Een zelfverklaarde Führer

Er is al een halve boekenkast over Léon Degrelle bij elkaar geschreven. Waarom was dan nog een nieuwe biografie nodig? Bruno Cheyns geeft op die vraag steeds hetzelfde antwoord: andere boeken focusten altijd op een of meer aspecten van Belgiës grootste collaborateur. Het ging over de politicus, Léon Degrelle als Oostfronter of de man van de Katholieke Actie. Cheyns schreef een allesomvattend werk over zijn leven, van wieg tot graf.

De grote lijnen van het leven van Degrelle zijn bekend. Hij werd geboren in Bouillon in 1906. Al jong stond de gedreven katholiek aan het hoofd van de uitgeverij en de latere partij Rex. Nadat hij in 1936 een verkiezingsoverwinning had behaald, net zoals het Vlaams-nationale VNV, ging hij een jaar later het duel aan met premier Paul van Zeeland voor een tussentijdse verkiezing voor één vrijgekomen Kamerzetel. Degrelle hoopte op verdeelde tegenstanders tegenover hem, maar het werd een strijd van één tegen allen. Doordat iedereen zich achter Van Zeeland schaarde, ging die met drie kwart van de stemmen aan de haal. In 1939 werd Rex van het politieke toneel gevaagd, maar toen kwam de oorlog. Degrelles tweede leven begon in de collaboratie. Hij kwam aan het hoofd van het Waals Legioen, dat in de Waffen-SS zou opgaan. Tot de nederlaag in mei 1945 droeg hij een Duitse uniform, waarna hij op de vlucht sloeg richting Spanje.

Dat generaal Franco in dat land de plak zwaaide, speelde in zijn voordeel. Er ontwikkelde zich een diplomatiek steekspel tussen Brussel, dat zijn uitlevering wilde, en Madrid, dat vooral mist spuide. Léon Degrelle werd bij verstek ter dood veroordeeld. Als hij vlak na de oorlog was gevat, was die straf vrijwel zeker uitgevoerd. Toen de repressiestorm wat luwde, wijzigde die situatie. Eigenlijk was België hem liever kwijt dan rijk en werden de verzoeken tot uitlevering vooral een formeel verplicht nummer.

In de literatuur over Degrelle worden de naoorlogse jaren het minst belicht. Bruno Cheyns brengt daar verandering in, al zijn er niet veel bronnen beschikbaar. Tijdens zijn jaren in Spanje leidde Degrelle een vrij teruggetrokken bestaan, tot in de jaren zeventig de interesse voor zijn persoon opleefde. Journalisten zochten hem op, hele gesprekken werden uitgeschreven en een reeks boeken van Wim Dannau met lange interviews verscheen in 1973. Wat later maakte ook tv-maker Maurice De Wilde zijn opwachting in het Spaanse ballingsoord. Sensatie was nooit ver weg als de meester-demagoog het woord kreeg. Degrelle kreeg aan het einde van zijn leven ook zowat heel Europees extreemrechts over de vloer. Hij overleed in 1994.

De biografie van Bruno Cheyns bevestigt het beeld van de politieke kameleon. Degrelle noemde zich weleens “de laatste nationaalsocialist”, maar het is de vraag of die profilering niet veeleer een opportunistische pose van de katholieke Ardennees was. En hij had een wel heel erg efficiënte beschermingsengel. Daar zijn zijn exploten aan het Oostfront het beste bewijs van, zelfs als ze zijn ontdaan van Degrelles neiging om de dingen uit te vergroten. Hij ontsnapte een paar keer miraculeus aan de dood.

Bruno Cheyns, Léon Degrelle. De Führer uit Bouillon, Vrijdag, 2017, 592, 39,95 euro

MICHAËL VANDAMME

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content