In het spoor van Gustave Eiffel

CHRIS LEBEER, WOUTER DUCHEYNE EN CHRISTIAN HEEREN. Contract met Borealis moet groei verzekeren. © Kris Van Exel

Het jonge bedrijf Qpinch mag zijn revolutionaire technologie om industriële warmte te recupereren, inbouwen in het productieproces van de Borealis-vestiging in Zwijndrecht.

In een grote loods aan de Bremenstraat in het Antwerpse havengebied zitten een paar ingenieurs aan een lange tafel, terwijl een beetje verderop wordt gesleuteld aan een stalen constructie. Opleveren is de komende maanden prioriteit nummer één voor Qpinch, vertelt oprichter Wouter Ducheyne.

Die duidelijke doelstelling zorgt zelfs voor verschuivingen in het organogram. Ducheyne schuift het CEO-schap tijdelijk door naar bestuurder Chris Lebeer. De ervaren manager en industriële ondernemer bij onder andere McKinsey, Bekaert, Banksys en de Britse Volution Holding, moet het bedrijf sturen tot fase 3. “De eerste fase is de proefinstallatie van 100 kilowatt die we bij Indaver hadden. Nu zitten we tot eind 2019 in fase 2: een grotere installatie van 1,5 megawatt; de uitbreiding van het kernteam; en een duidelijke aanzet voor internationalisatie. Fase 3 is een volledig operationele industriële installatie, en het liefst meer dan één, als start van installaties in de heel wereld.”

In het spoor van Gustave Eiffel

De primeur is voor Borealis. De chemiegroep integreert de Vlaamse technologie in haar poly-ethyleenfabriek in Zwijndrecht. Simpel gezegd zorgt Qpinch ervoor dat van elke twee eenheden restwarmte, er één via een fysico-chemisch proces 50 tot 100 graden Celsius wordt verhit tot nuttige industriële stoom, terwijl de andere wordt weggekoeld. Ducheyne: “Poly-ethyleenproductie vergt zeer veel energie, waar warmterecuperatie een essentieel onderdeel van is. Door het energieverbruik te verminderen, reduceren we ook de CO2-uitstoot.”

De installatie in Zwijndrecht heeft een vermogen van één tot anderhalve megawatt, afhankelijk van de restwarmte die wordt herbruikt. De bedoeling is ze in de tweede helft van 2019 operationeel te hebben. Als het een succes wordt, komen ook andere vestigingen van de groep aan de beurt. “Na de Europese Unie, wellicht in het Midden-Oosten, China, India en elders, waar het het meest verantwoord is. Wellicht niet in Noord-Amerika, door de lage energieprijzen daar”, schetst medeoprichter Christian Heeren.

Meerdere Eiffeltorens

Om de ambities te schetsen, verwijst Ducheyne naar de Franse architect Gustave Eiffel. “Die bouwde eerst de Maria Pia-brug in Porto. Die kennis gebruikte hij om in de Auvergne het Viaduc de Gabarit te bouwen, een 500 meter lange ijzeren spoorwegbrug op 122 meter hoogte. De basis van de Eiffeltoren is eigenlijk vier keer die brug aaneengelast. Achteraf lijkt dat een weloverwogen stappenplan, maar dat was het niet. Veel start-ups verkopen volgens mij hun concept zodra ze hun Porto-brug hebben gebouwd. Wij hebben de ambitie meerdere Eiffeltorens te zetten, en de technologie te gebruiken voor installaties van 50 MW.”

“Deze technologie heeft een enorm potentieel voor onze industrie”, vindt Maurits Van Tol, senior vice president Innovatie en Technologie van Borealis. “Het grote voordeel is dat we een chemisch proces hebben ontwikkeld, en de petrochemiesector ons verhaal snel begrijpt”, weet Ducheyne.

Liever grote boten

Het Borealis-contract is om nog een andere reden belangrijk. De fabriek blijft draaien tijdens de installatie. “Aan een grote boot op de Schelde sleutel je niet aan de motoren terwijl die aan het varen is. Dat gaan we hier wél doen: we integreren onze installatie in het hart van het energiesysteem, terwijl we intussen zorgen dat de motoren niet stilvallen. Onze foutenmarge is nul.”

Tegelijk vergemakkelijkt het werken met grote klanten de financiering. “Zij kopen zelf de niet-unieke componenten, wat onze kapitaalbehoefte vermindert. Zodra we de wereld intrekken, zal er nog wel een nieuwe kapitaalronde nodig zijn”, zegt Heeren. “In 2019 mikken we op een omzet van meer dan 5 miljoen euro.”

Dat er nog andere partijen kijken naar de restwarmte van bedrijven, vindt Qpinch logisch. Het restwarmtenet Ecluse zal bijvoorbeeld stoom van afvalverwerkers naar andere havenbedrijven brengen. Ducheyne: “Het potentieel van restwarmte is gigantisch. Als restwarmte rechtstreeks nuttig kan worden ingezet, moet je dat doen.”

“Wij zijn zeker niet de enige speler”, glimlacht Lebeer. “Maar ook wij zijn relevant. Om de scheepsterminologie aan te houden: wij mikken op de bedrijven waar onze impact het grootste is: liever vijf grote boten dan 100 kleinere schepen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content