groep heeft ruim 200 werknemers en was vorig jaar goed voor een omzet van 23 miljoen euro.

We bekijken alle dossiers, ook als het om een frituur of een tearoom gaat

Hip en trendy

De start van C.Outdoor gaat terug naar 2008 toen Dimitri Beckers Hassotel overnam. In die deal zat ook de uitbating van de cafetaria van het Jessa Ziekenhuis in Hasselt. Beckers twijfelde aanvankelijk over wat hij daarmee zou aanvangen. Uiteindelijk pakte hij de uitdaging aan met de bedoeling vernieuwing te brengen in de conservatieve niche van de ziekenhuiscafetaria’s.

Een ziekenhuis is niet meteen een prettig oord. En de cafetaria’s stralen nog al te vaak een steriele sfeer uit. Met Bar Bouffe wil Dimitri Beckers daar verandering in brengen. “We hebben twee concepten. In de eerste plaats een brasserie waarin beleving centraal staat. We bedienen de mensen aan tafel en bieden hoogwaardige gerechten aan. We beperken ons niet tot de klassieke gerechten. Op onze kaart staan ook seizoenssuggesties zoals asperges en wildgerechten”, vertelt hij. “Daarnaast kunt u bij ons ook gerechten afhalen. Zo kan een patiënt een lasagne komen halen die hij in zijn kamer kan opeten of kan een bezoeker nog snel binnenkomen voor een litertje soep voor thuis.”

Innoveren in conservatieve sector

Sinds kort baat Beckers ook enkele ziekenhuisshops uit. Daar worden kranten, tijdschriften, geschenkartikelen, bloemen enzovoort verkocht. “Het zijn kleine shops met net dat ietsje meer. Het is voor ons een uitdaging altijd hip en trendy te zijn, maar met wat creativiteit lukt dat wel.”

2 miljoen euro

Het Jessa Ziekenhuis was slechts de start van een nieuwe poot van Beckers’ horeca-imperium. Sindsdien breidde hij zijn netwerk van ziekenhuiscafetaria’s voort uit. Eerst met de twee campussen van het Ziekenhuis Oost-Limburg (Sint-Barbara in Lanaken en Sint-Jan in Genk) en sinds kort ook met het nieuwe fusieziekenhuis Maas en Kempen in Maaseik. Dat is zeker geen eindpunt. Beckers is op zoek naar nieuwe kansen in Limburg en omstreken.

Het is een oud zeer in de horecasector dat de uitbaters zich vooral uitleven in hun keuken, maar nauwelijks aandacht hebben voor de cijfers. “Wij volgen de cijfers van alle uitbatingen dagelijks op”, zegt Rob Reynders, de interne boekhouder van de horecagroep. “De belangrijkste parameter is de omzet gedeeld door het aantal gepresteerde uren. Zolang dat cijfer rond 70 à 75 euro per uur draait, zijn we goed bezig. Gaat het onder 60 euro per uur, dan gaan we op zoek naar de oorzaken.”

Dimitri Beckers kiest voor de vlucht vooruit. Hij heeft de ambitie jaarlijks 2 miljoen euro te investeren in de uitbouw van zijn horeca-imperium. “We krijgen geregeld aanbiedingen, maar er zit veel kaf tussen het koren. Toch bekijken we alle dossiers, ook als het om een frituur of een tearoom gaat. Vaak kunnen we nog veel leren van die kleine concepten”, zegt hij. “De mensen die op ons afstappen, hebben veel liefde voor het vak, maar zijn het beu zich bezig te houden met de boekhouding, de vergunningen en andere paperassen. In de schoot van een groep als C.Outdoor kunnen ze focussen op wat ze graag doen en helemaal openbloeien.”

Flexi-jobs helpen

Beckers ziet slechts twee soorten horecazaken overleven. Aan de ene kant de kleinschalige zaken die worden gerund door man en vrouw, en aan de andere kant de professionele horecaketens. De hoge loonkosten zijn al decennialang een heikel thema. De regering-Michel kwam daar voor een stuk aan tegemoet door de creatie van de flexi-jobs. “We juichen dat initiatief absoluut toe. Het is een enorme hulp gebleken en het heeft de sector iets aantrekkelijker gemaakt”, zegt Dimitri Beckers. “Jammer genoeg zijn daarmee niet alle problemen opgelost, want ondanks alles blijven de loonkosten hoog in ons land. Dat verplicht er ons soms toe de openingsuren van onze zaken in te perken.” De zoektocht naar nieuwe medewerkers valt naar eigen zeggen wel mee, behalve voor de leidinggevenden. “De horeca werd jarenlang stiefmoederlijk behandeld en werd nooit als een volwaardige sector aanzien. Daar komt stilaan verandering in, al zal het nog een tijdje duren vooraleer zich een echte bedrijfscultuur zal ontwikkelen. Het is dan ook aartsmoeilijk managers en leidinggevenden te vinden”, besluit medezaakvoerder Arne Prikken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content