Een langer leven voor geconnecteerde objecten

HET TEAM VAN E-PEAS "Zodra we om en bij de 2 miljoen stuks verkopen, zijn we rendabel." © GF

De Waals-Brabantse start-up e-peas heeft 3,5 miljoen euro opgehaald. Behalve op hulp van The Faktory kan het jonge bedrijfje rekenen op de steun van industriële actoren met naam en faam, zoals Airbus, JCDecaux en Semtech.

Het product dat e-peas heeft ontwikkeld, is het resultaat van fundamenteel onderzoek dat tien jaar geleden werd verricht aan de UCL. Het moet via het internet geconnecteerde voorwerpen beter doen presteren. Uiteenlopende toestellen zoals gas- en elektriciteitsmeters, kranen, overgordijnen en industriële apparaten hebben al een draadloze verbinding of zullen die in de toekomst krijgen. Via die verbinding is het mogelijk gegevens te monitoren en te verzamelen, en zelfs vanaf afstand in te grijpen. De voeding van die geconnecteerde toestellen is vaak een wegwerpbatterij of -accu. Dat verklaart mee de onderhoudskosten. Bedrijven moeten niet alleen in de gaten houden of hun geconnecteerde voorwerpen nog voldoende zijn opgeladen, ze moeten ook manueel enorme hoeveelheden batterijen of accu’s vervangen.

Het alternatief is te werken met oplaadbare batterijen of accu’s. Hoe gaat dat in zijn werk? Geconnecteerde objecten worden voorzien van een minizonnepaneel, een microturbine, een golfaccumulator of een warmtewisselaar. Tussen dat energiewinningssysteem en de voeding bevindt zich een soort van timer, die de energieoverdracht optimaliseert. Dat product ontwikkelt e-peas. “Het is de bedoeling dat de geconnecteerde voorwerpen langer meegaan, zodat ze het een tiental jaar autonoom uithouden”, zegt Geoffroy Gosset, een van de oprichters van e-peas.

Partners

Die belofte heeft de belangstelling gewekt van drie grote industriële actoren in zeer uiteenlopende sectoren (zie Wie stapte in het kapitaal?). Airbus bijvoorbeeld investeert in de Belgische start-up, omdat de vliegtuigbouwer van plan is zijn toestellen uit te rusten met massa’s geconnecteerde voorwerpen. “In een vliegtuig zitten almaar meer sensoren”, zegt Geoffroy Gosset. “Meters en meters kabels trekken is niet de beste oplossing, want die maken het toestel zwaarder. De constructeurs geven dus de voorkeur aan draadloze technologie.”

Ook JCDecaux investeert in de start-up. De belangstelling van dat bedrijf heeft te maken met het internet der dingen. De reclamepanelen en de deelfietsen van JCDecaux zijn geconnecteerde of connecteerbare objecten die het bedrijf permanent kan opvolgen.

Semtech is de derde industriële speler die met geld over de brug komt. Hoewel het weinig bekend is bij het grote publiek, is dat bedrijf voorbestemd om een belangrijke rol te spelen in de wereld van de geconnecteerde voorwerpen. Semtech is het bedrijf achter LoRa, een van de grootste twee netwerken van geconnecteerde voorwerpen ter wereld. Meer dan 500 actoren in de telecomsector, waaronder Proximus, kozen voor de LoRa-technologie, een unieke standaard om de talloze geconnecteerde voorwerpen die overal ter wereld worden ontwikkeld, met elkaar te verbinden.

De start-up, die volgens Gosset zes concurrenten heeft in zijn segment, beschikt niet over een productie-eenheid. In de sector van de halfgeleiders is zoiets een uitzondering geworden, zelfs bij de grote groepen. “Een fabriek uit de grond stampen kost 5 tot 10 miljard dollar”, stipt Geoffroy Gosset aan. “Onze productie gebeurt in Azië door gespecialiseerde actoren. E-peas tekent digitale plannen van zijn circuits en stuurt die op om ze daar te laten produceren.”

De verkoopcyclus voor chips duurt lang, maar toch hoopt e-peas, dat tegen eind dit jaar acht medewerkers zal tellen, vanaf 2018 op grote schaal te produceren. Dat moet ook. Aangezien de chip van e-peas slechts enkele dollars kost, moet e-peas volumes draaien. “Zodra we om en bij de 2 miljoen stuks verkopen, zijn we rendabel”, schat Gosset. “Dat kan snel gaan. Een enkele grote klant binnenhalen kan voldoende zijn!”

Afzetmarkten

E-peas identificeerde drie veelbelovende afzetmarkten. De eerste is de markt van de automatische kranen. Als een kraan met bewegingsdetector niet meer werkt, is een lege batterij veelal de boosdoener. Bij de meest gebruikte kranen is de batterij al na zes maanden leeg. Om onderhoudskosten te vermijden, rusten de fabrikanten hun kranen tegenwoordig liever uit met een oplaadbare batterij die voorzien is van een klein zonnepaneeltje of een miniwaterturbine. Wereldwijd zou de markt van de automatische kranen goed zijn voor ruim 400.000 stuks per jaar.

Toezicht op vrij rondlopende kuddes is de tweede markt. Een kudde koeien of schapen uitrusten met sensoren heeft tal van voordelen. De eigenaar weet altijd waar zijn dieren zijn, hij komt snel te weten of er dieren ziek of dood zijn, en hij kan inseminaties beter plannen. De opzet is het rendement van de kudde op te voeren en verliezen te vermijden. In de Verenigde Staten en in Australië zijn er veehouderijen met maar liefst 100.000 dieren.

Ten derde zijn er de supermarkten, waar de geprinte prijzen vervangen zijn door elektronische etiketten. Dat vergt duizenden geconnecteerde voorwerpen, waarmee het personeel voortdurend de handen vol heeft, want de batterijen moeten geregeld worden vervangen. Soms wordt het hele elektronische etiket gewoon weggegooid en vervangen door een ander. De nieuwe systemen zijn uitgerust met een zonnepaneel, wat betekent dat er in elk etiket een chip zit zoals die van e-peas.

Gilles Quoistiaux

“Onze productie gebeurt in Azië. Een fabriek uit de grond stampen kost 5 tot 10 miljard dollar” Geoffroy Gosset, e-peas

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content