‘Een werk van lange adem’

Na haar opleiding scheikunde aan de KU Leuven ging Ilse Vervloet als onderzoekster aan de slag bij AkzoNobel. Later werkt ze als milieuadviseur bij Fetra, bij Credendo en sinds 2012 bij de federatie van de autosector Traxio. Nu is ze de algemeen directeur van het bodemsaneringsfonds Tersana. “Ik sta bedrijven graag bij om hun milieu-impact te verbeteren”, stelt ze.

Wat doet Tersana?

ILSE VERVLOET. “Heel wat garage-, carrosserie- en landbouwmechanisatiebedrijven krijgen met bodemverontreiniging te maken. Dat komt aan het licht door een bodemonderzoek, dat in de sector verplicht is. Bij Traxio kwam ik in aanraking met veel bedrijven die dure bodemsaneringen moesten laten uitvoeren. Om hen te kunnen bijstaan en hen een financiële ruggensteun te geven heb ik voorgesteld aan Traxio, Febelcar, Fedagrim en de Bond van de Garagisten Beroepsverenigingen om, met de steun van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij, Tersana op te richten. Sinds 21 december 2018 is Tersana door de Vlaamse regering erkend.”

Wat is u het voorbije jaar het meest opgevallen?

VERVLOET. “Heel wat bedrijven in de sector die een bodemonderzoek hadden moeten laten uitvoeren, schieten daarin nog altijd tekort. Er zijn ondernemingen die al twintig jaar bestaan en nog niet in orde zijn. Vreemd genoeg zien ze dat niet als een prioriteit, wat hen zuur kan opbreken.

“Een bodemonderzoek is onontbeerlijk om te weten te komen of er een probleem is. Pas als dat is uitgevoerd, kunnen ze zich bij ons aansluiten. Door dat eerste bodemonderzoek uit te stellen riskeren ze de Vlaamse subsidie voor een sanering mis te lopen.”

Welk effect heeft de coronacrisis op Tersana?

VERVLOET. “Net zoals in vele andere sectoren, heeft de crisis grote gevolgen voor ons. Normaal gaan we bij de bedrijven langs om onze werking en de voordelen ervan uit te leggen. Dat moet nu op afstand gebeuren, wat niet vanzelfsprekend is. Sommige bedrijven hebben daar nu minder oren naar. Ergens begrijpen we dat, want veel ondernemingen maken zich zorgen over hun economische leefbaarheid. Er is gedurende acht weken enkel ruimte geweest voor dringende herstellingen, wat een behoorlijke financiële aderlating veroorzaakt. Anderzijds maken sommige bedrijven van de nood een deugd. Minder werk creëert ruimte, die ze gebruiken om aan hun saneringsverplichtingen tegemoet te komen.”

Wat heeft de toekomst in petto?

VERVLOET. “De komende twee jaar leggen we de focus op het blijven werven van bedrijven die zich bij ons kunnen aansluiten. Dat zal vooral mijn verantwoordelijkheid zijn. Bij de saneringswerken houden we rekening met de realiteit van de bedrijven. Vele willen dat we langskomen om te saneren op een moment dat ze verbouwingswerken laten uitvoeren. Timing is erg belangrijk. We houden daar in de mate van het mogelijke rekening mee. Er is slechts plaats voor duizend dossiers. Er snel bijzijn is dus de boodschap.

“We zullen ook steeds meer saneringswerken opstarten. Twee bedrijven zijn dankzij Tersana al in orde. In een volgende fase zal er een bijzondere aandacht gaan naar preventie. We voeren een werk van lange adem uit. Verwacht wordt dat we nog aan de slag zullen zijn tot in 2036. Dan zal ik er niet meer bij zijn” ( lacht).