Belgische textielindustrie: ‘Hoe technischer, hoe liever we het hebben’

© Google

Onze textielindustrie focust meer en meer op de internationale groeimarkt van het technisch textiel. Tegen 2020 zal technisch textiel uitgroeien tot het grootste segment van de Belgische textielindustrie, voorspelt de sector.

Technisch textiel klinkt misschien wat stoffig, maar in die tak van de textielindustrie draait het om hightech. Dat gaat van slim textiel met ingebouwde sensoren en andere elektronische snufjes over lichtgewicht structuurelementen voor auto’s tot en met textieloplossingen om onze kusten te beschermen tegen de gevolgen van de klimaatopwarming. De nieuwigheden van die innovatieve sector waren te zien op de tweejaarlijkse vakbeurs Techtextil in Frankfurt. De vakbeurs met 1790 exposanten kreeg dit jaar 47.500 bezoekers over de vloer uit 114 landen, een stijging met 14 procent in vergelijking met de editie van 2015. Trendsvoelde de polsslag bij enkele Belgische spelers.

Nieuwe groeipolen

“Dit is de belangrijkste beurs”, zegt Michèle Sioen, de CEO van Sioen Industries. De wereldmarktleider in gecoat technisch textiel is aanwezig met drie imposante standen, goed voor meer dan 200 vierkante meter tentoonstellingsruimte. “We investeren hier veel in. We hebben dagelijks 80 van onze mensen ter plaatse om te praten met klanten, leveranciers en partners. Dat resulteert in veel nieuwe projecten.”

“We moeten verder innoveren om technologisch leider te blijven

Het beursgenoteerde bedrijf pakt op de beurs onder andere uit met een groene muur, de planten zijn geïntegreerd in een textielproduct. “Het is een manier om steden te vergroenen”, zegt Bert Groenendaal, R&D-projectcoördinator bij Sioen. “We hebben een textielcomplex ontwikkeld dat kan worden opgehangen aan een muur. De planten zitten in het textiel verwerkt, hetzelfde voor de bewatering, de toevoer van voedingsstoffen en sensoren om het geheel te monitoren.”

Naast een overnamemachine – de omzet van de groep steeg in het eerste kwartaal met 35 procent waarvan 5 procent organisch en 30 procent door overnames – profileert Sioen zich als een innovatieve speler. De groep heeft 167 O&O-mensen in dienst en het budget voor onderzoek en ontwikkeling was in 2016 goed voor 6,7 miljoen euro (op een omzet van 363,4 miljoen euro). De O&O-vergadering vindt elke maand plaats in het kantoor van Michèle Sioen in Ardooie. “We zoeken constant naar nieuwe technische, innovatieve toepassingen”, zegt de CEO. De onderzoekers moeten nieuwe groeipolen voor Sioen creëren. “We moeten verder innoveren om technologisch leider te blijven”, zegt Joost Wille, de CTO van Sioen Industries. Een van de wegen van de toekomst bij Sioen zijn de composietmaterialen. “Composieten vinden meer en meer hun weg naar lichtgewicht toepassingen in de luchtvaart- en de automobielsector”, stelt Wille vast. “Wegens de CO2-uitstoot moeten die sectoren de strijd tegen het gewicht aangaan en daar liggen kansen voor lichte materialen.”

Meer toegevoegde waarde

Ook Dirk De Locht van Concordia Textiles onderstreept het belang van Techtextil voor zijn business. “Dit is het walhalla van onze sector”, zegt hij. Het West-Vlaamse Concordia presenteert vooral technisch textiel voor bedrijfskledij en militaire toepassingen. “Heel de wereld komt naar hier. We hebben net mensen gezien van het Pakistaanse leger”, stelt De Locht. Hij leidt de businessunit Workwear, een internationale groeimarkt die bediend wordt vanuit de productie in Waregem. “65 procent van onze omzet in Europa komt van de bedrijfskledij en globaal is het ongeveer de helft. Hoe technischer, hoe liever we het hebben. Vroeger verkochten we klassieke voeringstoffen tegen 60 tot 80 cent per lopende meter. Nu verkopen we technisch textiel tegen 5 tot 20 euro per lopende meter. Er zit veel meer toegevoegde waarde in.”

“Er zijn hier meer dan vijftig Belgische bedrijven aanwezig en onze groepsstand is dit jaar verdubbeld van tien naar twintig deelnemers”, weet Fa Quix, de topman van de sectorfederatie Fedustria. De Belgische textielindustrie steunt op twee belangrijke pijlers: ongeveer 42 procent van de toegevoegde waarde van de sector komt van interieurtextiel (onder meer tapijten en meubelstoffen), technisch textiel is goed voor 40 procent. “Technisch textiel groeit gemiddeld met 2 à 3 procent per jaar. Het belang van dat segment in onze sector is gegroeid van 15 procent in 1993 tot 40 procent vandaag. In 2020 zal technisch textiel het grootste segment van de textielindustrie in België zijn”, verwacht Quix (zie kader Belgisch technisch textiel in cijfers). De sector worstelt wel met de volatiele grondstoffenprijzen en een tekort aan technisch personeel in Oost- en West-Vlaanderen.

Minder mode, meer techniek

Typisch voor technisch textiel is dat de branche kennisintensief is en gedreven wordt door innovatie. “Bij technisch textiel gaat het om materialen en dat is O&O-intensief. Er worden nieuwe producten ontwikkeld met nieuwe coatings. Er komen composietmaterialen op basis van 3D-weefsels op de markt. De motor achter de ontwikkelingen is het zoeken naar nieuwe producten voor nieuwe markten”, vertelt Fa Quix. “Er zijn altijd nieuwe mogelijkheden, dat is het voordeel van technisch textiel. Onze bedrijven zoeken oplossingen voor uitdagingen in bescherming, veiligheid, gezondheid, transport, enzovoort. Er zijn altijd weer nieuwe markten te ontdekken. De mode verliest aan belang en de technische branche wordt groter.”

Het technisch textiel heeft mijn bedrijf gered. Vandaag produceren we technische weefsels voor allerhande toepassingen

Een voorbeeld van een West-Vlaamse kmo die succesvol transformeerde van een klassieke wever van meubelstoffen tot een nichespeler in technisch textiel is 3D Weaving uit Deerlijk. “We hebben altijd in onderaanneming gewerkt voor bedrijven uit de streek”, zegt Pascal Ghekiere, de CEO van 3D Weaving. “Maar in de jongste vijftien jaar is 80 procent van onze potentiële klanten verdwenen. Het was noodzakelijk andere markten aan te boren. Tien jaar geleden zijn we gestart met technisch textiel.” Voor de crisis van 2008 boekte het familiebedrijf met tien mensen een omzet van 1 miljoen euro. Met de crisisjaren werd het productievolume gedecimeerd, slonk de omzet naar 180.000 euro in 2009 en had Ghekiere nog één man in dienst. “Het technisch textiel heeft mijn bedrijf gered. Vandaag produceren we technische weefsels voor allerhande toepassingen. We maken composietmaterialen voor dubbelwandige tanks, propellers, bodemplaten voor treinstellen, weefsels voor filtersystemen, enzovoort. Technisch textiel zorgt voor de groei”, weet ingenieur Pascal Ghekiere. De omzet bedraagt weer 1 miljoen euro en hij heeft tien mensen in dienst. De West-Vlaming heeft de jongste jaren meer dan 2,5 miljoen euro geïnvesteerd in nieuwe machines en in de uitbreiding van de productiehal.

Kniebrace en coatingtechnologie

Dat de Belgische spelers internationaal goed scoren in innovatie blijkt uit de erelijst van de Techtextil Innovation Award. Van de acht winnende projecten gingen dit jaar twee prijzen naar Belgische realisaties. Centexbel, het kenniscentrum van de textielindustrie, won een innovatieprijs voor de ontwikkeling van een intelligente kniebrace die helpt bij de revalidatie na knieoperaties. “De brace, die vol sensoren zit, bepaalt heel nauwkeurig de juiste positie van de knie tijdens de revalidatieoefeningen”, legt Guy Buyle van Centexbel uit.

Een tweede Innovation Award ging naar de West-Vlaamse textielcoater Vetex. Het familiebedrijf uit Ingelmunster won de prijs voor de ontwikkeling van een nieuwe solventvrije polyurethaancoatingtechnologie. “We hebben drie jaar gewerkt aan de technologie”, zegt Patrick Rigole, de CEO van Vetex. Vetex is gespecialiseerd in het coaten en lamineren van textiel voor bijvoorbeeld medische kledij. Het bedrijf telt zeventig werknemers en investeerde 8 miljoen euro in de ontwikkeling van de nieuwe coatingtechnologie. Het gebouw wordt straks uitgebreid voor een nieuwe machine. “We blijven groeien. Dit jaar zal onze omzet meer dan 17 miljoen euro bedragen. Om verder te kunnen groeien, investeren we in een tweede machine voor thermoplastische coatings”, zegt Rigole, die ook de voorzitter van Centexbel is. Met de solventvrije coatingtechnologie mikt Vetex op nieuwe markten, zoals de automotive en de luchtvaartsector. Ook fabrikanten van luxehandtassen, skikledij en motorpakken tonen interesse voor de gepatenteerde technologie.

Investeren in Mexico

Een van de troeven van technisch textiel is dat de business past in de circulaire economie. “Meer dan 85 procent van de polyestervezels die wij produceren, is gemaakt met gerecycleerd petmateriaal”, zegt Patrick De Saedeleir, de CEO van De Saedeleir uit Dendermonde. De vezelproducten van DS Fibres, een van de drie afdelingen van het familiebedrijf, vinden hun weg naar de automobielindustrie voor het produceren van hoedenplanken en andere textielvormen in wagens. Om verder te groeien werkt De Saedeleir, met productievestigingen in België en Frankrijk, aan de internationalisering van het textielbedrijf. “We zijn een vezelfabriek aan het bouwen in Mexico. Onze fabriek DS Fibras de Mexico in Aguascalientes zou in september moeten draaien”, stelt Patrick De Saedeleir.

De fabriek van 10.000 vierkante meter wordt op een terrein van 2 hectare gebouwd en is goed voor een investering van 10 miljoen euro en vijftig werknemers. “De automobielindustrie is daar aan het groeien, ondanks de retoriek van Donald Trump. De industrie is er booming en de Mexicaan is de grootste coladrinker ter wereld, dus er is ook voldoende aanvoer van petflessen”, legt De Saedeleir uit. “Het is te moeilijk vanuit Europa te leveren aan de automotive in Mexico. De markt is voldoende groot, vandaar onze beslissing daar te investeren.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content