Geert Joris (57): ‘Van museum naar belevingscentrum’

Geert Joris is bijna een jaar directeur van het Centrum Ronde van Vlaanderen (CRVV). Hij volgde er Rik Vanwalleghem op.

Wat hebt u behouden en wat is er veranderd in vergelijking met de periode van uw voorganger?

GEERT JORIS. “We profileren het Centrum minder als een museum omdat het dat in essentie niet is. Een museum heeft een andere functie, die het Centrum nooit gehad heeft en ook niet moet ambiëren. Musea doen bijvoorbeeld vaak aan wetenschappelijk onderzoek.

“Naast de permanente tentoonstelling willen we veel meer inzetten op tijdelijke tentoonstellingen. We hebben er al een paar gehad. Er was de expositie over de Giro en in september komen we met een fototentoonstelling van Johnny Maeschalck. In 2018 hebben we zelfs een virtualreality-tentoonstelling over koersen in de Groote Oorlog.

“Het accent is ook verlegd naar actieve wielerbeleving. We willen er zijn voor iedereen die het wielrennen in de Vlaamse Ardennen actief en passief wil beleven. Daarvoor hebben we overeenkomsten met grote namen uit de wielerwereld, zoals Specialized, Ridley en Shimano, om testfietsen en dus testritten aan te kunnen bieden. We organiseren ook meer activiteiten.

“Het klopt dat instellingen als het CRVV zich vooral moeten profileren als belevingscentra. Onthoud vooral dit: we zijn geen museum meer.”

Hoe moeilijk is het om het CRVV rendabel te houden?

JORIS. “Zonder subsidie redden we het nog niet. De overheid geeft ons een opdracht en die vervullen we met die subsidie. Daarnaast proberen we in te zetten op de rendabilisering van de shop en de brasserie.”

U rekende een jaar terug op meer belangstelling en steun vanuit de bedrijfswereld. Is dat gelukt?

JORIS. “Absoluut. Het is zelfs een onverhoopt succes geworden. We werken intussen samen met zo’n dertig partners. In het najaar organiseren we partnerdagen om de samenwerkingen te optimaliseren en te bekijken of er nog kruisbestuiving mogelijk is. De samenwerkingsovereenkomst die we nu ook hebben met Flanders Classics (de organisator van de Ronde van Vlaanderen, nvdr) biedt veel mogelijkheden.”

Hoe overbrugde u de donkere maanden waarin de Vlaamse wielertoeristen de fiets veelal aan de haak hangt?

JORIS. “Dat blijft lastig, maar die periode is gelukkig erg kort. In de periode november-januari proberen we vooral in te zetten op groepen die de tentoonstellingen komen bezoeken. In de brasserie hebben we ook voor grotere schermen gezorgd, zodat mensen er naar de cyclocross kunnen komen kijken. Dit jaar zullen we die periode overigens gebruiken voor de verbouwing van de brasserie. Altijd met één bedoeling: meer volk lokken.”

U zou voluit voor groei gaan. Operatie geslaagd?

JORIS. “Ja. We hebben het afgelopen jaar al zo’n 15 procent meer bezoekers over de vloer gehad. Vernieuwing strekt zich over een langere periode uit. We zitten nu midden in die transitie, dus het beste moet nog komen.”

Hoe afhankelijk is het CRVV van die ene klassieker, de Ronde van Vlaanderen, die in Oudenaarde eindigt?

JORIS. “De Ronde van Vlaanderen is een sterk merk en zeker rond die periode profiteren we daar maximaal van. De rest van het jaar speelt dat minder een rol, maar in de samenwerking met Flanders Classics willen we juist inzetten op de beleving van wielrijden het hele jaar door.”

K.C.

“Het beste moet nog komen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content